Over de W van VWO

Nieuws | de redactie
21 november 2011 | Was het een eerste afscheidsboodschap van Robbert Dijkgraaf aan Nederland? In ‘zijn’ Trippenhuis organiseerde de KNAW ‘De W van VWO’, een seminar over hoe VO goed wetenschappelijk onderwijs kan aanmoedigen. ScienceGuide was er bij, dankzij UU-student én spreker Merlin Majoor.

‘Zowel de universiteiten – die steevast klagen over de kwaliteitvan de nieuwe studenten – als de middelbare scholen zijn ervandoordrongen geraakt dat wetenschappelijke vorming in hetvwo-onderwijs niet (langer) vanzelfsprekend is.  Wat tijdensdeze conferentie ten eerste is opgevallen, is de behoefte aan eenheldere en vooral eenduidige visie. Scholen weten vaak niet eenswat het bestaande aanbod is,’ nam Majoor waar.

Ontbrekend idee

‘Op initiatief van enkele middelbare scholen en universiteitenbestaat er inmiddels een grote diversiteit aan projecten die in devernieuwde behoefte van wetenschapsoriëntatie voorziet. Dezeprojecten zijn echter vaak uitsluitend gericht op een specifiekvakgebied. Bèta’s domineren deze nieuwe markt met – overigensprachtige – programma’s als ‘Reizend DNA-lab’, ‘De GroteGriepmeting’ en ‘de Jonge Akademie on Wheels’.

Daarnaast zijn er allerlei acties die een sterk regionaalkarakter hebben, zoals samenwerkingen tussen een universiteit en deplaatselijke middelbare scholen. Slechts een enkel project alsWetenschapsoriëntatie Nederland (‘WON’) of de KNAW scriptieprijzenmet ieder jaar een prijs per discipline lijkt er expliciet opgericht te zijn die W van VWO te overdenken. Wat dan ook ontbreektis één centraal idee van waaruit vervolgens het onderwijs (opnieuw)vorm kan krijgen.’

Zaal bomvol schooldirecteuren

Majoor wil echter allerminst gaan somberen hierover, na hetseminar. ‘Toch zijn deze tekens eerder bemoedigend danverontrustend. Je ziet dat er een grote bereidheid en zelfsenthousiasme voor het onderwerp bestaat. Niet alleen van de kantvan de scholen – een zaal bomvol schooldirecteuren! – maar ookvanuit de wetenschap neemt de aandacht toe.

De aanwezigheid van sprekers als oud-UU-rector Willem-HendrikGispen en Eveline Crone is hiervan een teken. Dat de conferentiegeorganiseerd werd door de KNAW lijkt eveneens te duiden op deerkenning door de wetenschap op het hoogste niveau van hettoenemend belang dat zij ook zelf betrokken wordt bijwetenschappelijke vorming in het voortgezet onderwijs.’

Zelf mocht de UU-student op het seminar iets laten zien van zijneigen ervaringen als scholier en student. De jonge jurist liet ietszien van zijn Werdegang en hoe “ik mij nu, ruim 6 jaar later, nietlanger rijk droom als de ‘nieuwe Moszkowicz’, maar mijzelf zie alseen toekomstig wetenschapper.”


Hieronder leest u het betoog van Merlin Majoor

‘Toen ik in 2005 aan mijn studie rechten begon, was het helemaalnog niet zo duidelijk dat ik wetenschapper wilde worden. Sterkernog: de voornaamste drijfveren om aan een rechtenstudie te beginnenontleende ik aan een beeld dat ik kende uit de media. Het was hetbeeld, en u kent het vast, van de geslaagde advocaat die, gestokenin een glanzend Italiaans maatpak, in zijn luxe sportauto op weg isnaar de rechtszaal waar hij, na een prachtig verwoord betoog, zijnzoveelste zaak op rij gaat winnen.

Ik was mij er destijds niet echt van bewust dat wat ik ging doenook ‘wetenschap’ was. Bij wetenschap dacht ik toen voornamelijk nogaan laboratoria, witte jassen en schoolborden volgeschreven metwiskundige formules door verstrooide professoren.

Inmiddels weet ik natuurlijk beter en weet ik wat u allang wist.De wetenschap is niet beperkt tot natuurkundige experimenten,scheikundige proefjes en zelfs psychologische tests. Het onderzoekvan een historicus, Neerlandicus of een filosoof is net zo goedwetenschap!

Leermeesters, twijfel en verhalen

Het is dan ook dat ik mij nu, ruim 6 jaar later, niet langerrijk droom als de ‘nieuwe Moszkowicz’, maar mijzelf zie als eentoekomstig wetenschapper. Hoe het zover heeft kunnen komen enwaarom ik denk dat het de moeite van het aanhoren waard is, laatzich samenvatten in drie termen: leermeesters, twijfel enverhalen.

Zoals al even gezegd begon ik aan mijn rechtenstudie met eenbepaald beeld van wat het is om jurist te zijn. Ik keek als hetware al over de studie – en het werk – heen naar wat ik wildebereiken. Een overigens niet ongebruikelijk verschijnsel onderstudenten. De vakken die ik bij rechten volgde boeide me maarmatig. Vermoedelijk dank ik het aan mijn docenten dat ik nietvroegtijdig af ben gehaakt – en zelfs gepassioneerd ben geraaktvoor de wetenschap.

Ik heb in de loop van de jaren van veel verschillende soorten entypen docenten onderwijs gehad, goede en ook slechte. En ik durfwel te zeggen dat niets zoveel invloed op mij heeft gehad als dieene goede docent.

Allereerst zijn er natuurlijk die docenten waar je op afstandvol ontzag naar kunt kijken, van wie je kan denken: ik hoop dat iklater zo wijs, welsprekend of wat dan ook word! In de wetenschapvallen dan bijvoorbeeld de namen te noemen van de mensen die hiervandaag spreken Robbert Dijkgraaf, Willem Hendrik Gispen, EvelineCrone, maar ook mensen als Paul Ziche, Keimpe Algra en Wiljan vanden Akker zijn voor mij zulke mensen.

Sokrates en de gifbeker

Het is bekend dat de eerste wetenschappelijke scholen in deoudheid, de medische, maar vooral de filosofische scholen waren.Dat de stichters of leermeesters een grote indruk hebben gemaakt,blijkt wel uit het feit dat zij, haast als van nature, volgelingenom zich heen wisten te verzamelen. Zo is het van de Grieksefilosoof en wiskundige Pythagoras bekend dat hij een hechteleefgemeenschap stichtte op een klein eiland voor de Italiaansekust.

Een ander voorbeeld in de Griekse oudheid is de raadselachtigefiguur Sokrates. De man van wie bekend was dat hij niets omwereldlijk bezit, macht of reputatie gaf, wist de aandacht tetrekken van velen en een zelfs enkeling als Plato of Aristofanesinspireerde tot grote prestaties. (Helaas is het ook precies deaandacht die Sokrates trok die leidde tot een uiteindelijkeveroordeling door een tribunaal van Atheense burgers tot hetdrinken van de gifbeker.)

Zulke grootse leraren zijn schaars geworden, toch is hetleermeesterschap in deze traditionele betekenis, nog van hetallergrootste belang in de wetenschap. Een docent als rolmodel dus,iemand naar wie je op kan kijken, je inspireert, en je door hetvakgebied loodst.

Er is ook een ander soort leermeester. En dat is de docent dieniet zozeer de aandacht op zichzelf weet te richten door zijnkennis of kunde, maar zich openstelt voor de student. Deze docentstelt zich kwetsbaar op en moedigt de student aan dat ook te doen.Met als doel te laten zien dat al onze waarheden vaak niet meerzijn dan meningen die ons slechts een schijnzekerheid geven. Inmijn studie heb ik het geluk gehad veel van deze docenten te hebbenontmoet. Maar bij een van deze docenten is de ontmoeting wel heelbijzonder gebleken.

Al vanaf de eerste dag van de rechtenstudie daagde hij mij uitdoor de ruimte te geven om te experimenteren. Hij wist het idee tegeven dat ik op basis van gelijkwaardigheid met hem in gesprek kongaan en mijn eigen keuzes mocht, en zelfs moest maken. En ja,natuurlijk, er ging wel eens iets mis, maar dat is een onmisbareervaring. De vrijheid die je als wetenschapper hebt en koestert,veronderstelt namelijk altijd het dragen van verantwoordelijkheidvoor de keuzes die je maakt. Hierop wees hij mij – en doet dat nogaltijd – door voortdurend mijn beeld of begrip van het recht tebevragen – zo verdween de nieuwe Moszkowicz al snel van het toneel.En, wellicht ongewild en onbedoeld, heeft hij me er toe heeftbewogen filosofie te gaan studeren.

Goede docenten hebben we allemaal nodig, zelfs de grootstegeesten.

“To the sleeper, the teacher is the wake-up call of birdsat
sunrise. To clay, the teacher is the potter, sculptor, andtrainer
… in self-shaping. To the wanderer, the teacher is a knowingguide.
To the developed mind, the teacher is colleague, listener,friend.”

[Gerald Grow, 1977]

Filosofie na drie jaar juristerij

Na drie jaar rechten te hebben gestudeerd durfde ik de sprong tewagen en begon dan ook met het volgen van vakken bij filosofie.Zodoende raakte ik bekend met de geschiedenis van de filosofie: vanThales van Milete tot en met Ludwig Wittgenstein uit Wenen. Ikbestudeerde de moderne logica en leerde over de filosofischeproblemen van taal en betekenis, lichaam & geest en politiek& moraal.

De ervaringen die ik in een jaar filosofie had opgedaan warenonvoorstelbaar waardevol, maar tegelijkertijd ten diepsteverontrustend. De bedenkelijke ervaring die iedereen deelt die zichop een zeker moment waarachtig met filosofie bezighoudt is, perslot van rekening, die van een plagende, haast satanische twijfel.Stelt u zich voor. Na weken opgesloten te hebben gezeten in eenstudentenkamertje, mijn tanden stuk bijtend op lastige filosofischeteksten, is daar ineens het gevoel dat je het allemaal snapt, datde stukjes op hun plaats vallen. Je begint driftig te schrijven”het probleem van de filosofie is …!” en plotseling is daar deallerlaatste tekst in het boek.

In dat laatste artikel zal de volgende filosoof dat beeld dat jenet nog had, die oplossing die je zojuist nog zo scherp voor ogenzag in een handomdraai en met chirurgische precisie te verwijderenen naar de prullenbak verwijzen. Als eerstejaars student zakt demoed je op zo’n moment in de schoenen. Zo is het telkens opnieuwbeginnen, want keer op keer blijk je niet op vaste grond te staanmaar sta je middenin het drijfzand.

Op een gegeven moment begin je zelfs te wanhopen en stel jejezelf de vraag: waar ben ik (in hemelsnaam!) aan begonnen? Wanttoen de keuze voor filosofie gemaakt was, leek het allemaal zo goedte zijn. Het bleek echter al snel dat ook de vraag ‘wat isfilosofie’ – geen onbelangrijke vraag voor iemand die zich 40 uurper week toe dient te leggen op een studie daarvan – helemaal nietzo eenvoudig te beantwoorden is. Ik besloot dan ook om er eens watteksten op na te slaan waarin die vraag besproken werd. Dit maaktede zaken alleen maar ingewikkelder!

Angsten delen

De verscheidenheid aan opvattingen was haast nog groter dan hetaantal filosofen dat erover had geschreven. Om u te delen in mijn’angsten’ van dat moment, enkele definities van ‘filosofie’:

1. Eenheid van wetenschap: “Philosophy, like all other studies,aims primarily at knowledge. The knowledge it aims at is the kindof knowledge which gives unity and system to the body of thesciences, […]” (Betrand Russell, Problems of Philosophy, p. 90)

2. Filosofie als therapie “Iedere verklaring moet overboord, enalleen beschrijvingen mogen er voor in de plaats komen. […]Filosofische problemen zijn, natuurlijk, geen empirische problemen;[…] Filosofie is een strijd tegen de beheksing van ons verstanddoor de middelen van onze taal.” (Ludwig Wittgenstein,Philosophische Untersuchungen 109)

3. Filosofie als moeder van de wetenschappen: “In the history ofhuman inquiry, philosophy has the place of the initial central sun,seminal and tumultuous: from time to time it throws off someportion of itself to take station as a science, a planet, cool andwell regulated, progressing steadily towards a distant finalstate.” (J.L. Austin)

4. Filosofie als aparte wetenschap: “[…]the philosopher laboursto produce a systematic account of the general conceptual structureof which our daily practice shows us to have a tacit andunconscious mastery.” (Peter Strawson)

En de lijst gaat door. Een definitief antwoord is niet inzichten lijkt ook niet waarschijnlijk. U kunt zich misschien voorstellendat dat voor menig beginnend filosofiestudent reden is om te gaanwanhopen en voor sommigen zelfs te vervallen in een diepeexistentiële crisis.

Martelgang?

Is filosofie dan slechts een martelgang, is het allemaal kommeren kwel? Zeker niet. Want door ruimte te maken voor twijfel, vooronzekerheid, leer je daarmee in de eerste plaats je meestfundamentele en persoonlijke opvattingen ontdekt. Het is eenbevrijdende ervaring mee te maken dat de wereld zo anders kan zijndan je ooit had durven denken.

Daarbij dwingt het tot het maken van keuzes – in de zekerheiddat je die ooit weer bij zult moeten stellen. En het is precies dieonzekerheid, onenigheid en twijfel – die we niet alleen vindenbinnen de filosofie maar binnen alle wetenschapsgebieden! – dieinzichtelijk maakt dat jij het bent die in laatste instantie eenkeuze moet maken door je af te vragen ‘wat vind ik en wat isovertuigend’.

De wereld proberen te vatten

Hoe dan ook. De twijfel, die zo belangrijk en eigen aan dewetenschap is, is misschien wel het best te begrijpen als een tekendat er iets wezenlijks aan de hand is. In het geval van defilosofie: of de filosoof nu meent dat filosofie ‘koningin van allewetenschappen’ is of dat de filosofie zich meer bescheiden op dientte stellen en zich beperken tot ‘ [rectifying] the logicalgeography of the knowledge which we already possess’. De filosofiestelt vragen die zeer wezenlijk zijn voor het begrip van de wereldom ons heen. Vragen als “wat is kennis”, “wat is de verhoudingtussen lichaam en geest” en “wat is betekenis”, behoren tot hetstandaardrepertoire van iedere filosoof.

Wat mij verder is op gaan vallen, is dat wetenschappers – en dusook filosofen – door een methode, een antwoord, een gissing,proberen een eigen verhaal over de werkelijkheid te vertellen, ofanders gezegd: de wereld proberen te vatten in een intellectueelbeeld. Dat een verhaal uitsluitend zou kunnen worden verteld inschitterend proza of krachtige versregels is volgens mij dan ookeen grote misvatting. In het wetenschappelijk artikel is het er dewetenschapper om te doen de wereld inzichtelijk te maken. Door dewereld tot hoofdpersoon te maken en door deze voortdurend tebevragen en beschrijven hoopt de wetenschapper in zijn werk telaten zien dat we de wereld kunnen begrijpen. Al is het maar vooreen klein stukje en voor heel even. Echt maar een tipje van desluier te lichten.

De filosofie loopt over van de prachtige verhalen. Toch zijn erwaarschijnlijk maar weinigen zo begaafd geweest in het vertellenvan filosofische verhalen als Plato. Wie voor het eerst een dialoogvan Plato leest zal zich vermoedelijk verbazen over de fraaieliteraire stijl en levendigheid van discussie. Toch gaat er achterde onwaarschijnlijk eenvoudige taal een veelheid van complexefilosofische vragen schuil.

Dat Plato ook vandaag de dag nog tot een van de meestinvloedrijke filosofen wordt gerekend, is naar mijn idee dan ookniet uitsluitend te danken aan de kracht van zijn argumenten. Zijndialogen zijn ook van een uitzonderlijke literaire kwaliteitwaardoor de lezer zich aangespoord voelt tot overdenking en hetvormen van eigen ideeën.

Pleasure of finding things out

Ik heb u geprobeerd te vertellen wat mij heeft geïnspireerd.Waardoor ik bevlogen ben geraakt voor de filosofie. Maar u mag nogvan mij verwachten dat ik een antwoord geef op de vraag wat mijnpersoonlijke ervaring te maken heeft met wetenschapsoriëntatie.

Naar mijn idee is de belangrijkste eigenschap die eenwetenschapper moet bezitten nieuwsgierigheid, of het nu eenfilosoof, een natuurkundige of een psycholoog is, dat doet er niettoe. Richard Feynman, natuurkundige en winnaar van de Nobelprijs,verwoordde het prachtig: wetenschap is ‘The pleasure of findingthings out’.

En inderdaad het plezier om te ontdekken hoe iets zit – of hetnu gaat om het ontdekken van onverwachte eigenschappen van deneutrino of het ontrafelen van een filosofische discussie rond devrije wil en de verhouding tussen lichaam en geest –  iswaarschijnlijk de allergrootste beloning voor de wetenschapper.Want, integenstelling tot de meer praktische en roemrijke beroepen,krijg je er in de winkel geen kortingen mee. Win je er geensportwedstrijden door. Wordt je er niet door herkend op straat. Enzelfs de kans dat je er in de kroeg de ware liefde mee vindt isverwaarloosbaar.

Nu is nieuwsgierigheid niet een eigenschap die uitsluitendtoekomt aan wetenschappers. Integendeel, vrijwel alle kinderendelen met de wetenschapper deze nieuwsgierigheid. We zien en horenhoe kinderen zich op jonge leeftijd kunnen verwonderen over dewereld om hen heen. Niet in de laatste plaats door ouders af en toetot wanhoop te drijven wanneer er weer eens geen eind lijkt tekomen aan de reeks ‘waarom’ vragen. Maar helaas gaat veel van ditwetenschapstalent door de jaren heen onnodig verloren.

Ziel bijna verkocht

Door dit inkijkje in mijn persoonlijke zoektocht, hoop ikduidelijk te hebben gemaakt dat er een weg terug is en het vonkjevan nieuwsgierigheid nooit helemaal dooft. Want niet alleen had ikmijn ziel bijna verkocht aan de hoogste bieder: de advocatuur. Hetheeft zelfs maar een haar gescheeld of ik was nooit op deuniversiteit aangekomen. Het was namelijk tijdens mijn tijd alsverveelde puber dat ik mijn interesse voor school en studieverloor. Voor mijn gevoel ben ik nu, weliswaar via een lange omweg,eindelijk op mijn plaats.

En mijn bijdrage aan de bijeenkomst van vandaag zie ik dan ookvooral als een aanmoediging. Ik hoop dat u en uw docenten op uwscholen de vele prachtige verhalen zullen vertellen die dewetenschap te bieden heeft, twijfel en onrust zaaien waar mogelijk,en, bovenal, tijd en aandacht besteden aan al die jonge mensen dieop zoek zijn naar die ene vraag of dat ene antwoord.’

Merlin Majoor

REACTIE OP LIETEKE VAN VUCHT TIJSSEN

Lieteke van Vucht Tijssen juicht elk initiatief toe dat ‘de W’zichtbaarder en boeiender weet te maken voor scholieren. ” Niet pasin het VWO trouwens, ik zou meteen willen beginnen in hetbasisonderwijs. Dat kan heel goed, je ziet dat we daar ook hettalent al kunnen aanwakkeren, zeker in de beta-richtingen.”

Dat de KNAW onder Robbert Dijkgraaf het seminar initieerde, waarMerlin Majoor mocht spreken, dat verbaast haar niet. Dijkgraafsinzet voor talent en wetenschap roemt zij, als vele anderen, Deaankondiging van zijn nieuwe baan zorgde dan ook voor eenverscheurde reactie. “Dat is een groot gemis voor Nederland. Maarwat geweldig voor hem!”

“Ik weet zeker dat hij met zijn bijzondere opdracht daar inPrinceton ons land nog eens daar op de kaart zal zetten. Diecombinatie in hem van wetenschapper op hoog niveau met een grootbestuurlijk talent zal daar ook weer naar voren komen. Met zo’nbenoeming is bovendien duidelijk, dat ons land nog bepaald kan’meetellen.’ Nederland heeft met Dijkgraaf en anderen nog heel watuitblinkers in huis, die wereldwijd terecht zo veel waarderingkrijgen. En voor hem zelf zeg ik graag nog eens bij: ‘ wat eenbekroning voor zijn carrière!'”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK