Patenten verzieken medicijnenmarkt

Nieuws | de redactie
31 oktober 2011 | Patenten en intellectueel eigendom op medicijnen verzieken de markt. Het wordt tijd om na te denken over een ander systeem, zegt Nobelprijswinnaar Joseph Stiglitz. UMC St. Radboud houdt op 18 november een symposium rond deze vraag. Is een Prijzenfonds een optie?

In Amerika heeft een bedrijf gespecialiseerd in intellectueeleigendom sinds kort een Prijzenfonds in het leven geroepen. In hetfonds wordt de vergoeding gekoppeld aan het totale genezende effectvan een medicijn. Een malariavaccin is dan ‘waardevoller’ dan eennieuwe variant van een al bestaand middel. De bedenker van ditfonds en directeur van Knowledge Ecology International, James Loveis op 18 november in Nijmegen één va de gastsprekers op hetsymposium/

Scrooge en intellectueel eigendom

De Amerikaanse econoom Joseph Stiglitz schreef in 2006 eenvenijnig stukje in het British Medical Journal met als titel’Scrooge and intellectual property rights’. Stiglitz, die vijf jaareerder de Nobelprijs voor Economie won, stelt zich de vraag of erin de geneeskunde ook een variant is te vinden van EbenezerScrooge, de hoofdrolpersoon in ‘A Christmas Carol’ van CharlesDickens. Scrooge is de man die meer van geld houdt dan vanzijn medemens.

Stiglitz: “Wat te denken van een Scrooge die ziekten kan genezendie het leven van duizenden mensen verwoesten, maar dat niet doet?Dat zouden we natuurlijk afschuwelijk vinden. Maar het gebeurt intoenemende mate in naam van de economie, onder het onschuldigklinkende mom van intellectuele eigendomsrechten.”

Wat is er mis met die intellectuele eigendomsrechten (IP)?Ze zorgen er toch voor dat een farmaceut de ontwikkelkosten voorhet medicijn kan terugverdienen?

“Dat is slechts een kant van de medaille. Er zit ook eenschaduwkant aan. IP geeft bedrijven de exclusieve controle overspecifieke kennis. Dat leidt tot een monopolie en een beperktebeschikbaarheid van sommige medicijnen. Een van de gevolgen is hetvoortdurende ‘gestoei’ tussen dure, gepatenteerde medicijnen engoedkope generieke medicijnen.”

Grote verschillen in prijzen

In zijn artikel vergeleek Stiglitz de jaarprijs van eenmedicijncocktail tegen aids: met generieke middelen kostte debehandeling op dat moment 130 dollar, met gepatenteerde medicijnenliep dit op tot 10.000 dollar. 

Sindsdien zijn er andere voorbeelden bijgekomen. Een in het oogspringend conflict speelt momenteel rondom het gebruik vanLucentis, een duur geregistreerd geneesmiddel voor ‘natte’maculadegeneratie. Er is een vergelijkbaar middel beschikbaar,Avastin, dat is geregistreerd voor darmkanker, maar door veeloogartsen tegenwoordig off-label wordt gebruikt voormaculadegeneratie.

De prijs per injectie verschilt enorm; 35 euro voor Avastintegen 1.100 euro voor Lucentis. De werkzaamheid lijkt hetzelfde,over het veiligheidsprofiel van Avastin is nog geenovereenstemming. Maar economisch gezien lijkt het profijtelijkervoor de producent van Lucentis om Avastin nog even af tehouden.

Vinden dergelijke afwegingen plaats ‘in de naam van de economie’zoals Stiglitz dat stelt? Kennelijk wel, want nog maar eenpaar edagen geleden – op 21 oktober 2011 – deelde de EuropeseCommissie mee dat er een onderzoek komt naar Johnson & Johnsonen Novartis. Beide bedrijven zouden concurrenten hebben betaald omte voorkomen dat er een goedkopere variant van een sterkepijnstiller wordt geïntroduceerd op de Nederlandse markt. Ook tegende bedrijven Servier, Lundbeck en Cephalon heeft de EuropeseCommissie een onderzoek lopen.

Een Prijzenfonds?

Als de medicijnmarkt inderdaad een beetje ziek is, wat kunnen wedaar dan aan doen? Stiglitz stelt die vraag ook en verwijst naareen Prijzenfonds, een idee van James Love. Daar wordt de prijs nietbepaald door de monopolist, maar door het algemene nut van het(nieuwe) medicijn. 

Een vaccin tegen malaria betekent een verbetering van degezondheid van miljoenen mensen en moet daarom een ruime vergoedingkrijgen uit het Prijzenfonds. Een nieuw medicijn dat net ietsanders werkt dan een bestaand middelen heeft daarentegen veelminder ‘impact en krijgt dus ook minder uit de pot. 

De problematiek die Stiglitz en Love beschrijven treft alle’spelers’ in de gezondheidszorg. De patiënt, die sommige medicijnenniet kan betalen. De zorgverzekeraars en de overheid, die de kostenproberen te beheersen met hun preferentiebeleid. De Inspectie voorde Gezondheidzorg die de kwaliteit en toegankelijkheid van de zorgin de gaten houdt. De artsen die het beste medicijn voor hunpatiënten willen gebruiken. En natuurlijk ook de farmaceutischeindustrie die voortdurend op zoek is naar nieuwegeneesmiddelen.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK