Goedmakertje van Nobel

Nieuws | de redactie
10 oktober 2011 | De economen Sims en Sargent krijgen de Nobelprijs. “Beide zeer verdiend en beide ook wel een beetje een goedmakertje,” zegt UvT-topeconoom Sylvester Eijffinger

Het was in de voorbije jaren regelmatig voorgekomen, datcollega’s van de twee de prijs kregen en het gevoel begon teheersen dan Sargent en Sims een tikje overgeslagen leken te worden.”Clive Grainger kreeg de prijs voor zijn werk aan de causaliteit entoen dachten ik en vele collega’s wel: ‘Maar dan hadden ze tegelijktoch ook Sims moeten bekronen voor zijn vergelijkbare bijdrage opdat gebied?’ Dat dit nu alsnog gebeurt is dan ook opvallend. Hetcomité moet gedacht hebben: ‘Nu kan het nog.'”

Uitpluizen van relaties

Het werk van de twee economen noemt Eijffinger “zeersignificant.” De kern ervan is de causaliteitskwestie, zo benadrukthij. “Ze zijn beide bezig geweest met het uitpluizen vancorrelaties. Want daar gaat het toch om: wat zijn nu écht derelaties tussen verschijnselen in de economie? Wat vloeit voort uitwat bij economisch gedrag? Daar hebben zij zowel empirisch alstheoretisch een grote bijdrage aan geleverd.” 

Of zoals het Nobelcomité het over de beide winnaars zelfformuleert:   

Thomas Sargent has shown how structuralmacroeconometrics can be used to analyze permanent changes ineconomic policy. This method can be applied to study macroeconomicrelationships when households and firms adjust their expectationsconcurrently with economic developments. Sargent has examined, forinstance, the post-World War II era, when many countries initiallytended to implement a high-inflation policy, but eventuallyintroduced systematic changes in economic policy and reverted to alower inflation rate. 

Christopher Sims has developed a method basedon so-called vector autoregression to analyze how the economy isaffected by temporary changes in economic policy and other factors.Sims and other researchers have applied this method to examine, forinstance, the effects of an increase in the interest rate set by acentral bank. It usually takes one or two years for the inflationrate to decrease, whereas economic growth declines graduallyalready in the short run and does not revert to its normaldevelopment until after a couple of years.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK