Reparatietraject voor Stapel-slachtoffers

Nieuws | de redactie
22 november 2011 | Accreditatie-adviseur Tineke Sessink hekelt de afwikkeling van de affaire-Stapel in het licht van de kwaliteitsperikelen in het HBO. “Als Tilburg en Groningen hogescholen waren geweest en de promovendi HBO’ers had hun lot er heel anders uit gezien dan bij de maatregelen van Levelt.”

‘Het rapport van de Commissie Levelt [1] over de wetenschappelijke fraude van Diederik Stapel noemtonder de kop  “Gevolgen van de fraude” zes belangen die doorhet handelen van Stapel zijn geschaad. [2] Het rapport en de commentaren in de media gaan vooral in opde loopbaanschade die promovendi nu riskeren. Opvallend afwezig isiedere verwijzing naar de uiteindelijke output van het academischewerk: de kennis zelf en alles wat de samenleving, alseindgebruiker, met die kennis doet.

Kennis maken versus toepassen

De rolverdeling tussen WO en HBO komt samengevat er vaak op neer dat men op het WO leert hoe  kennis te maken en op hetHBO leert hoe die kennis deskundig toe te passen. HBO-opleidingenbesteden dan ook veel tijd aan het leren raadplegen en toepassenvan de uitkomsten van wetenschappelijk onderzoek.HBO-afgestudeerden zien dit als een van de pijlers van hun eigenprofessionaliteit, waarmee ze zich onderscheiden van het MBO.

HBO-opleidingen moeten elke schijn vermijden dat ze studententeveel zouden leren om te vertrouwen op het gezag en deervaringskennis van senior professionals uit de praktijk. Evidencebased geldt haast als toverformule en daar binnen heeft wetenschaphet hoogste en het laatste woord. Een opleiding die op dit punt ookmaar de geringste twijfel oproept bij de NVAO (hetNederlands-Vlaams accreditatieorgaan) moet haar activiteiten zelfsstaken. Onherroepelijk.

Aankomende professionals op het HBO leren dan ook de gewoonteaan om na te gaan welke wetenschappers zich met een onderwerpbezighouden en om  onderzoeksresultaten zelfstandig te volgen. Bij een casus raadplegen ze databases als Narcis [3] en Cochrane [4], waar actuele onderzoeksrapporten te vinden zijn.

Ze leren die wetenschappelijke bronnen, bij voorkeur de meestactuele, zelfstandig te raadplegen. Ze nemen op deze manier dekortste weg  naar de bron en wachten niet tot kennis  viahet trage filter van de praktijk hen druppelsgewijs bereikt. Zerichten zich steeds minder op de inzichten van praktijkmensen voorde klas of senior collega’s op het werk, maar leren om zelfrechtstreeks op de bronnen te vertrouwen. En dan niet Wikipedia ofpopulair wetenschappelijke vakbladen, maar origineleonderzoeksrapporten van de universiteiten en artikelen inwetenschappelijke tijdschriften. Ook inleidende leerboeken zijnsteeds meer actueel wetenschappelijk georiënteerd.

Balkon zonder hek

Aan de academische wereld legt deze terreinwinst op deautoriteit van praktijkervaring twee verplichtingen op: uiterstzorgvuldig zijn in het toetsen van de kwaliteit van onderzoek en -in het verlengde daarvan – terughoudend zijn bij de marketing vande uitkomsten  ervan.

Als de wetenschap die hbo’ers leren toepassen niet betrouwbaaris, zijn de verbeteracties waar Inholland nu toe is aangezet immersvan geen enkel nut voor de praktijk. Integendeel : zoals een balkonmet een breekbaar hek gevaarlijker is dan een balkon zonder hek, zois slecht wetenschappelijk onderzoek gevaarlijker dan zelf bedachte(en betwijfelde) theorie of Wikipedia.

Iemand als Stapel is mede daarom succesvol  geweest, omdathij zijn onderzoek zo sexy presenteerde. Hapklaar om toe te passenen overtuigend onderbouwd. De commissie Levelt benoemt decorrumperende werking van het succes van “mooie”onderzoeksuitkomsten in de markt: uitkomsten zijn nou net datgenewaar niemand invloed op mag hebben.  En terwijl mooieuitkomsten verdacht horen te zijn, haalt de professional opgeluchtadem als hij dit soort kant en klare kennis vindt.  Evidencebased werken is immers eenvoudig gezegd, maar geef er in depraktijk zelf maar eens handen en voeten aan.

Praktijkbelang niet door Levelt benoemd

Precies dat praktijkbelang missen we in de zes belangen genoemddoor Levelt. Praktijkgerichte professionals passen de uitkomstenvan onderzoek toe. Ze moeten kunnen vertrouwen op de academischewetenschap voor de betrouwbaarheid van dat onderzoek. Veel integereprofessionals hebben in het kader van veiligheid geadviseerd vooralniet te bezuinigen op de gemeentereiniging, omdat Stapel c.s. degedachte dat chaos asociaal maakt evidence based hadden verklaard[5]. Misschien is de werkelijke veiligheid daardoor geschaad,omdat nu niet vaststaat in hoeverre die factor echt van invloedis.

De schade is nog groter, doordat Stapel zich heeft gericht ophypotheses die los van zijn evidence ook  om andere redenenwel aannemelijk zijn. Dat we nu moeten aannemen dat zijn bewijsvóór die theorieën vervalst was, betekent niet meer dan dat nietlanger is aangetoond dat die theorieën kloppen.

Dat kan heel gemakkelijk en ten onrechte bij veel mensen tot deconclusie leiden dat die theorieën dus niet kloppen. Terwijl ze nogeven aannemelijk zijn als voor het gewraakte onderzoek.Misschien is het wel degelijk waar dat chaos asociaal maakt endat bezuinigen op openbare reiniging behalve het vies is, ookschadelijk is voor de sociale veiligheid.

Onderzoek alsnog doen

Het belang van de kennis voor de professionele praktijk is eenvan de redenen waarom Levelt had moeten aanbevelen dat depromovendi en co-auteurs van Stapel voor het behoud van hun eigenreputatie alsnog zelf het onderzoek moeten doen dat Stapelzogenaamd had gedaan. Om op die echte data alsnog zelf de vereisteanalyse toe te passen en de desbetreffende publicaties opnieuw inte dienen. Zodat de eindgebruiker dan weet waar hij aan toe is,weet of de fundering van zijn beleid nog geldt, en  daardoorhet geloof in de waarde van wetenschap voor de praktijkbehoudt.

De tweede reden waarom Levelt had moeten aanbevelen dat al hetvervalste onderzoek alsnog echt wordt uitgevoerd heeft te maken methet belang van de promovendi zelf dat zij alsnog hun kunde mogenlaten zien. Ook op het vlak van het verzamelen en verwerken vanruwe onderzoeksgegevens.

Een vergelijking met het drama voor de Inholland studenten en deInholland opleidingen is hier op zijn plaats. Als Tilburg enGroningen hogescholen waren geweest, en de promovendiafstudeerders, dan had hun lot er heel anders uit gezien dan debeperkte maatregelen die nu door Levelt worden voorgesteld.

NVAO-criteria

De commissie die voor de NVAO HBO-scripties van Inhollandbeoordeelde, gebruikte onder meer de volgende criteria [6]:

–             behoorlijk uitgevoerd veldonderzoek, en dito        dataverzamelingsmethoden en -verwerking,

–             analyse van de onderzoeksresultaten in relatie tot elkaar,

–             bronnenkritiek,

–             eigen oordeelsvorming,

–             reflectie op de eigen plaats in het onderzoek,

–             onafhankelijke ingesteldheid,

–             goede inschatting van de toegevoegde waarde van hetonderzoeksresultaat t.b.v. het werkveld,

–             inzicht in eigen werkwijze en proces.

We hebben het dan over eisen aan het resultaat van maximaal eenhalf jaar werk van mensen die na een Havo of Mbo-4 diploma vierjaar hoger onderwijs genoten hebben. Als hun scripties hiertegenzondigen en een opleiding op het criterium ‘resultaten’ eenonvoldoende scoort, kan zo een opleiding geen verbeterperiodekrijgen om dit te repareren.

De NVAO vindt dit bij een HBO-bachelor zo erg, dat de opleidingzijn accreditatie kwijt raakt. Docenten verliezen onherroepelijkhun broodwinning en reputaties. We spreken van ‘HBO-onwaardigediploma’s’ en veel jongeren zijn daardoor aan het begin van hunloopbaan ernstig geschaad. Om de maatschappelijke status van Hbobachelor te behouden, moeten studenten van Inholland eenreparatietraject doorlopen.

Promovendi voldoen niet aan NVAO-criteria

Kijken we nu naar de promovendi. Zij hebben na hun academischemaster vier jaar tijd mogen besteden aan het ontwikkelen van hunwetenschappelijke vaardigheden. Dat is evenveel als de totale tijddie HBO’ers krijgen voor het leren van een compleet beroep,inclusief het uitvoeren en toepassen  van wetenschappelijkonderzoek en het vullen van vakken in de supermarkt ter aanvullingvan hun basisbeurs. Promovendi worden bovendien gezien als hetneusje van de zalm. Over de status waar een HBO’er op mag hopenhoeven we hier niet uit te wijden, na alles wat daar het afgelopenjaar over in de media is gezegd.

Het is evident dat de promovendi van Stapel niet voldoen aan decriteria die de NVAO toepast op HBO-bachelors. Ze hebbenbijvoorbeeld niet aangetoond dat ze zelfstandig veldonderzoekhebben uitgevoerd en data zelf hebben geanalyseerd en onderlingvergeleken. Ze hebben er geen blijk van gegeven dat ze de plaatshebben ingenomen in het onderzoek die hoort bij de status van eenpromovendus en dat hun mate van onafhankelijkheid voldoende bestandwas tegen druk van bovenaf. Ze waren zich onvoldoende bewust vankernaspecten van het onderzoeksproces.

