Fact-free politics rond HBO-kunst

Nieuws | de redactie
28 november 2011 | De Kamer overweegt een motie over kwaliteit en arbeidsmarkt van kunstopleidingen in tegenspraak met de feiten en cijfers van de commissie-Dijkgraaf. Hij waarschuwde voor “beweringen en opvattingen door beleidsmakers, adviesinstanties, organisaties en KUO-vertegenwoordigers zelf zonder dat daarvoor feitelijke onderbouwing bestaat”.

De Tweede Kamer zal binnenkort stemmen over een motie vanVVD-kamerlid Bart de Liefde die oproept tot verdergaande reductievan de instroom bij kunstvakopleidingen. Opleidingen moeten zichmeer richten op ondernemerschap en excellentie. De positie van hunafgestudeerden op de arbeidsmarkt zou zwak zijn, aldus de motie.Dit staat in schril contrast tot de actuele en internationaledata van de commissie onder leiding van Robbert Dijkgraaf die vorigjaar advies gaf aan de HBO-raad en de kunstsectorvoor het opstellen van een sectorplan.

‘Overvloed met te weinig kwaliteit’

“De VVD wil dat er geschrapt wordt in de overvloed aanopleidingen die te veel afgestudeerden afleveren en te weinigkwaliteit. Ook moeten opleidingen hun studenten duidelijker makenwat hun perspectieven zijn op de arbeidsmarkt. Ook moet er in deopleidingen meer aandacht komen voor excellentie enondernemerschap.” Aldus de toelichting op de motie. Het CDA steuntdeze motie -evenals gedoogpartner PVV- maar de partij van deminister lijkt zich vooral op de ongebreidelde en niet-selectieveinstroom in het MBO te willen richten, ook al staat dat niet in deVVD-motie vermeld.

De indiener daarvan biedt geen verdere, feitelijkeonderbouwing voor zijn stellingen en uitspraken die hij de Kamerwil laten doen. De vermeende overvloed aan opleidingen enondermaatse uitstroom is een hardnekkige mythe, waar ooit ookstaatssecretaris Nuis (D66) en meer recent minister Plasterk (PvdA)door bevangen waren. Excellentie is in juist deze opleidingen’verzekerd’ doordat een scherpe selectie aan de poort en’rantsoenering’ van de instroom al decennia wettelijk zijnvastgelegd. Die sterk selectieve lijn wordt door de partij van DeLiefde ook als wenselijk perspectief voor andereHO-opleidingen en met name die in het WO voorgehouden.

De commissie-Dijkgraaf constateerde, daarin ondersteund doorsectorale analyses van de kwaliteit van het gebodene in het KUOdoor de NVAO, dat deze kwaliteit er goed voor staat. Deberoepsgerichte aandacht, individuele artistieke ontplooiing en devaktechnische bekwaamheid zijn sterke punten die over de hele linieterug te vinden zijn.

Contra broodjes aap

De commissie heeft in zijn rapport een pakket nationaal eninternationaal cijfermateriaal bijeengebracht om ervoor te zorgendat haar beleidsadviezen gestaafd zouden worden door de realiteit.Dat feitenmateriaal heeft een aantal van die hardnekkige mythesover het kunstonderwijs helpen ontkrachten.

  • Het kunstvakonderwijs is in de afgelopen jaren niet gegroeid,terwijl het overig HBO en WO tegelijkertijd in hoog tempo groeiden,zoals voor de kenniseconomie ook wenselijk gevonden wordt. Wel isde instroom in economische en technische bacheloropleidingen meteen creatief profiel spectaculair toegenomen, evenals de instroomin op een profiel ‘artiest’ gerichte opleidingen in het mbo. Dezekennen geen wettelijk vereiste selectie aan de poort op artistiektalent.
  • Het perspectief op werk is bijna net zo gunstig als dat vanandere hbo’ers: 5,6% van de kunstenaars is anderhalf jaar na hetafstuderen werkloos. Bij andere hbo’ers is dat 5,2%.
  • 38% van de afstudeerde kunstenaars werkt in loondienst, 58%gaat als freelancer of zelfstandig ondernemer aan de slag. Van derest van de hbo’ers werkt 85% in loondienst en 7% kiest voorzelfstandig ondernemerschap. Het overig hbo en het wo kunnen op hetpunt van het innovatief ondernemerschap en de start van nieuwebedrijven en bedrijfjes veel van het kunstonderwijs leren.

Bart de Liefde vindt HBO-raad ontoereikend

De indiener van de motie, Bart de Liefde, reageert naarScienceGuide als volgt op de vraag naar de feiten waarophij zijn stellingen en concept-Kameruitspraak baseert. “De HBO Raadheeft n.a.v. het rapport van de commissie Dijkgraaf voorstellengedaan om het kunstvakonderwijs te verbeteren en aan te scherpen.Het rapport Dijkgraaf is daarbij als vertrekpunt gehanteerd, maarniet het eindpunt.”

“Ik kom tot mijn standpunt op basis van diverse gesprekken dieik gevoerd heb met mensen die werkzaam zijn in de beroepspraktijk,met vertegenwoordigers en medewerkers van onderwijsinstellingen enmet studenten. Die gesprekken, in combinatie met de visie van deVVD op kunst en cultuur, leiden tot de conclusie dat er sprake isvan een overaanbod van studenten en afgestudeerden, terwijltegelijkertijd de kwaliteit te wensen overlaat.

Natuurlijk zijn er ook diverse opleidingen die wel kwaliteitafleveren, maar over de hele breedte behoefte de kwaliteit van hetkunstvakonderwijs nodig verbetering. Daarbij gaat het mij met nameom de link met de werkelijke beroepspraktijk, de gebrekkigeaandacht voor vermarkting van kunst en cultuur, alsook om de somsweinig realistische toekomstperspectieven die studenten enaspirant-studenten voorgeschoteld krijgen over hun kansen op dearbeidsmarkt.

Concentratie van opleidingen, uitbreiding van het curriculum eneen strenger toelatingsbeleid draagt bij aan de noodzakelijkekwaliteitsverbetering van het kunstvakonderwijs. Daar is iedereenbij gebaat: de student, de onderwijsinstelling, de werkgevers enhet publiek. De VVD vindt dan ook dat de voorstellen van de HBORaad niet ver genoeg gaan. Het is een mooi begin, maar de lat kanen moet hoger. De VVD staat voor echte keuzes maken in plaats vande kaasschaaf hanteren.”

Robbert Dijkgraaf misprijst ‘vooringenomenideeën’

Dat er ten aanzien van de feiten en cijfers en de neiging tothet oordelen op basis van speculaties en ongefundeerde beweringennog wel wat te doen staat, was de commissie onder leiding vanRobbert Dijkgraaf al opgevallen. Hij riep in zijn rapport hetkunstonderwijs, de beroepspraktijk en de departementen van OCW enSZW daarom met klem op de feitenbasis onder het kunstonderwijs teversterken.

De commissie vond het opmerkelijk en zorgwekkend dat er los vande door haar bijeengebrachte datasets relatief weinigbenchmarkinformatie is, zowel landelijk als internationaal, en datde beschikbare data zelden serieus gebruikt worden voor feitelijkonderbouwde analyses. “Dit leidt er onder meer toe dat gemakkelijkbeweringen en opvattingen geuit kunnen worden door beleidsmakers,adviesinstanties, organisaties (en KUO-vertegenwoordigers zelf)zonder dat daarvoor feitelijke onderbouwing bestaat”, schreef decommissie in haar rapport.

Robbert Dijkgraaf wijst er in een reactie tegenoverScienceGuide naar aanleiding van de voorliggende motie-DeLiefde c.s. op dat het “in het belang is van goed onderwijs datvoorstellen voor ingrijpende veranderingen zijn gebaseerd op breedgedragen feiten. In het kunstonderwijs is het gemakkelijk zich telaten leiden door de meningen of vooringenomen ideeën van enkelen.Onze commissie heeft daarom met vele partijen gesproken, binnen ennadrukkelijk ook buiten het kunstonderwijs. Wij hebben verdercijfermateriaal uit vele bronnen verzameld en gecombineerd.

Met dat alles kwamen we tot de conclusie dat de arbeidsmarktvoor afgestudeerden breder en beter was dan gedacht, met een groterol voor cultureel ondernemerschap, en dat er vele goedeinitiatieven in de sector zijn die het verdienen om verdergestimuleerd te worden. Ons rapport draagt daar een aantalkritische punten voor aan. Vele daarvan zijn overgenomen in deplannen van de HBO-raad.”

En ook Zijlstra

Recent liet ook een partijgenoot van het VVD-Kamerlid merken,dat het riskant is niet goed onderbouwde suggesties te doen over deuitstroom van het kunstonderwijs. Staatssecretaris Zijlstra gispte de PvdA vanwege een betoog over dekwalificaties van kunstdocenten.

Hij schreef de Kamer: [Ik kan] “de stelling van de leden van dePvdA niet onderschrijven dat docenten in de kunsten vaak mindergekwalificeerd voor de klas staan dan hun collega’s in anderevakgebieden en dat dat een onacceptabele situatie is. Mij zijn geenrapportages van de Inspectie van het Onderwijs bekend die mij opdat punt van mening zouden doen veranderen.” Hij verwees daarbijook naar het rapport-Dijkgraaf en de activiteiten van dehogescholen naar aanleiding van dat document.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK