Zijlstra schrikt terug voor Dijkgraaf

Nieuws | de redactie
1 juli 2011 | Het HO is in ons land “over het algemeen van goede kwaliteit”. Maar de HBO-bachelor “niet meer onomstreden” en “de ambities van Nederland vragen om verhoging van kwaliteit.” Het kabinet scherpt Veerman in de Strategische Agenda wel aan, maar lijkt niet echt door te durven pakken.

De Strategische Agenda voor het Hoger Onderwijs vanstaatssecretaris Halbe Zijlstra ligt vandaag in de Ministerraad.Als deze wordt vastgesteld zal de kennissector flinkekoerswijzigingen ondergaan. U vindt het volledige stuk inmddels hier.

Toch lijkt het kabinet terug te schrikken voor de eigen moed envooral voor de durf van de Commissie Veerman én van het drietalDijkgraaf/Sistermans/Van Wieringen. Het toekomstverhaalvan Zijlstra bevat hoe dan ook een keur van aspecten dieanalyse en accentuering verdienen. Hier de eerste analyse van datdocument, zoals dat ter vergadering en beslissing ligt in deTrèveszaal heden.

1.) Het kabinet durft de Top 5 ambitieuit het regeerakkoord en de kamerbrede motie-Hamer niet openlijk te omarmen. Wel citeertZijlstra in de analyse van de “stand van het huidige hogeronderwijsstelsel” Veerman waar die deze ambitie onderstreept.Ook zegt hij: “Elk talent telt, gezien de behoefte van dearbeidsmarkt.” En “ingrijpende veranderingen zijn urgent.” Verwachtmag dan ook worden dat de Tweede Kamer bij de AlgemeneBeschouwingen na Prinsjesdag 2011 een actualisering van demotie-Hamer zal aannemen, waarin dat strategische doel voor onsland in 2025 nog eens wordt vastgelegd.

2.) Dat is ook daarom te verwachten,omdat Zijlstra aankondigt zijn Veerman-implementatie nadrukkelijkte oriënteren op de topsectorenaanpak van EL&I. Ook die wil dieTop 5 zien te halen zonder grote extra investeringen. Zijlstraciteert daarbij fijntjes de explosieve analyse van het RathenauInstituut, die liet zien dat focus en massa in het onderzoek “nogonvoldoende slagen”, ondanks dat “de instellingen al een flinkproces van keuzes maken en profileren achter zich [hebben].” Datkunnen het WO, NWO en KNAW in hun zak steken, kortom.

3.) Dat wat in ons land wel degelijkexcellent is, vindt “nog te weinig of niet snel genoeg hun weg naartoepassing, noch in het bedrijfsleven, noch in gezondheidszorg,veiligheid of het onderwijs.” Dat in de enige sector waar dit onsland wel met furore lukt – de kunsten en creatieve industrie – nujuist onevenredig wordt gesneden, noteert het kabinet echterniet.

4.) De thema’s van Veerman -profilering en verscheidenheid van onderwijs – worden overgenomen,maar twee thema’s daar gelijkwaardig naast gezet: 1) Studiecultuuren studiesucces, Van Bijsterveldts “de lat moet omhoog, over de hele linie”. 2) Coherentie inde kennisketen van fundamentele R&D tot en met innovatie,Verhagens “kennis, kunde, kassa”.

5.) De HO-instellingen krijgen op dezebasis ruimte voor meer selectiviteit en kunnen ook extra geldverwerven voor het concreet invullen van meer uitdaging,vernieuwing en differentiatie. Maar Zijlstra’s houding is er strikteen van show me. Een instelling mag bijvoorbeeld pasovergaan tot (nieuwe) vormen van selectiviteit als zij haarprofilering zo helder heeft aangescherpt, dat de criteriaovertuigend onderscheidend zijn voor student, arbeidsmarkt en(internationale) omgeving. Daartoe moeten instellingen ookintensief inspelen op hun rollen in de ‘sectorplannen-nieuwe-stijl’zoals voorgesteld door het advies van Dijkgraaf c.s. Ook moeten zij zichoriënteren op U-Map als classificatie en spiegel voor hun Europeseambities en profilering.

