Academisch ziekenhuis onder vuur

Nieuws | de redactie
16 september 2011 | Het kabinet overweegt diepgaande ingrepen in de universitaire medische centra. Al begin 2012 moet een zware analyse adviseren hoe een academische ziekenhuis een efficiënter deel van de zorginfrastructuur kan worden. Nu zijn zij nog een “bad met vijf kranen”, zegt De Jager misprijzend.

In de Miljoenennota staat een opvallende, uitzonderlijkeaankondiging. Er komt een snelle, diepe ‘IBO’ naar de UMC’s en hunkosten. Wat is een IBO? Een scherpe studie vanuit de meestbetrokken ministers, met enkele onafhankelijke experts om outof the box te durven denken. Oftwel een InterdepartementeelBeleidsonderzoek.

‘Academische component’

De werkgroep heeft de oprdacht alles uit te kammen datefficiency en doeltreffendheid kan verhogen. Zelfs de vraag of deUMC wel in de WHW geregeld moet blijven komt op tafel. Definanciële omvang van dit domein doet de ambtenaren van Financiënen VWS bijna hoorbaar kwijlen in de tekst van de Miljoenennota:”premies (3050 mln), academische component (635 mln), onderzoek enonderwijs (950 mln) en private bekostiging uit fondsen enopdrachten vanuit de industrie (500 mln).”

Dit mondt uit in de opdrachtformulering: “is de huidige maniervan financiering en aansturing van het academisch ziekenhuis nogdoelmatig, of is vernieuwing van de verdeelgrondslagen, eventueelbundeling van de geldstromen en aanpassing van de aansturingwenselijk?” Gelet op de gigantische tegenvallers die de zorgkostenvertonen, zeker ook in het meerjarenbeeld, is duidelijk dat menbuiten OCW hier een object voor aanzienlijke besparing in desmiezen heeft.

De complete tekst van e betreffende passage in de MJN leest uhier onder.

Taakopdracht Interdepartementaal beleidsonderzoek(IBO) Academische Ziekenhuizen

Onderwerp

Nederland kent acht Universitair Medische Centra (UMC’s). EenUMC heeft drie hoofdtaken: zorg, onderwijs en onderzoek. Depublieke bekostiging van deze taken loopt via verschillendegeldstromen, te weten: premies (3050 mln), academische component(635 mln), onderzoek en onderwijs (950 mln) en private bekostiginguit fondsen en opdrachten vanuit de industrie (500 mln).

Opdracht aan de werkgroep

De resultaten van de UMC’s op het gebied van onderwijs,onderzoek en zorg behoren tot de absolute wereldtop, zo wijzencitatiescores en internationale vergelijkingen uit. Hoe definancieringstromen   bijdragen aan de resultaten isechter niet helder. In eerdere onderzoeken wordt dan ook gestelddat de financiering werkt als een «bad met vijf kranen».

Omdat activiteiten in een UMC vaak meerdere doelen dienen,mengen ook de geldstromen en is niet te achterhalen hoeveel geldprecies voor welk doel is ingezet en in hoeverre sprake in van eendoelmatige besteding. Dit wordt extra van belang door de stap naarprestatiebekostiging en de daarbij horende beschikbaarheidsbijdragevoor niet-declarabele prestaties.

Van belang is dat er in het IBO expliciet gekeken wordt naar derol en plaats van de UMC’s in het (veranderende) Nederlandseonderwijs- en ziekenhuislandschap. Het ligt in de rede dat definancieringsstromen van de UMCs in de komende jaren ingrijpendzullen veranderen, en daarom rijst de vraag: is de huidige maniervan financiering en aansturing van het academisch ziekenhuis nogdoelmatig, of is vernieuwing van de verdeelgrondslagen, eventueelbundeling van de geldstromen en aanpassing van de aansturingwenselijk?

De IBO-werkgroep gaat na of de wijze van aansturing enbekostiging van de UMC’s nog steeds   optimaal is.Bundeling van de rijksgeldstroom, de verschillende convenanten(DHAZ, OVA etc.), prestatiebekostiging in de UMC’s en de aansturingvan de UMC’s worden onderzocht, daarbij expliciet rekening houdendmet de rol en plaats van de UMC’s in het (veranderende) Nederlandseonderwijs- en ziekenhuislandschap.

Daarnaast wordt onderzocht of de juridische basis vanacademische ziekenhuizen in de WHW nog steeds de juiste basis is.De werkgroep komt met beleidsvarianten voor de bekostiging enaansturing, en analyseert de effecten daarvan. In debeleidsvarianten zal in ieder geval mogelijke doelmatigheidswinstworden betrokken. Deze doelmatigheidswinst zal zoveel mogelijkworden gekwantificeerd. Er dient minimaal één variant te zijnwaarbinnen deze doelmatigheidswinst weer wordt ingezet en minimaaléén variant waarbinnen deze vrijvalt. Het rapport bevat een tabelmet de relevante grondslag.

Organisatie van het onderzoek

De deelnemende departementen zijn: VWS, OCW, Fin, AZ. Bovendiennemen twee externe  deskundigen deel aan de werkgroep en er iseen onafhankelijke voorzitter. Het rapport is uiterlijk gereed infebruari 2012 (start mei 2011). Het secretariaat wordt verzorgddoor Fin (secretaris), VWS en OCW (co-secretarissen). De omvang vanhet rapport is niet groter dan 30 bladzijden, de verplichtesamenvatting is niet groter dan 5 bladzijden.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK