Systeemeffecten bankencrisis onderschat

Nieuws | de redactie
20 oktober 2011 | De financiële wereld heeft de systeemeffecten als gevolg van het gedrag van de banken onderschat. Deze waren veel groter dan verwacht. Dat blijkt uit onderzoek van RUG-econoom Jan Willem van den End die op 27 oktober promoveert.

De zogeheten tweede ronde-effecten zijn door de financiëlewereld niet op waarde geschat, stelt Van den End die werkzaamis als senior econoom bij De Nederlandsche Bank.

In zijn proefschrift ‘Credit and liquidity risk of banks instress conditions. Analyses from a macro perspective’ onderzoektVan den End hoe de banken en overheden zich tijdens de  crisisgedroegen. “Nu wij weten hoe banken op zo’n financiële schokreageren, zijn we beter voorbereid om de gevolgen te beheersen.”Van den End is voorstander van strenge criteria voor de buffers diebanken moeten aanhouden.

Het gedrag van de banken en bankiers staat, ook in de huidigefinanciële crisis, in het brandpunt van de belangstelling. Het isonderwerp van gesprek, van het plaveisel voor Wallstreet en hetDamrak tot in de bestuurskamers van het IMF en de ECB.

Bankiers liepen achter elkaar aan

Jan Willem van den End onderzocht op microniveau hoe de bankiersin 2008 omgingen met de krediet- en liquiditeitsrisico’s van toen.Ze vertoonden kuddegedrag: “Het is duidelijk dat dat gedragdestabiliserende effecten had. Ieder voor zich handelde rationeel,maar omdat ze dat allemaal tegelijk deden droogde de liquiditeitop. “

“De hele financiële wereld heeft onderschat hoe groot hetnegatieve effect was van de manier waarop de banken op het beginvan de crisis reageerden. Dat geldt ook voor de toezichthouders.Inmiddels wordt meer gebruikt gemaakt van stresstesten. Die makenons bewust van de risico’s.” Van den End hoopt dat zijn conclusiesover de gedragingen van banken meer plaats krijgen in de financiëlemodellen.

Uiteindelijke gedrag is onvoorspelbaar

Er is veel theorie over de interactie in de financiële wereld ener zijn modellen voor allerlei deelgebieden, maar het is onmogelijkal die complexe relaties in één model onder te brengen. Daarom ishet uiteindelijke gedrag ook zo onvoorspelbaar. Maar de schat aankennis van nu helpt ons wel te begrijpen wat er gebeurt, zegt vanden End:

“Neem bijvoorbeeld de kapitaalratio, de reserves die bankenmoeten aanhouden. Je kunt vaststellen dat de banken te scherp aande wind hebben gezeild met te lage kapitaalratio’s. Mede vanuit degedachte dat de overheid en centrale bank ze zouden steunen als hetmisging. Door de crisis is die steun expliciet geworden. Nuproberen beleidsmakers de kosten, die bij steun door demaatschappij worden gedragen, voor een groter deel weer bij debanken te leggen.”

Strengere regelgeving

Zijn bevindingen overtuigen Van den End van de noodzaak vanstrengere regels voor kapitaal- en liquiditeitbuffers die bankenmoeten aanhouden, zoals vastgelegd in het Bazel III-akkoord. Datstelt eisen aan de kwaliteit van het eigen vermogen, waarin bankeneen aantal zaken niet meer mogen meetellen. Ook moeten bankenminimaal zo’n 7% van hun risicogewogen activa aan kapitaalvasthouden, veel meer dan vóór de bankencrisis.

Van den End: “De vrees dat dat slecht zou zijn voor de economieis overdreven. Het heeft een heel klein effect en daar staan grotevoordelen tegenover. De kans op een crisis en de ernst van eencrisis worden minder. In goede tijden zou de reserve zelfs nog watgroter moeten zijn, als buffer voor een economische neergang. Ditstelt banken beter in staat bedrijven en huishoudens door slechtetijden heen te loodsen, waarmee de banken hun kerntaak beter kunnenvervullen.”

Meer sturing van de overheid

Van den End keek ook naar de effecten van het overheidsingrijpenten tijde van de bankencrisis. Hij stelt vast dat overheden weinigkeus hadden bij hun pogingen om banken te redden: “Dat dat in deVerenigde Staten bij één bank niet gebeurde heeft grote gevolgengehad voor de stabiliteit van het financiële systeem. Maar ik stelook vast dat dat ingrijpen voor de korte termijn wel voor eenopleving heeft gezorgd, maar dat dat effect op de lange termijn kanomslaan in een nadeel. Zulke bijeffecten kunnen worden beperkt doorsteunmaatregelen marktconform te maken en door een goedeexitstrategie: je moet je tijdig terugtrekken.”

 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK