Fundamentele voorganger van onderzoek

Nieuws | de redactie
28 juli 2011 | Schuilt er een onderzoeker in ons allemaal? Recent Amerikaans onderzoek laat zien van wel. Het onderzoekende gedrag van spelende kinderen is eigenlijk de ‘fundamentele voorganger’ van wetenschappelijk onderzoek. UMCG-onderzoeker Eva Teuling ziet kansen voor onderwijs en wetenschap.

“Vandaag was de 7-jarige dochter van mijn baas in het lab. Nietomdat ze geen oppas had kunnen vinden tijdens de langebasisschoolvakanties, nee, omdat het meisje en haar vriendinnetjedat wilden. Ze hadden legio mogelijkheden aangeboden gekregen opdeze vakantiedag: naar de film, spelletjes spelen, naar het park…maar ze wilden per sé het lab bezoeken.

Het protocol “DNA isoleren uit een banaan”, laatst ook op eenwetenschapsfestival uitgedeeld, bracht uitkomst. Een paar uur laterkwamen twee hele blije gezichtjes het lab uit met een bananenschilen een buis gevuld met bananen-DNA-snotjes. Wilde de meisjes ditdoen omdat mamma wetenschapper is? Of schuilt er een onderzoeker inons allemaal?

Continu experimenteren

Volgens een recente studie gepubliceerd in het tijdschrift Cognition is dit laatstehet geval. Zonder dat we het doorhebben zijn we in ons dagelijksleven continu bezig met wetenschappelijke experimentjes. Neembijvoorbeeld een gesloten deur met een slot waar een sleutel opmeerdere manieren inpast. Een volwassene die twee sleutels krijgtaangereikt, zal snappen dat je eerst één sleutel op verschillendemanieren moet proberen en dan de volgende, om alle mogelijkhedenstructureel langs te gaan. Onbewust doen we hiermee een experiment:we testen individuele variabelen en sluiten mogelijkheden uit. Enuiteindelijk zal de deur opengaan.

Een aantal Amerikaanse onderzoekers wilde weten of zulkewetenschappelijke ‘basiskennis’aangeleerd is of ook al bij kleinekinderen bestaat. Ze testten dit met kinderen van 4-5 jaar oud, metbehulp van een speciaal voor dit experiment ontworpen speeltje. Datwas een doosje waar geluid en lichtjes uitkomen als een kraal ophet doosje werd gelegd, erg aantrekkelijk voor een 4-jarige. Hetspeelgoed werd door de onderzoekers aan de kinderen gedemonstreerd,waarbij in de helft van de gevallen alle kralen werkten om hetdoosje te activeren, en in de andere helft maar twee van devier.

Zelf nieuwe mogelijkheden testen

In een ander experiment werden de kralen in setjes van twee aande kinderen gegeven: één paar waarbij de kralen losgetrokken kondenworden, en een paar waarbij de kralen echt vastzaten. Ook dezekralenparen konden het doosje activeren, als ze horizontaalneergelegd werden. Na de demonstraties mochten de kinderen vrijspelen.

Net als het voorbeeld met de sleutels testten de kinderen deverschillende mogelijkheden, maar dit gebeurde voornamelijk bij dekinderen waaraan uitgelegd was dat maar een deel van de kralenwerkte. Degene die hadden gezien dat álle kralen werkten vonden datblijkbaar niet zo nodig. Maar de kinderen deden ook iets wat deonderzoekers niet verwachtten: ze duwden de kralen die aan elkaarvastzaten verticaal op het doosje, om te kijken of dit het ook zouactiveren (zie plaatje). Dit was niet door de onderzoekersgedemonstreerd en kwam dus geheel vanuit de kinderen zelf.


Beats and Toy

De onderzoekers zien dit gedrag als een ‘fundamentelevoorganger’ van wetenschappelijk onderzoek. Bij een experiment inhet laboratorium doen onderzoekers inderdaad precies hetzelfde: zetesten verschillende mogelijkheden (maar niet als bekend is datalle mogelijkheden werken) en door niet-beschreven technieken tegebruiken kom je tot nieuwe inzichten. De onderzoekers hopen dathun studie zal aanslaan bij onderwijzers, zodat kinderen al jonggeleerd kan worden om onderzoek te doen. Hopelijk kunnen we zo inde toekomst nóg betere wetenschap bedrijven.”

Lees meer over het Amerikaanse onderzoek op de website van Nature News

Door Eva Teuling, postdoc UMC Groningen

 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK