Mag een ambtenaar zijn mond open doen?

Nieuws | de redactie
31 augustus 2011 | De vrijheid van meningsuiting van ambtenaren is veel ruimer dan zij zelf - of hun chefs en Kamerleden – durven te vermoeden. In ‘Geen betere censuur dan zelfcensuur’ analyseert Fatou van den Hoff de grenzen tussen publiek en persoon bij de opinie en haar uiting door ambtelijke dienaren. Mag een soldaat uit Kunduz twitteren, een OCW’er spreken op een onderwijscongres?

“‘In eerste instantie wilde ik me concentreren op het internet.Maar bij gebrek aan uitspraken op dat gebied ben ik uitgekomen opde oude media, zoals kranten en tijdschriften,” vertelt Vanden Hoff – masterstudent aan de Universiteit Leiden – aanBinnenlands Bestuur over haar scriptiepublicatie.

Grenzen niet bekend

In het onderzoek komt Van den Hoff tot de conclusie datambtenaren en overheidsdiensten de wettelijke grenzen aan devrijheid van meningsuiting niet kennen. Daardoor wordt er doorambtenaren minder gebruik gemaakt van dit grondrecht. En, zegt deonderzoekster, leggen overheidsdiensten aan hun ambtenaren insommige gevallen verdergaande beperkingen op, dan wettelijkwaarschijnlijk toelaatbaar is, concludeert het bestuurlijketijdschrift.

Van den Hoff: “Als je ziet hoe verdacht weinig zaken eraanhangig zijn gemaakt, dan kun je tot geen andere conclusie komen.In 20 jaar en met een miljoen ambtenaren in 2011 zijn er door deAdviescommissie  drie zaken behandeld en een handjevol door deCentrale Raad van Beroep.”

Ambtenaren en leidinggevenden bij de overheid realiseren zichniet dat artikel 10 van het Europese Verdrag voor de Rechten van deMens een enorme bescherming biedt. Ook voor de ambtenaar. Bij degrondwetswijziging in 1983 heeft de regering vastgesteld dat degrondrechten onverkort gelden voor ambtenaren. In artikel 125aAmbtenarenwet is de vrijheid van meningsuiting vastgelegd.

Staat mening doorwerken in de weg?

Uit de uitspraken van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) blijktdat de Raad vanuit die wetgeving voornamelijk controleert of deambtenaar door zijn uitspraken zijn eigen functioneren of dat vande dienst schaadt. Van den Hoff ondrestreept in BinnenlandsBestuur: “Vaak wordt gedacht dat het gaat om “loyaliteit”.’ Maarvan dat begrip lijkt de Raad zo ver mogelijk weg te blijven.Centraal staat die functioneringsnorm: ‘kan iemand normaal blijvendoorwerken nadat hij zijn mening heeft gegeven en kan de dienstnormaal blijven functioneren?”

Ook als een ambtenaar extreme opvattingen heeft, is datgeen reden om de meningsuiting te beperken, stelt de CRvB. “Hetopleggen van een algeheel en onbeperkt spreekverbod op het uitenvan een persoonlijke mening is zelfs niet toegestaan. Er lijkensubtielere instrumenten in het spel te zijn. Overplaatsing naar eenandere functie, is er zo één,” denkt Van den Hoff.

Kopschuwe ambtenaren door Twitter enFacebook

Zij verwacht dat nieuwe media als Twitter en Facebook, gaanzorgen voor een geheel nieuw fenomeen: “De huidige ambtenarentrekken zich verder terug in hun schulp. Zij zijn kopschuw gewordendoor de uitgebreide negatieve aandacht die een handjevol zakenkrijgt.” Een nieuwe generatie ambtenaren zoekt de grenzen van devrijheid van meningsuiting op internet onbewust op.

“De eerste zaak heeft zich al aangediend. Een ambtenaar mag zichop zijn privé-twitter niet meer persoonlijk uitlaten. Maar dezeinstructie gaat te ver. Zoals blijkt uit jurisprudentie van deCRvB.” Doordat steeds meer gebruikers van de sociale media zichzonder schuilnaam op het net begeven en het gegeven dat een nieuwegeneratie ambtenaren opgroeit met sociale media, ligt het zeer voorde hand volgens Van den Hoff, dat er meer van dergelijke zakenkomen.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK