Beter borgen met meer openheid

Uit de zaal klonken zorgen over de verhouding tussen de externeen de interne kwaliteitszorg. De neiging neemt steeds meer toe omde van buiten geformuleerde eisen, zoals de toetsingskaders vooraccreditaties en vanuit de inspectie, maatgevend te maken voor deinterne discussie en beslissingen over kwaliteit. Scherpgeformuleerd komt dat er op neer dat men de formele vereisten en devinkjes die men moet zetten om goedkeuring te krijgen belangrijkergaat vinden dan inhoudelijke verbeteringen. De Inspectie hadduidelijk moeite met deze kritiek. “Wij moeten soms eenbeoordelingskader maken als een brandweer die moet uitrukkenterwijl de brand al gaande is. Wij snappen best dat dat totspanningen leidt.”
Veiligheidsmanagement
VSNU-voorzitter Sijbolt Noorda pleit dan ook voor een soort vanveiligheidsmanagementsysteem in het hoger onderwijs naar analogievan dat bij ziekenhuizen. Hij sloot daarmee verrassend aan bij hetbetoog over de kwaliteitsborging bij ziekenhuizen datoud-Inspecteur Generaal Ferdinand Mertens in zijn
Verbolgenheid kon Rob Mudde, onderwijsdirecteur aan de TU Delft,niet meer onderdrukken. “Ik kan zelfs in deze zaal niet meer metdroge ogen zeggen dat mijn opleiding goed is. Het is echt eenlow-trust society geworden. Terwijl , ik heb echt niks te verbergenen bovendien ben ik helemaal niet zo ontevreden over hoe hetaccrediteren momenteel gaat.” Kwaliteit vereist openheid, zoals detitel van het laatste VSNU-café van het collegejaar luidde. Maaropenheid moet ook beantwoord worden met vertrouwen.
Geen algemene conclusies
“Het onderwijs is voor 95% in handen van de mensen die het doen.Examencommissies worden bevolkt door mensen die in het onderwijsmeedraaien. Op die manier is het geborgd,” stelde Rob Mudde. “Ikheb de indruk dat dat minder het geval is in het HBO.” ZijnUvA-collega Klaas Visser herkende zich in dit beeld, maar reageerdeveel heftiger op de actuele situatie.
“We worden kapot gevisiteerd. Naast de landelijke visitatieszijn er nog de mid-terms van de universiteit zelf en voor defaculteit moeten we ook nog jaarverslagen schrijven over wat erbeter kan. We hebben in Nederland de neiging om na elke worst-casenog meer te gaan visiteren. Terwijl ik vind dat het over hetalgemeen goed gesteld is met de opleidingen in Nederland.”
Dat de problemen zoals die rond de verkorte afstudeertrajectenbij Inholland zoveel
Merendeel op orde
“Ik heb de indruk dat feitelijk gezien het merendeel van deopleidingen op orde is,” geeft Jan Veldhuis van QANU ook aan nietonder de indruk te zijn van de gevallen waarover nu wordtgerapporteerd. Toch is er wel reden tot zorg, ziet ISO-voorzitterGuy Hendricks, die bijval krijgt van studentvertegenwoordigers uitde zaal. Met name de bezuinigingen zorgen voor een toenemende drukop docenten om de geldende kwaliteitseisen te relativeren . “Kun jedat uitsluiten? Kunnen we überhaupt voorkomen dat afgeweken wordtvan de norm?”
Rob Mudde signaleert bijvoorbeeld rond de bezuiniging oplangstudeerders wel enige risico’s voor zijn TU Delft. “Als weergens goed in zijn in Delft dan zijn het wel langstudeerders.” Ookkwam uit de zaal het voorbeeld dat bij een rechtenfaculteit vakkenwerden geschrapt omdat ze te moeilijk waren en voor veel uitvalzorgden. “Natuurlijk zijn er studenten die het onderwijs temakkelijk of weinig uitdagend vinden.” zegt Klaas Visser. “Erverandert ook wel eens iets. Er wordt wel eens een vak geschrapt,maar het belangrijkste aspect ‘wat is de benchmark van deeindtermen? Is die op internationaal niveau?’ blijfthetzelfde.”
Bezuiniging als risico
Toch erkennen ook de onderwijsdirecteuren dat de bezuinigingenhun weerslag kunnen hebben op de kwaliteit in het WO. Mudde: “Alsje een economisch systeem maakt van wat niet een koekjesfabriek is,dan kom je in de problemen. Steeds meer studenten willen latenafstuderen, voor minder geld, dat gaat op een gegeven momentwringen.” Guy Hendricks valt hem bij. “We hebben te maken met eenforse groei van het aantal studenten. Op een gegeven moment vraagje dan gewoon te veel van mensen.”
Dat het huidige systeem van visitaties en accreditatiesonvoldoende zou werken dat spreken de deelnemers aan de discussietegen. Zo werd vastgesteld dat de visitatierapporten van deuniversiteiten feitelijk door één en dezelfde organisatie wordenopgesteld. De QANU is dus eigenlijk een monopolist, zo werdvoorzitter Jan Veldhuis voor de voeten geworpen. Dieinsinuaties liet hij niet op zich zitten. “Tuurlijk, er zijn altijdfouten te vinden. Wij zijn zondige mensen. Ook QANU is een bureaugeworden dat tarieven moet rekenen, maar vergeleken metconsultancybureaus is dat een fooi. Wij zijn geen volledigcommercieel bureau.” Veldhuis riep de aanwezigen dan ook op zelfvisitatiebureaus op te richten die een goede concurrent van de QANUzouden kunnen vormen. Het feit dat de QANU goed werk levert vondhij geen reden om verwijten te maken over het beheersen van demarkt.
Meest Gelezen
