50 procent HO-deelname kullekoek?

Nieuws | de redactie
5 oktober 2011 | Sinds enige tijd duikt de gedachte op dat de ambitie ‘50% HO-deelname’ meer last dan lust oplevert. Halbe Zijlstra stelde het bij de jaaropening van Inholland ter discussie. Doekle Terpstra tweet zelfs dat hij en Erasmus-presidente Van der Meer Mohr het “kullekoek” vinden. Waarom hebben zij het mis?

Deze 50% komt uit de gezamenlijke afspraken die de EU-lidstatenhebben gemaakt over de lange termijn doelstellingen van hun kennis-en innovatiebeleid. Ze streven ernaar dat de helft van de nieuwetoetreders op de arbeidsmarkt opgeleid is op HO-niveau. Daarin gaathet zowel om hoge academische als professionele niveaus, eentoevoeging die vooral in zuidelijke lidstaten met een vaakverkalkte universitaire HO-structuur niet overbodig is gebleken. Omeen hoogwaardige diensteneconomie en hightech productie te bereikenzijn zulke hoog opgeleide mensen zeker nodig, de tekorten aanbèta-technici en hoogwaardige medewerkers in de zorg zijn daar eenindicatie van.

Naast “Groot-Brittannië en de Scandinavische landen heeft ookNederland zich gecommitteerd om eind 2010 een beroepsbevolking tehebben, die voor tenminste 50% over de competenties beschikt diebij een hbo- of wo-opleiding behoren. De Nederlandse regering heeftdeze norm in het Hoger Onderwijs en Onderzoeksplan (HOOP) 2004geïntroduceerd.”

“In datzelfde HOOP staat ook, dat van de huidigeberoepsbevolking minder dan 30%over een hbo- of wo-opleidingbeschikt. Het Centraal Planbureau (CPB) kijkt meer naar dekwalificaties, die bij de arbeidsplaatsen behoren, en komt dan toteen hoger percentage. Maar dat ligt nog altijd een paarprocentbeneden de 40,” aldus OU-voorzitter Theo Bovens in een redehierover in 2004.

Varkens en hun spoeling

De opkomende afkeer tegen ‘50%’ hangt samen met verschillendeaffecten in het publiek debat van de huidige periode, zo lijkt het.Het idee van Europese targets waar je elkaar aan gaat houden is danwel populair als men PIIGS-lidstaten de maat kan nemen, maar eenstuk minder als het de eigen benchmarking van prestaties eninvesteringen betreft.

Bovendien wordt het verzet daartegen gevoed door de gedachte dateen zeer ruime doorstroom van jongeren naar hogere opleidingenintrinsiek leidt tot verlaging van kwaliteit. Als men mindermensen zou toelaten, zou de algehele kwaliteit omhoog gaan. Dat iseen ernstig misverstand. Het is excellentie-goeroe Hans Adriaansensdie hier tegen inbrengt: “Een excellente school is niet eenschool die excellente leerlingen of studenten selecteert, maar eenschool die studenten – en docenten – laat excelleren.” Maartoch denken nog velen ‘vele varkens maken de spoeling nu eenmaaldun’, als men praat over de deelnemers aan het hoger onderwijs.

Voor het WO betekent deze denklijn allereerst dat de enige wegdaarheen – het VWO-diploma – blijkbaar kwalitatief onder de maatblijft. Tevens moet dan de vraag gesteld worden wat de rol van datdeel van het voortgezet onderwijs dan is, als het niet voert naareen niveau dat door laat stromen naar een positie op dearbeidsmarkt in het hogere segment. Die vraag moet dan ook gesteldworden bij onder meer de voorstellen van minister VanBijsterveldt, om de profielen binnen het VO te beperken van viernaar twee. Versterken deze de kwaliteit van de doorstroom naar hetWO?

Zijlstra’s uitbreiding van het HO

Voor het HBO stelt zich dan de vraag hoe de afkeer van de ‘50%’zich verhoudt tot het feit dat 95% van de gediplomeerden in hoogtempo een baan vindt op hoger onderwijs niveau. Dat wijst eerder opernstige tekorten aan hoger opgeleide prfessionals dan op debehoefte aan minder van hen. De analyse hiervan door Jasper Tuytel van deHogeschool Rotterdam houdt hij niet voor niets.