Het gaat net als bij de Inholland studenten ook bij deze mensenniet om verwijtbaarheid. Wat je niet kunt, is blijkbaar eentekortkoming in je opleiding geweest. Levelt legt uit hoebegrijpelijk het is da de promovendi voor de druk en de manipulatiezijn gezwicht.

Toch moet de volgende vraag wel gesteld worden: Wat zou er bijInholland gebeuren als een Examencommissie ontdekt dat eenafstudeerbegeleider de helft van het onderzoek heeft uitgevoerd?Zelfs als hij de gegevens niet verzonnen had, werd die docentberispt en waarschijnlijk zelfs ontslagen. En de student die hetdesondanks had gehad over “wij hebben de data verzameld”,zou van fraude zijn beticht. En als zou blijken dat deExamencommissie vergelijkbare eerdere gevallen niet had gezien, zouiedereen nu weer praten over de ‘HBO-onwaardigheid’ van diediploma’s.

Aan de aanbevelingen van Levelt zou dus een vervolgtrajecttoegevoegd moeten worden, waarbij, net als in het HBO gebeurde naaraanleiding de ‘alternatieve afstudeerroutes’, bij elke universiteitschriftelijk wordt nagevraagd of er promotietrajecten zijn waarbijde promovendi niet zelf de uitvoerder zijn van het onderzoek ofpromotietrajecten waarbij er maar één begeleider is. Op basisdaarvan zou bij ‘mogelijk zwakke’ trajecten een nader onderzoekuitgevoerd moeten worden.

Reparatietraject voor herwaardering titel

Promovendi en co-auteurs (voor zover in dienst vanuniversiteiten) zouden een reparatietraject aangeboden moetenkrijgen om de waarde van hun titel opnieuw te kunnen bewijzen,zoals de HBO’ers van Inholland dat nu ook kunnen doen. Daarbijdient het mes aan twee kanten te snijden: door het ontworpenveldonderzoek alsnog uit te voeren tonen ze enerzijds aan dat zewel degelijk over die competentie beschikken én ze geven deeindgebruikers van hun eerdere ‘vervalste’ kennis daar nubetrouwbare kennis voor in de plaats.

Een passende taakstraf voor Stapel zou kunnen zijn om de komendejaren full time aan dit reparatietraject mee te werken tegen hetsalaris van een pas afgestudeerde HBO-bachelor  bijvoorbeeldeen onderwijzer of een verpleegkundige. Dat is maatschappelijkzinvoller en humaner dan dat hij voor die tijd  tot nietsdoenin de gevangenis veroordeeld wordt.’

Drs ing. H.P.A.M. Sessink (Tineke) is sinds 2000 werkzaamals zelfstandig ondernemer onder de naam Narratio Advies. Zebegeleidt opleidingen bij accreditaties.

De volledige lijst met voetnoten vindt u hier

REACTIE LIETEKE VAN VUCHT TIJSSEN

“Ik vind dit een geweldig stuk. Zij zet de punten op heel veeli’s. De vergelijking van de gebeurtenissen in Tilburg rondprofessor Stapel met die bij onze hogeschool is natuurlijk nietplezierig,” zegt Lieteke van Vucht Tijssen. “Ik kan mij wel inlevenin rector Eilander, bijvoorbeeld. Het zal je maar gebeuren, zoiets,met één van je meest bekende wetenschappers!”

‘Maar ik zeg er – ook vanuit mijn eigen achtergrond in dewetenschap en in het universitair bestuur – iets bij tegen demensen in het WO. Zij hebben nu een heel groteverantwoordelijkheid. Ook naar het HBO en de rest van dekennissector en de samenleving. Daar wijst Tineke Sessink heelterecht op.”

“De HBO-student en de mensen in de hogescholen hebbenbetrouwbare kennis nodig om deze verantwoord te kunnen toepassen.De inhoud daarvan moet ‘ evidence based’  zijn en deugen. Diekennis moet ook op een betrouwbare manier te vinden en teverifieren zijn. Als het WO daar mee zou gaan knoeien, dan is heteinde zoek. De geloofwaardigheid van de data en de reputatie vanhet domein van de sociale psychologie zijn hier in het geding.

Ik wil ook NWO en de KNAW hier op aanspreken, zowel in hun rolals hoeders van de integriteit van de wetenschap, als in hun rolals medefinanciers. Er moet in het werk van mensen als DiederikStapel het nodige geld gestoken zijn. Het is hun plicht zeerkritisch te screenen hoe dit geld daar naartoe kon gaan. Zijmoeten- net als de peerreview bladen –  ook de intervisie diehierbij vanzelfsprekend had moeten zijn, nog eens zeer kritischevalueren en waar nodig scherp corrigeren. Sessink wijst wat datbetreft terecht op de harde ingrepen die wij hier bij Inhollandniet hebben geschuwd.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK