Profilering is zaak van inhoud en docenten

Nieuws | de redactie
8 september 2011 | HAN-voorzitter Ron Bormans werkt de profileringsgedachte van de commissie Veerman - waar hij lid van was – verder uit voor het HBO en zijn hogeschool. “We ontlenen onze legitimatie eraan dat we goede professionals afleveren, aan niets anders.”

In gesprek met het hogeschoolmagazine Hannovatie licht Bormanstoe hoe hij binnen de hogeschool de ontwikkeling van en draagvlakvoor de profielen graag ziet ontwikkelen. “Ik zou graag zien dat deprofieldiscussie vooral op docentniveau wordt gevoerd. Dat docentenzich afvragen: welke MER-opleiding of welke opleiding SPH willen enmoeten wij zijn? Welke balans zoeken wij tussen de generiekecompetentie die we een fysiotherapeut meegeven en de couleurlocale die inherent is aan de Nijmeegse opleiding. Docentenhebben de deskundigheid om profielen te bepalen én te belichamendie zowel aansluiten op de professie als op het werkveld waarvoorwij opleiden.”

Met de blik op regio, EL&I en OCW

“HAN-breed en op faculteitsniveau gaat profilering vooral eroverop welke terreinen de HAN zich dient te specialiseren. Uiteraardhebben we ons dan wel te verantwoorden wat betreft de keuzes die wemaken. Elk profiel moet je legitimeren door aan te tonen dat hetwerkt. Uitgangspunt is dat de HAN een brede hogeschool met eenregionale worteling is en blijft. Met name de bacheloropleidingenmoeten weliswaar een duidelijk profiel hebben, maar tevens voorzienin een breed opleidingsassortiment, dat deze en andere regio’sadequaat bedient.”

De verbinding met andere hoofdlijnen van HO-beleid houdt hetbestuurscollege van de hogeschool dan wel in het oog. Bijvoorbeelddie met de topsectoren van EL&I. “Het College van Bestuur kanen wil niet voorschrijven wat goede profielkeuzes zijn. Maar wewijzen er wel op dat de 9 topsectoren kansen bieden om fondsen teverwerven. De HAN kan het nodige bijdragen aan minstens vier totvijf van die sectoren.”

“Bovendien is het zaak om goed te kijken naar wat de provinciewil, ook daar liggen kansen. Soms is het al heel helder dat er eenstevig profiel is, zoals in het geval van Autotechniek. Toch willenwe vooraf niet van bovenaf prioriteiten vast- of opleggen. Datwerkt niet, dan zullen onze professionals zich niet ermee kunnenidentificeren of er warm voor lopen.  Wel drukken we alsCollege van Bestuur iedereen op het hart: verbindt je profielzinvol en realistisch met wat er om je heen gebeurt.”

Dat geldt ook voor de beleidslijnen die vanuit OCW op het HBOafkomen, want Bormans waarschuwt maar vast: “De staatssecretaris isvan zins de bekostigingsstructuur drastisch te wijzigen. Zo zal detoekenning van gelden deels worden bepaald aan de hand vancompetities tussen hogescholen. Enige tijd geleden wisten we langsdie weg al centres of expertise in de wacht te slepen, zoals bijAutomotive. Deze trend staat ook voor de poorten van anderefaculteiten en opleidingen. We moeten daarop voorbereid zijn doorons goed af te vragen op welke terreinen we ons met verve kunnen enwillen onderscheiden.” De profileringsdiscussie noemt hij daarom”uiteindelijk een (her)bezinning op de vraag: hoe zorg je voor goedhoger beroepsonderwijs?”

Kansen voor de eigen wortels

Die bezinning acht Bormans voor de HAN kansrijk. Er is al veelin het aanbod van zijn instelling dat een helder profiel heeft,stelt hij. “De Arnhemse heao, de pabo’s, allemaal hebben ze al eenspecifiek karakter. Techniek is in Arnhem bijvoorbeeld historischgekleurd door bedrijven als Akzo en de energiebedrijven.” Er zitachter de vraag naar het profiel nog iets, namelijk. “Profileringveronderstelt dat we ons terdege afvragen welke professionals weprecies willen afleveren. Hiermee is onlosmakelijk eenprofessionaliteits- en kwaliteitsdiscussie verbonden met als inzet:welke docenten hebben we nodig?”

“Als een docent zich volledig herkent in het profiel en zichthuis voelt bij de opleiding, dan komt dat uiteraard zijnbetrokkenheid en inzet ten goede. Hij of zij kan dan alsprofessional optimaal gedijen. Dat is een regelrechtekwaliteitsimpuls. Studenten profiteren daarvan tijdens en na hunstudie: van fysiotherapeuten met een goed gevoel voor evidencebased werken tot accountants die naast de balans de totalebedrijfsomgeving in het oog houden. Idealiter doet het profieldienst als een soort “totempaal” voor opleiding, student, docent énberoepenveld. Het is bij uitstek het bindend element en werktcommunity-vorming in de hand.”

Zo geeft profilering opleidingen en instituten de kans “de eigenwortels te revitaliseren, met alle groeikansen van dien, inkwantitatieve maar vooral kwalitatieve zin. Wat overigens ietsanders is dan maar blijven doen wat we doen. Een profiel moet jeonderhouden en actueel houden door jezelf de vraag te stellen:werkt het nog steeds. Voor alle opleidingen geldt: er is eenuniversele body of knowledge en die staat niet ter discussie. Waarhet wel om gaat, is dat opleidingen kleur bekennen op eenconsistente, herkenbare manier. De buitenwacht moet in éénoogopslag zien: dat is iemand van de HAN, die heeft vaardigheden xen y, daar kan ik op vertrouwen.”

Zelfbewuste verscheidenheid

Het HBO moet er in dit verband nadrukkelijk voor waken “dat weniet allemaal op ongeveer hetzelfde profiel uitkomen. Afstemming isdus geboden. Dat hoeft niet tot een groot plancircuit te leiden,zolang iedereen maar werkt vanuit de wens de eigen buitenwereldgoed te bedienen. Daarom geldt: kijk zelfbewust naar buiten. Weetwat er leeft.” De diversiteit van het HBO acht Bormans daarbij eenpluspunt voor de verbinding met de werkelijkheid en de bedrijven enorganisaties van de omgeving. “Wie in Nijmegen naar buiten kijkt,ziet een andere werkelijkheid met andere noden en wensen dan wie inAmsterdam of Zuid-Limburg door het raam tuurt.”

Hij is dat verband niettemin een voorstander van hbo-bredesectorplannen, om het aanbod beter af te stemmen opmaatschappelijke behoeftes. “Tegelijkertijd zal ik me erpersoonlijk voor inzetten dat onze plannen goed aansluiten op deregionale situatie. Nogmaals, de crux is dat we goed kijken naarwat er om ons heen aan de orde is: regionaal, landelijk en soms ookmondiaal. Dan zal vanzelf een zekere taakverdeling gaan ontstaan.We gaan niet domweg een nieuwe opleiding aanbieden omdat deze ineen andere regio bij een ander hogeschool ontzettend veel studententrekt. Als we met een nieuwe opleiding beginnen, doen we dat omdatdeze voorziet in een reële behoefte in onze omgeving.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK