Geen kaasschaaf bij HAN

Nieuws | de redactie
22 november 2011 | Elke hogeschool en universiteit moet én zuiniger werken én geld optimaal inzetten voor onderwijstaken. HAN-voorzitter Ron Bormans: “Wat we niet gaan doen is het hanteren van een kaasschaaf. Het moet normaal worden dat we activiteiten doorlichten vanuit de vraag ‘wat draagt het bij aan het onderwijs’?”

In gesprek met hogeschoolblad Sensor geeft Bormans aan hoe hijuit de actuele kwaliteitsanalyses, zijn werk aan hetrapport-Veerman en de noodzaak te besparen consequenties gaatverbinden. Daarbij kijkt hij allereerst naar verschuivingen vanoverheaduitgaven naar investeringen in het onderwijsproces.

De kachel moet worden gestookt

“We zitten midden in het reguliere begrotingsproces en wat we nudoen is nog eens heel kritisch alle activiteiten beoordelen op huntoegevoegde waarde voor het onderwijs. We doen het zeker nietslecht als HAN, maar het kan en moet beter. Kort samengevat zou jekunnen zeggen dat we goede accreditaties halen, deskundigen onsvaak prijzen, maar studenten ons als een gemiddelde hogeschoolzien.

Dat is niet slecht, maar lang niet goed genoeg. We staan dus aande vooravond van een paar stevige uitdagingen: het creëren van meeruitdagende studieomgevingen, hoger niveau van toetsen enbeoordelen, excellentie, profilering, bekostiging op basis vankwaliteit. Dan zullen we allemaal moeten doen met evenveel ofminder geld. Met als graadmeter de toegevoegde waarde voor hetonderwijs, zullen we dus keuzes moeten maken die niet gemakkelijkmaar wel noodzakelijk zijn.”

Dat een hoger onderwijsinstelling zo’n 25% moet besteden aan deondersteunende diensten voor het concreet uitvoeren van het onderwijs en onderzoek acht Bormans niet vreemd. De berekeningen opdat vlak van Berenschot wijzen in die richting. “Iedereen snaptbijvoorbeeld dat we gebouwen nodig hebben en die van de HAN zijnfunctioneel en qua architectuur en duurzaamheid verantwoord enrelatief sober. Het licht moet branden en de kachel moet wordengestookt.”

Wat draagt bij aan onderwijs?

Maar bij een kritische blik komen nog andere kosten in beeld endaar wil Bormans nadrukkelijk heroverwegen. “Uiteindelijk kom jedan bij activiteiten uit die minder vanzelfsprekend zijn alsnoodzaak of toegevoegde waarde voor het onderwijs. Dat is eigenlijkde essentie van het verhaal.” Het gaat voor hem om “de driehoekstudent / docent / onderwijsprogramma.

Hier wordt de basis voor kwaliteit gelegd, alles wat daar omheenzit, moet dat faciliteren en optimaliseren. Van sommigeactiviteiten moeten we gewoon vaststellen dat dat niet gemakkelijkaan te tonen is. We hebben net besloten om te stoppen met de HAN -KAN Marathon, met pijn in het hart. Maar als je goed gaat kijken ishet directe effect op onderwijs klein gebleken en het kost ons welhet equivalent van ongeveer twee á drie docenten.”

De verschuiving van overhead naar onderwijs was in de hogeschoolwel al gaande, maar niet elke verschuiving is ook de facto eenvermindering, zo blijkt nu. “Wat we niet gaan doen is het hanterenvan een kaasschaaf of werken met vaste ratio’s.  Het moetnormaal worden dat we periodiek onze activiteiten doorlichtenvanuit de vraag ‘wat draagt het bij aan het onderwijs’?

Sinds jaar en dag hebben we de afspraak dat het percentage datwe aan het Service Bedrijf uitgeven jaarlijks met een half procentmoet teruglopen. Bij een stijgend budget van de afgelopen jarenheeft dat steeds geleid tot relatieve krimp, maar wel tot een groeivan het budget in absolute zin. Die trend keren we nu.”

Opleidingsassortiment heroverwegen

Voor de lange termijn zal het om meer gaan dan een gestagereallocatie binnen de bestaande patronen van uitgaven en vanorganisatievormen binnen de HAN. Met de Strategische Agenda van OCWals uitvloeisel van het rapport-Veerman – Bormans was zelf lid vandeze commissie – moet de hogeschool zich ook de vraag stellen naarhet beste assortiment van opleidingen die zij aanbiedt. Wat pastwel en wat past minder, zowel qua profiel, als qua prestaties ophet punt van de kwaliteit?

“De waarschijnlijke uitkomst van ons denkproces is dat we eenbrede, regionale, goed toegankelijke hogeschool moeten willen zijn.Maar de vraag is dan wel of we het bacheloraanbod moeten handhavenin de huidige vorm. In die gemiddelde hogeschool die de HANblijkens de recente Keuzegids is, zie je hele mooie uitschietersaan de bovenkant die soms nationaal op eenzame hoogte staan, maarook opleidingen die het beduidend slechter dan het gemiddeldedoen.

Moeten we dat accepteren? Mijn positie is helder: nee. Maar danmoeten we ons wel de ruimte verschaffen én er gericht voor kiezenom die problematiek op te lossen. Stuiten we op de grens van watnog verder te verbeteren is, dan moeten we ons de vraag stellen ofdie opleidingen nog wel in ons assortiment horen.

Durf ook op te houden

Diezelfde vraag geldt ook voor het deeltijdaanbod. Bij onsmasteraanbod moeten we in tegenstelling tot een breedtestrategieper definitie een dieptestrategie willen voeren: alleen daar waarwe een clustering van lectoraten en goed onderzoek kunnenbieden.”

Profilering en  differentiatie heeft dus alles te maken metde financiële keuzes die een universiteit of hogeschool maakt voorde lange termijn en de zwaartepunten waar zij in wil en kaninvesteren. “Wat wij ons veel beter moeten realiseren, is dat jeniet overal goed in kunt zijn. Laat me de les van de commissieVeerman, waarvan ik lid mocht zijn, nog eens op tafel leggen: maakkeuzes en durf ook op te houden met activiteiten waarvan hetmaatschappelijke belang niet evident en/of de kwaliteit nietonbetwist is.”

 

REACTIE LIETEKE VAN VUCHT TIJSSEN

Lieteke Van Vucht Tijssen herkent zich sterk in de afwegingendie Ron Bormans maakt. Ook haar Inholland staat voor deprofielkeuzes waar heel  het HO zich voor geplaatst ziet. “Wezijn nu onder meer bezig met het veranderen in hoe we ons opstellenten aanzien van onze collega’s in het HBO. We moeten ophouden metelkaar onderling naar het leven te staan.”

Een nogal algemeen profiel

Het imago van ‘concurrent’ van de collega-hogescholen in deRandstad wordt weggenomen, met de Hogeschool Rotterdam is zelfs alstrategische samenwerking rond thema’s afgesproken. “Met VU en TUDelft wordt ook nog nauwer samengewerkt dan we al deden. En dat isvoor ons profiel in de verschillende delen van de Randstad ook ergnodig.” Inholland had volgens Van Vucht Tijssen eigenlijk een nogalalgemeen profiel.

“Daardoor sloten we eigenlijk nergens echt goed aan op wat in deregio of stad het meest nodig zou zijn.” Nu is Inholland daaromactief in gesprek met economische partners , gemeentebesturen enstedelijke Developments Boards als die in Amsterdam en Rotterdam.”We willen meer verbinding zoeken op het gebied van economischeontwikkeling.”

De Inholland-bestuurder ziet ook dat sommige opleidingen deinvesteringen die er gedaan worden naar kwaliteit en capaciteitsoms moeilijk kunnen waarmaken, ook op de langere termijn. De keuzevan Bormans om in zijn beleid ten aanzien van het HBO-assortimentte stoppen met aanbieden van bepaalde opleidingen vindt zemoedig.

Dapper besluit bestraft

“Als een opleiding echt niet gaat, dan vind ik het ook eigenlijkniet verantwoord om daar mee door te gaan. Dat gaat ten koste vande studenten van opleidingen waar wel perspectief in zit.”Inholland heeft recent zelf de opleiding scheepsbouw overgedragenaan Rotterdam. “Het beroepenveld zag dat ook zitten, dus diebeslissing leek ons dan ook een goede.”

Als de HAN, Inholland of andere hogescholen en universiteitenzo’n stap durven zetten, dan blijken er alleen de nodige obstakelste zijn. Niet in de praktijk, maar bij OCW. “Ik moet toch even naarde bewindslieden duidelijk signaleren hoe ingewikkeld deregelgeving dan is. Het  overdragen van een opleiding of hetsluiten ervan bij een taakverdeling is duur, wordt zeer ingewikkeldgemaakt. Zoiets gaat op een zodanige manier dat het in ieder gevalniet aangemoedigd wordt. Een dapper besluit wordt daardoorfeitelijk bestraft.”

Het herwaarderen van de eigen opleidingen is in de discussiesrond zowel ‘Veerman’ als de onderwijsbezuinigingen niet de enigemanier om geld te besparen, trouwens. “Wij zijn momenteel bezig meteen grote reorganisatie waarbij we inzetten op minder managementen  meer ruimte voor het onderwijs. Tegelijk doen we  het allemaal ook wat soberder . We zijn hier als organisatiebezig met publiek geld én het geld van gezinnen die investeren in ‘hun student’ , dan is het ook de bedoeling dat je goed oplet waarje dat aan uitgeeft.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK