Kwaliteitsagenda mag niet vrijblijvend

De voorzitter van studentenorganisatie ISO, SebastiaanHameleers, analyseert de plannen die Fontys op tafel heeft gelegd.Inhoudelijk betrokken in het proces van voorbereiding van hetdocument van de hogeschool, waarschuwt hij dezeinstelling – en haarde collega’s in WO en HBO die eveneens aande slag zullen moeten – voor “vrijblijvendheid en te vage eisen. Degevolgen voor studenten worden glashelder beschreven, maar het ISOziet graag een stok achter de deur voor bestuurders.”
Daar voegt hij aan toe: “Er valt ook een kritische noot teplaatsen bij de vroegtijdige presentatie van de prestatie afsprakenvan Fontys, vooral ook omdat de gesprekken over de inhoud van deopzet – ook met ons – de moeite waard bleken. Studenten endocenten zullen, onder andere via de medezeggenschap, vanaf heteerste begin betrokken moeten worden bij de voornemens en hunontwikkeling. Volgens het ISO staat of valt de implementatie bijdeze betrokkenheid en wij roepen de bestuurders dan ook op dediscussie binnen de organisaties op alle niveaus te voeren.”
Miskende pioniers?
Hameleers analyse van de Fontys-agenda als aanzet van despecifieke hogeschool en als voorzet voor alle andereHO-instellingen in den brede geeft hij daarom zo: “Pioniers wordendoor tijdsverwanten vaak miskend. Nieuwe ideeën leiden vaak totverschuiving van balansen en zijn daarom controversieel. Voor hetdoorbreken van de patronen is het op scherp zetten van belangen enverwachtingen soms noodzakelijk. Fontys zet deze verhoudingen inhet Hoger Onderwijs land op scherp. De hogeschool gaatverantwoordelijkheden neerleggen bij studenten, docenten énzichzelf. Niets nieuws onder de zon, valse beloftes of tochvolstrekt logisch?
Heeft Fontys niet het wiel opnieuw uitgevonden? In eersteinstantie kan je zeggen worden dat de aanpak van Fontys niet nieuwis. Studenten beoordelen al langer docenten en demedewerkerstevredenheid wordt ieder jaar opnieuw gemeten.Vak-evaluaties vormen vaak de basis om het curriculum aan te passenof om tijdens een functioneringsgesprek met een docent stil testaan bij de onderwijsvaardigheden.
Daarnaast lijkt het ook logisch dat studenten aangesprokenworden op hun verantwoordelijkheden, zoals studeren, collegesvoorbereiden en aanwezig zijn. Toch lijkt de schijn hier tebedriegen. Goed onderwijs staat of valt bij de relatie tussenstudent en docent. Wij constateren dat in deze relatie devrijblijvendheid grote vormen heeft aangenomen. Een neerwaartsespiraal tussen docent en student die elkaar niet meer op deverantwoordelijkheden aanspreken is een logisch gevolg van dievrijblijvendheid.
Weinig inzet wederzijds
Docenten spreken studenten maar weinig aan als deze zich nietvoldoende inzetten, bijvoorbeeld bij het volgen van colleges.Studenten houden tegelijkertijd constructieve kritiek voor eendocent vaak voor zich. Zo’n combinatie zorgt voor een cultuurzonder ambitie waarin minimale inspanning centraal staat.
Of de beloftes van Fontys realiteit kunnen worden, hangt dan ookaf van de studenten en docenten zelf. In de ogen van het ISO lijktde richting waarop de hogeschool aanstuurt een logische. Het hoofdboven het maaiveld uitsteken moet gewaardeerd worden. De uitdagingvan het onderwijs moet gevonden worden in de positieve dynamiektussen de docent en student. Zoals die twee cruciale actoren elkaarkunnen verzwakken, kunnen deze twee elkaar ook versterken.
De instelling moet onder leiding van het bestuur daarvoor deomstandigheden scheppen. Een cultuur die open is en kwaliteituitademt moet het eindresultaat zijn. Onder andere de eigenprestaties moeten zichtbaar gemaakt worden en kritiek moet nietklakkeloos naast terzijde gelegd worden, maar altijd gebruiktworden om het eigen functioneren te optimaliseren.
Begin van een discussie in HO
De kwaliteitsagenda van Fontys biedt een kader met meetbareeenheden. Maar er is meer nodig. Het moet het begin zijn vaneen discussie binnen het hoger onderwijs, waarin instellingen,docenten en studenten ieder de hand in eigen boezem durven stekenen tegelijkertijd de andere partijen van (positieve) kritiekvoorzien. Het ISO realiseert zich dat de Fontys-plannen nietgeneriek zijn voor het hele hoger onderwijs en stelt ook vast dateen aantal eisen nog te vaag blijft om tot een cultuur te komenwaar daadwerkelijk elke actor op de hogeschool weet waar ze aan toeis.
De plannen van Fontys kunnen wat dat betreft dus gemaakt ofgebroken worden door de betrokken partijen. De plannen van deFontys-bestuurders zijn dan misschien pionierswerk, demedezeggenschap zal toch haar steun moeten geven aan de uitvoeringomtrent de afspraken. In ieder geval zouden de gevolgen voor debestuurders duidelijker omschreven moetens worden, voor het gevaldat prestaties wel of niet behaald worden. De gevolgen voorstudenten worden glashelder beschreven, maar het ISO ziet graag eenstok achter de deur voor bestuurders.
Het ISO moedigt andere universiteiten en hogescholen aan om ditdebat te starten en samen met de medezeggenschap, de studenten ende medewerkers te komen tot afspraken die het studieklimaatin Nederland naar een hoger plan zullen tillen.”
Meest Gelezen