6.) Het geld dat (extra) ingezet wordtvoor kwalitatieve profilering van instellingen zal in 2015 7% vanhun onderwijsbekostiging omvatten. Dat zal “op termijn kunnenoplopen” tot ongeveer 20%. Maar dit voornemen hangt af van de”beschikbaarheid van aanvullende middelen.” In 2016 en volgendejaren komt er vooralsnog niet meer dan €70 miljoen extra, zodat deal ingeboekte middelen dan naar €300 miljoen zullen stijgen. €50miljoen hiervan zal jaarlijks selectief toebedeeld worden, vanaf2013. De rest komt op basis van prestatieafsprakenbinnen hoofdlijnenakkoorden.

7.) Opmerkelijk is de vaagheid waarmeedeze investering in zwaartepunten, profielen, excellente trajectenen andere differentiatie wordt aangekondigd en ingevuld. Zelfs vande €50 miljoen selectieve investering weet het kabinet het nogniet: moet dit nu “via competitie” of “met een bonus/malussystematisch” worden ingezet? Beslissingen worden op een reekspunten de facto een jaar uitgesteld. Want eerst mogen VSNU enHBO-raad ‘hoofdlijnenakkoorden’ uitwerken en daarbinnen zoudenuniversiteiten en hogescholen dan nog hun eigen profilering enprestatieafspraken met OCW moeten maken. “Uiteindelijk in juni2012” kunnen pas “in het verlengde” van zulke akkoordenmeerjarenafspraken ontstaan met individuele instellingen. De kansdat ook het begrotingsjaar 2013 – vanaf Prinsjesdag 2012 -niet gehaald wordt, blijkt reëel.

8.) De door Dijkgraaf c.s. aanbevolenen helder geschetste krachtige sturing van dezehoofdlijnen durft OCW niet aan. “Te massief” zegt Zijlstra.Hij komt met een nogal hybride en ingesnoerd model, waarin dekoepels van WO en HBO tot zomer 2012 feitelijk achter de knoppenzitten. Zij krijgen de tijd om met plannen uit hunkring te komen. Voor hun partners in het Veerman-proces -zoalsde studentenorganisaties of de KNAW- is door OCW geen plaatshierbij ingeruimd. Chez vous, sur vous, sans vous dusweer?

9.) Er komt wel een “reviewcommissiemet een onafhankelijke voorzitter” die voor het kabinet “nauw op[moet] toezien dat het benodigde tempo en de gewenstestelselopbrengsten gerealiseerd worden.” Gelet op de taak vanzo’n groep en de behoefte van liberale bewindslieden aanminimale overhead rijst de vraag ‘waarom nog weer eencommissie?’ Misschien zou OCW eens moeten kijken naar de groepLeading Experts van het Siriusprogramma. Deze heeft vanalle HO-instellingen kwaliteitsprofielen en -plannen reeds kritischgeanalyseerd. Met Robbert Dijkgraaf, Hans Adriaansens, AnnemiekeRoobeek, Norbert Verbraak en Frans van Vught (vz) zou deze clubvoldoende ingewerkt en van voldoende statuur kunnen zijn. En eenvliegende start kunnen maken.

10.) Opmerkelijke andere punten:

-Het particulier HO mag meedenken over de inrichting van LLL voorwerkenden. Er komt een ‘verkenning’ over de toekomst van hetdeeltijdonderwijs. Dat is alles over dit cruciale aspect.


-Centres of Expertise in het HBO komen er (naast die in debètatech) voor de terreinen onderwijs en zorg.

-Extra geld voor geesteswetenschappen, TU’s, hbo-masters en detoponderzoekscholen in het WO.

Allianties van universiteiten voorzwaartepuntvorming en excellentie krijgen steun.

-HBO-masters moeten “in eerste instantie gericht [zijn] op detopsectoren” van EL&I.

-Nederland moet nadrukkelijker gericht zijn op (meer) succes inde Europese onderzoekfinanciering en de ‘grand challenges’ van deEU 20202-strategie. “Het kabinet pleit voor een sobereEU-begroting, maar binnen dit krappere budgettaire kader moetenvoldoende middelen worden vrijgespeeld om meer te kunnen investerenin onderzoek en innovatie.” Anders gezegd; we hebben er zelf nietmeer voor over, maar willen wel meer daarvannaar Nederland halen. Het hoongelach uit Brussel en anderehoofdsteden in de EU zal tot in Den Haag  te horen zijn.”Having your cake and eat it” noemt men dit. Of in België ookwel ‘l’arithmétique hollandaise’….


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK