Naar een nieuwe manier van publiceren?

Nieuws | de redactie
22 juni 2011 | Het peer-review systeem van wetenschappelijk publiceren is hopeloos verouderd, betoogt post-doc onderzoeker Eva Teuling van het UMCG. De review-commentaren zijn vaak niet relevant en staan het vergroten van de kennis en het delen van gegevens in de weg. Moeten we naar een nieuwe manier van publiceren?

“In april verscheen in het wetenschappelijke tijdschrift Natureeen commentaar van de Nederlandse moleculairbioloog Hidde Ploegh, die werkt op het prestigieuze MIT in Boston.Deze gerenommeerde wetenschapper, die een hoop artikelen heeftgepubliceerd in de allerbeste tijdschriften, veegde de vloer aanmet het huidige algemeen “geaccepteerde” systeem van het publicerenvan onderzoeksresultaten: peer-review.

Liever NRC dan dorpskrantje

Voor de niet-praktiserend wetenschappers onder de lezers van ditartikel een korte uitleg over dit systeem (zie ook artikelenhierover op wetenschapsblog Sciencepalooza: deze endeze). Als onderzoeker heb je een idee of eenhypothese, je bedenkt slimme experimenten om je hypothese tetesten, en na jaren zweten in het lab, door databases graven ofpatiëntengegevens verzamelen heb je genoeg gegevens verzameld. Jeschrijft hierover een mooi artikel en stuurt dit op naar eentijdschrift. Je kiest een tijdschrift dat past bij jouw vakgebied,maar kijkt ook naar de kwaliteit.

Wetenschappelijke tijdschriften worden geclassificeerd aan dehand van hun impact factor, namelijk hoe vaak artikelenuit zo’n tijdschrift geciteerd worden. Een zichzelf respecterendejournalist schrijft ook liever voor het NRC dan voor hetdorpskrantje, dus je kiest een tijdschrift uit met een redelijkhoge impact factor.

Bij dit tijdschrift leest een editor het artikel door(nou ja, vaak alleen de samenvatting) en besluit of het interessantgenoeg is. Zo niet, dan krijg je onmiddellijk bericht terug:rejected! Maar, geen angst, je had wat hoog gegokt dus jegaat een stapje terug in impact factor en stuurt jeartikel naar een ander tijdschrift. Daar vindt de editorhet wel interessant genoeg en je artikel wordt doorgestuurd naareen paar wetenschappers (de reviewers) uit (ongeveer)hetzelfde vakgebied die je artikel kritisch lezen, kijken of ergeen fouten in zitten en die suggesties kunnen doen om het beter temaken (revisions). Vervolgens rapporteren zij terug aan deeditor, die een besluit maakt: accept, reject ofreject with revisions. Dit proces heetpeer-review, en op deze manier klinkt het als een goedsysteem, maar er zitten nogal wat haken en ogen aan.

Dansen naar de pijpen van reviewers eneditors

Want een reviewer heeft altijd commentaar en steltbijna altijd extra experimenten voor die gedaan moeten worden omhet artikel te mogen publiceren. En dit is wat Hidde Ploegh hekeltaan dit systeem – volgens hem zijn de review-commentarenlang niet altijd even relevant, kosten ze de onderzoeker heel veeltijd en geld en levert het de wetenschap niet eens echt wat op.Maar ja, als je het niet doet, dan komt je artikel zeker niet indit mooie tijdschrift… dus schoorvoetend begeef je je weer naarhet lab, werk je een aantal maanden aan de gesuggereerdeexperimenten en stuur je de gereviseerde versie op. Met de hoop dathet nu wel goed genoeg is, want zeker is dit niet: soms worden inde volgende ronde wéér experimenten voorgesteld. Dit proces kan zotot een aantal jaar duren – en nog steeds is er een kans dat jeartikel wordt afgewezen.

Maar zijn “we” (als wetenschappers) hier niet een beetjeafgeweken van het originele doel van de wetenschap? Wilden we nietgraag weten hoe iets werkt? Iets uitvinden, iets ontdekken, ietsuitzoeken – en dat was gelukt! Maar om het zo goed mogelijk tekunnen publiceren dansen we naar de pijpen van dereviewers en de editors, en besteden we onzekostbare tijd en geld (vaak van overheidsinstanties engoede-doelenfondsen) aan misschien wel nutteloze experimenten.

Wetenschap vanuit nieuwsgierigheid

Moeten we niet terug naar het originele proces van dewetenschap: vanuit nieuwsgierigheid gedreven zoeken we iets uit watwe willen delen met vakgenoten – in plaats van: ik heb ietsgevonden maar ik hou het zo lang mogelijk geheim omdat andersiemand anders er met mijn idee vandoor gaat. Hierdoor bestaat nuook de de kans dat meerdere mensen hetzelfde werk doen terwijl ermaar één de publicatie in dit toptijdschrift kan krijgen. Desnelste wint, maar of dit altijd de beste is, valt tebetwijfelen.

Volgens Hidde Ploegh zouden reviewers bij hetvoorstellen van experimenten ook moeten kijken naar de kosten diehieraan verbonden zijn en naar de relevantie van de experimentenvoor de vergroting van de algemene kennis. De afgelopen jarenverschijnen er tijdschriften, zoals de PLoS Currents, waarbij hetreview-systeem anders is: in principe kan allesgepubliceerd worden, zolang de experimenten goed gedaan zijn.Suggesties van de reviewers kun je uitvoeren als je dit wilt enlater je artikel updaten.

Deze PLoS Currents, waarvan er nu vier bestaan, zijn een eersteindicatie dat het ook anders kan. Zou dit het begin zijn van eennieuwe manier van publiceren, waarbij het delen van gegevens metelkaar, en het vergroten van de kennis over een onderwerp,belangrijker is  dan de impact factor? Zo zou het, volgensmijn idealistische idee van de wetenschap, eigenlijk moeten zijn…”

Eva Teuling is post-doc onderzoeker op het UniversitairMedisch Centrum Groningen en redacteur van Sciencepalooza.


Reactie Jet Bussemaker

Jet Bussemaker snapt de frustraties van Eva Teuling maar al tegoed. Als onderzoeker op de UvA en de VU heeft ze daar genoeg meete maken gehad. “De cultuur van kritiek is hier en daardoorgeslagen in de academische wereld. Ik ken vanuit depoliticologie, waar ik zelf vandaan kom, wetenschappers die niet inde krant willen publiceren omdat dat slecht is voor jewetenschappelijke carrière. Dat lijkt me niet de bedoeling. Ikvind, zeker als politicoloog, dat je ook een maatschappelijke taakhebt. En je moet in staat zijn dat onderscheid binnen jepublicaties ook te maken.”

“Ik herken in het betoog van Teulings wel een beetje dat sommigereviewers altijd wel iets voor verbetering zien, of graag willendat er nog even naar hun eigen werk verwezen moet worden. Ik hebzelf ook gereviewd en dat is gewoon een vak op zich, waar ook inhet academisch onderwijs aandacht voor moet zijn. Hoe review jenou? Peer-reviewen moet echt LevenLangLeren zijn wat datbetreft.”

Hoewel de kritiek van Eva Teuling op het huidige systeem opbijval kan rekenen van Bussemaker, ziet zij ook problemen met hetalternatief zoals Hidde Ploegh dat aanreikt. “Ploegh slaat wat mijbetreft door naar de andere kant. Ik weet ook dat er destijds welvriendenclubjes waren die gewoon een eigen tijdschrift met daarinhun eigen publicaties startten. Dat is toch ook niet de bedoeling.Het midden moet dus nog wel gevonden worden.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK