Leren van alumnibeleid VS en UK

Nieuws | de redactie
6 oktober 2011 | Het Nederlands HO moet leren van de fondsenwerving van VS en UK. Visie en lef zijn vereist, aldus Geert Sanders, adviseur op het gebied van alumnirelaties en fondsenwerving. Het is een kwestie van tijd dat kennisinstellingen zich committeren aan een project van fondsenwerving.

Tijdens een overstap op het vliegveld van Frankfurt kwam ik eindseptember mijn collega John Kelly tegen. Hij en ik waren bijna oponze eindbestemmingen (Londen en Schiphol). Omdat wij beiden tweeuur wachttijd hadden, nodigden wij elkaar uit voor een sessiebijpraten.

30 jaar fondsenwerving in de UK

John Kelly ken ik sinds 1997, toen ik door het College vanBestuur van de Rijksuniversiteit Groningen werd uitgenodigd omdirecteur te worden van de juist opgerichte Stichting Ubbo EmmiusFonds voor relatiebeheer en fondsenwerving. Op dat moment was Johnal anderhalf jaar met de Collegevoorzitter aan de slag met devoorbereidingen van het professionaliseren van de alumni-relatiesen het ontwerpen van een aanpak voor relatiegericht fondsenwerven.

John vertelde hoe hij op de kop af 30 jaar geleden (1981) vanuitzijn Bedford College de eerste UK Conferentie over fondsen wervenhad georganiseerd. Hiervoor was hij naar de Verenigde Statengegaan, op zoek naar “‘… betere manieren om het te doen”. Ditresulteerde in vier sprekers, allen verbonden aan de Council forAdvancement and Support of Education (CASE), die hun besteinzichten probeerden over te dragen aan de zestig deelnemers.

Dit lukte hen maar gedeeltelijk. De helft van de deelnemers wasvan mening dat alles te Amerikaans was en dat het hier dus niet zouwerken. De andere helft zag er wel wat in. Korte tijd na deconferentie werden door deelnemers verschillende afdelingen voorfondsenwerving in het leven geroepen. Van twee deelnemers van deUniversiteit van Oxford is bekend dat zij een comité hebbenopgericht om de mogelijkheden en kansen met betrekking tot fondsenwerven in kaart te brengen. Dit initiatief heeft de Campagne vanOxford (1987 – 1993) tot gevolg gehad die werd geleid door delegendarische Henry Drucker.

In de afgelopen 30 jaar is er in de UK veel tot stand gebracht.De meeste universiteiten hebben afdelingen waarin alumnirelaties enfondsenwerving zijn geïntegreerd. Omdat de alumni de ruggengraatvormen voor succesvolle fondsenwerving, is de vraag relevant doorwat voor onderwerpen zij zich in het bijzonder voelen aangesproken.Dat blijken beurzenprogramma’s voor studenten te zijn.

Potentie wordt onderschat

Volgens John Kelly onderschatten veel universiteiten nog steedshet enorme potentieel dat door alumni kan worden gerealiseerd. Hetis daarom van het grootste belang dat universiteiten hun studentenal ‘opvoeden’ om als aanstaande alumni jaarlijks iets voor hununiversiteit terug te doen. Uit eikeltjes kunnen grote eikenbomenvoortkomen.

Zo blijkt uit onderzoek dat grote giften van alumni in het algemeen eenvoorgeschiedenis hebben van 12 jaarlijks overgemaakte kleine(re)donaties. Voor hen is dan klaarblijkelijk het moment aangebrokendat zij eraan toe zijn om iets substantieels te doen. Vaak is datgekoppeld aan een mijlpaal in het eigen leven: de geboorte van eenkind, een huwelijksjubileum, de verkoop van de eigen zaak of eengrote promotie op het werk.

Hoe zijn, vergelijkenderwijs, de ontwikkelingen in Nederland tekenschetsen? Je kunt zeggen dat met een tijdsverschil van 15 jaarvoor de meeste universiteiten fondsenwerving enalumnirelaties  inmiddels ‘business as usual’ is. Evenals inde UK, heeft CASE hierop in Nederland een grote invloed gehad. Dejaarlijks door haar georganiseerde Europese Conferentie trekt onderde 900 deelnemers inmiddels zo’n 70 Nederlanders. Gretig nemen dezede kennis uit de diverse workshops tot zich om vervolgens detoepassing ervan binnen hun eigen universiteiten na te gaan.

Omslag zichtbaar

Zelf heb ik mij steeds als zeer bevoorrecht beschouwd omdat ikin Groningen gedurende drie jaar de beschikking had over eenAmerikaanse ‘resident consultant’ die ons team de kunst van hetfondsen werven heeft bijgebracht. Vanaf 1998 heeft de RuG intensiefgebruik gemaakt van de diensten van CASE.

Ontmoette je tien jaar geleden nog fondsenwervers die metschroom en onzekerheid hun werk uitvoerden, nu laten zij in hetalgemeen aansprekende resultaten zien. Dit leidt tot trots op deeigen professie van alumni officers en fondsenwervers.  Zijkrijgen als afdeling van het bureau van de universiteit een eigensmoel. Simpel gezegd: stelselmatig behaalde resultaten leiden totrespect binnen – en buiten de eigen organisatie.

Er lijkt duidelijk sprake te zijn van een omslag. Dezelfdemensen die 7 jaar geleden zeer sceptisch waren ten aanzien van dekansen op fondsenwerving in het hoger onderwijs, kennen nu weiniggeduld wanneer zij zelf deze houding bij anderen ontwaren.

Koud water vrees overwinnen

Tot nu toe ging het over de situatie bij de Nederlandseuniversiteiten. Hoe is het gesteld bij de hogescholen?

Uit de strategische lange termijn plannen van hogescholen blijktdat zij rekening houden met een afname van het aantal studenten .Dit is ingegeven door krimp (minder kinderen). Om debedrijfsvoering op pijl te houden, zullen deze instellingen op zoekgaan naar nieuwe doelgroepen, waarbij alumni nadrukkelijk  inbeeld zijn in het kader van terugkerende klanten (leven langleren).

Internationale experts stellen dat hogescholen over 10 jaar nietmeer bestaan in Nederland.

Daar waar de polytechnics in het Verenigd Koninkrijk 15 jaargeleden allemaal universiteiten werden, wordt voorspeld dat deNederlandse hogescholen binnen afzienbare tijd ook universiteitenzullen zijn. Daarnaast stellen dezelfde experts dat deze ´nieuweuniversiteiten´ er niet aan zullen ontkomen om zich te begeven ophet pad van de fondsenwerving. Juist door fondsenwerving zullen zijkunnen gaan excelleren.

Naar mijn mening is de tijd rijp is dat besturen van hogescholenkennis nemen van de fondsenwervingtradities in de VS en UK en vande weg die de Nederlandse universiteiten zijn gegaan. De argumentenom dit pad niet in te slaan zijn zeer vergelijkbaar met detegenwerpingen van universiteiten in de UK 30 jaar geleden: koudwater vrees.

Visie en lef nodig

Wat nodig is, zijn visie en lef. Zo kan enkel door hetformuleren van harde doelen het alumnibeleid bij hogescholenduurzaam geïmplementeerd worden. In de huidige context waarbijalumnirelaties centraal staan en enkel zachte doelstellingen als’het creëren van ambassadeurs’ worden geformuleerd, blijft het eenkostbare hobby die direct gestopt wordt wanneer de financiële noodaan de man zal zijn.

Er zijn nog geen hogescholen die zich zeer ambitieusgecommitteerd hebben aan een project fondsenwerving/alumnirelaties.Dit is, naar mijn mening, een kwestie van tijd. Hogescholen zullenworden gedwongen om te kiezen voor een portfolio. Dit biedt henvervolgens veel kansen omdat hun aanbod dan unieker en dusherkenbaarder zal worden. In een dergelijke context is het ookmakkelijker om de noodzakelijke binding met de eigen alumni terealiseren.

Geert Sanders is als adviseur op het terrein vanfondsenwerving verbonden aan een aantal kennis – en cultureleinstellingen. Binnenkort verschijnt de vierde druk van zijn boek’Fondsen werven: de relatiegerichte aanpak’ waaraan een nieuwhoofdstuk is toegevoegd over ‘falende fondsenwerving bij gemankeerdleiderschap’.

Op 10 november aanstaande vindt het tweede Nationale AlumniCongres plaats in Utrecht. Bij deze gelegenheid zal de NationaleAlumniprijs door Staatssecretaris Halbe Zijlstra worden uitgereiktaan het meest aansprekende alumniproject.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK