Universitaire fusie kan, per geval
In antwoord op vragen van SP-woordvoerder Jasper van Dijk zet destaatssecretaris uiteen hoe zijn visie op fusie is. “Voor eenbestuurlijke en/of institutionele fusie van openbare universiteitenis inderdaad wetswijziging nodig. Ik wil daarover in het algemeenhet volgende zeggen: het is mijn voornemen om wet- en regelgeving,waar deze een belemmering vormen voor de ambities van deStrategische Agenda, zoveel mogelijk aan te passen en daartoevoorstellen te doen.”
Voldoende ruimte
Hij wil dit echter specifiek en “per geval bezien.” Zijnredenering hierbij klinkt als volgt: “Indien de plannen van twee ofmeer universiteiten gericht op intensieve samenwerking enprofilering als bedoeld in de Strategische Agenda gebaat zijn bijeen daadwerkelijke instellingsfusie, dan zal ik per geval bezien ofwetswijziging om een fusie mogelijk te maken geboden is, maar eerstnadat is gebleken dat een fusie een meerwaarde heeft in termen vankwaliteit die niet bereikt kan worden met bestaande wettelijkesamenwerkingsvormen.”
“Aan een fusie zullen strikte voorwaarden worden gesteld tenaanzien van de zorgvuldigheid van het fusieproces, het draagvlakonder interne en externe belanghebbenden, beperking van overhead enchecks & balances waar het gaat om governance enkwaliteitsborging.”
Of een dergelijke wetswijziging nodig zal blijken, wil debewindsman niet nu al voorspellen. Hij beziet dat nog zeerafstandelijk, zo blijkt, want “vooralsnog ga ik ervan uit dat dehuidige wettelijke kaders voldoende ruimte bieden voor samenwerkingtussen universiteiten; ik denk daarbij vooral aan de instelling vansamenwerkingsinstituten ex artikel 8.1 WHW.”
Geen vrees voor WO-schaalvergroting
Voor de kritische geesten onder de studentenorganisaties endocenten heeft Zijlstra een belangrijke feitelijke erkenning. “Bijde beoordeling van een fusie is – zoals ook geldt bij anderefusiebesluiten – de instemming van de medezeggenschap vanbelang.” Een toetsing door de minister van een fusievoornemenis pas “aan de orde wanneer er sprake is van een daadwerkelijkefusie, die dan ook wettelijk mogelijk gemaakt moet zijn.”
Zijlstra wijst er fijntjes op, dat zo’n toetsing zich niet zalrichten op de nu vaak naar voren gebrachte bezwaren enargumentaties contra fusies in het WO en HBO: “het waarborgen vankleinschaligheid [is] niet het doel van de fusietoetswetgeving en’regio’ [is] geen wettelijk gehanteerd begrip in hetwetenschappelijk onderwijs en onderzoek.”
Dit leidt hem tot de conclusie dat “van een ongebreideldeschaalvergroting in het wetenschappelijk onderwijs geen sprake[zal] zijn, omdat een fusie per geval eerst wettelijk mogelijk moetworden gemaakt en bovendien aan een fusietoets onderworpen zalworden.” En hij voegt daar aan toe: “Overigens zijn ook groteinstellingen in staat om het onderwijs kleinschalig teorganiseren.”
Meest Gelezen
“Ik zal niet de meest populaire onderwijsminister zijn”
Masterstudenten in het hbo worstelen met academisch schrijven en onderzoek
“Langstudeerboete raakt kern van hoger onderwijs”
CvB Erasmus Universiteit weigert tweetalig te vergaderen met medezeggenschap
Nederlands hoger onderwijs “negatieve uitschieter” op kansengelijkheid, toont OESO-rapport