In de voorstellen van de staatssecretaris Zijlstra voor detoekomst van het hoger onderwijs zit op dit punt nog eenopmerkelijk aspect. Hij beperkt de doorstroom en het assortimentvan het HO niet, hij breidt beide welbewust uit. Er moetenmeer talenten in meer routes naar meer hoger onderwijs kunnen, isde facto zijn beleid.

Met de bevestiging dat de Associate degree (Ad) geen hybridewezen ergens tussen ROC en HBO kan zijn, maar een echte vorm vanHO-aanbod heeft Zijlstra actief ingespeeld op de noodzaak die 50%in de arbeidsmarkt te realiseren. Tekorten aan ‘vakmensen’ enversterking van de doorstroomkansen voor mbo’ers zijn blijkbaarovertuigender motieven dan ‘kullekoek’. Dat zien ook de ‘boegbeelden’ van de 9 topsectoren vanEL&I. Zij eisen bovenop de plannen van Verhagen een brede HumanCapital Agenda om voldoende talent naar die sectoren te latendoorstromen. Met een zwaar accent op het nog altijd niettoereikende niveau van bètatechnisch talent.

40% meer HO in Nederland

En dan is er nog iets: naast Noorwegen en Turkije is Nederlandhet enige land binnen Europa, dat nog een groeiendhoger onderwijs zal kennen qua populatie. Dat is kwalitatief eenbealngrijke asset voor de kenniseconomie. Terwijl anderelanden van alles doen om de toevoer van talent bij een krimpenddemografisch beeld te versterken, zouden wij het hoger onderwijsbewust willen gaan inperken?

OECD topman Dirk van Damme is hier helder over: “Deuniversiteiten en hogescholen in Nederland gaan de komende decennianog fors uitbreiden. Tot 40% meer HO-deelname kunt u verwachtentegen 2025, zo blijkt uit onze berekeningen.” De demografie werkthier voorlopig nog anders, licht hij toe: “Ook de aanstaandevergrijzing zal daar weinig aan veranderen, omdat bevolkingsgroei,participatietrends en welvaartseffecten het hoger onderwijs ergaantrekkelijk blijven maken. Bovendien loopt Nederland nog steedsachter waar het de deelname uit verschillende bevolkingsgroepenbetreft. U heeft dus zelfs nog wat in te halen.”

Economisch doordacht kiezen

Jongeren zijn bovendien alles behalve dom of beperkt in hunambitie, zo stelt Van Damme. Zij kijken wel uit, dat zij zichzouden gedragen naar zo’n analyse van ‘50% kullekoek’. “Delangdurige werkloosheid en de impact van de huidige crisis vormendaarbij een extra impuls. De toestroom naar universiteit enhogeschool in de actuele studiejaren laat dat duidelijk zien.”

“Dat jongeren deze keuze maken is dan ook helemaal nietmerkwaardig. De massaliteit van het hoger onderwijs van de voorbijejaren en die verdere expansie zijn geen toeval. Het is een trenddie economisch doordacht is en jonge mensen veel sociale mobiliteitbiedt in de globale kenniseconomie. De return on investment vanHO-deelname is en blijft fors, zeker in een crisisperiode.”

Nog even terug naar – nu Gouverneur – Theo Bovens. Hij wees erin 2004 op dat het kabinet die 50% met de andere kennisnaties in deEU in de maanden voordien had geconcretiseerd en in het HOOPopgenomen. Dat document was het werk van VVD-bewindsvrouwe AnnetteNijs en werd door haar opvolger Mark Rutte met elan verderuitgewerkt.

Op het Nationaal Hoger Onderwijs Congres kunt u overingrijpende thema’s als dit het debat aangaan met mensen alsAWT-voorzitter Joop Sistermans, Dirk van Damme zelf en anderetopsprekers over hoger onderwijs, kennis en beleid uit binnen enbuitenland.

Meer informatie over het Nationaal Hoger Onderwijs Congres(NHOC) op 29 en 30 november in Rotterdam vindt u hier. Aanmelden kan hier.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK