Wetenschap zoekt belangenverstrengeling

Nieuws | de redactie
2 november 2011 | Volgens een enquête van de Jonge Akademie en het Rathenau Instituut staan jonge onderzoekers positief jegens valorisatie. Maar dit roept direct nieuwe en oude vragen op. Hoe past valorisatie in het onderzoeksysteem? En wat is het eigenlijk? “Valorisatie in optima forma is dat je onderzoek in de Donald Duck staat.”

Peter-Paul Verbeek, voorzitter van de Jonge Akademiepresenteerde tijdens de Valorisatieparade van het RathenauInstituut de uitslag van de Relevantiewijzer, een zelftest om te ontdekkenhoe valorisatie bij een onderzoeker past. “Het is eigenlijk meereen soort Cosmo-test dan een wetenschappelijk onderzoek, maar hetgeeft wel een prikkelende indicatie van de houding vanwetenschappers”, zei Verbeek.

Liefhebbers van valorisatie

Van de bijna 700 onderzoekers die de ‘Cosmo-test’ onlineinvulden bleek 69% een ‘liefhebber’: een onderzoeker die het leuken belangrijk vindt om zijn kennis te delen en te valoriseren. Maar7% kwam uit de test als een ‘onderzoeker pur sang’: iemand dievolledig gericht is op het publiceren van wetenschappelijkeartikelen.

De meeste ‘liefhebbers’ waren volgens Verbeek jonge onderzoekersen postdocs, de onderzoekers pur sang waren vooral hoogleraren.Maar dat houding en gedrag niet altijd overeenkomen toonde de testook. Uit de antwoorden op vragen of en hoe vaak de onderzoekersvalorisatie in de praktijk brengen – door bij te dragen aan hetmaatschappelijke debat, aan politieke afwegingen of het onderwijsvoor kinderen of collega’s en door het vermarkten van research -bleken de hoogleraren op meer borden te schaken dan depostdocs.

De lering die Verbeek uit de test trok is de grote wil van eennieuwe generatie onderzoekers om zich ook buiten de muren van defaculteit te profileren en onderzoek buiten het wetenschappelijkdebat te delen. Maar hoe? En tegen welke prijs? Tijdens de diversedebatrondes van de Valorisatieparade bleek hoezeer onderzoekers nogworstelen met het begrip valorisatie en met het in de praktijkbrengen ervan. Welke activiteiten precies onder valorisatie vallenbleef nog boven het debat hangen.

Wat is het precies?

“Valorisatie is een relatief jong begrip en wat het omhelst isdaarom nog niet voor iedereen gelijk,” oordeelde Frans Berkhout,VU-hoogleraar Innovatie en Duurzaamheid. “Voor mij is het naastonderzoek en onderwijs onderdeel van het wetenschap bedrijven. Hetis onderdeel van ons sociale contract met samenleving dat wijonderzoek naar buiten brengen en kennis delen.” Wat voor Berkhoutvalorisatie in optima forma is? “Dat je onderzoek wordt uitgemetenin de Donald Duck. Voor zover ik weet is dat nog niemandgelukt.”

Volgens UTwente-hoogleraar Albert van den Berg hoort bijvaloriseren ook het publiceren en verdedigen van onderzoek opcongressen . “In de politiek vergeten ze dat wel eens. Valorisatiein economische zin krijgt daar te veel aandacht.” De nadruk van depolitiek op de ‘kassa’-functie van onderzoek zorgt volgens hem voorextra druk die averechts werkt. “De vrijheid en ruimte van hetfundamentele onderzoek inperken werkt benauwend voor decreativiteit van de wetenschapper. Ik vrees dat zo juist de kassaminder zal rinkelen.”

Valerie Frissen van TNO en de Erasmus Universiteit is lid vanminister Verhagens topteam Creatieve Industrie. Zij brachthiertegen in dat de push van de politiek er nu voor zorgt datuniversiteiten en bedrijfsleven elkaar meer opzoeken. Waarom? Omdatze tot elkaar ‘veroordeeld’ zijn. De ontmoetingen tussen beidepartijen en het organiseren van kennis(overdracht) zijn voor haargeen vrijblijvende aangelegenheid. Zij moeten actief aangezwengeldworden. “Al is valorisatie inderdaad niet alleen maarcommercialisering, zeker niet.”

Belangenverstrengeling gezocht

Jan Raaijmakers van het pharmabedrijf GlaxoSmithKline isbijzonder hoogleraar Pharmaceutical Technology Assessment aan deUU. Aan hem werd nadrukkelijk de vraag gesteld in hoeverre hetvermarkten van onderzoek tot belangenverstrengeling kan leiden.Zijn antwoord was verrassend. “Wetenschappers moeten juist naarbelangenverstrengeling zoeken!” De koppeling met het bedrijfslevenen investeerders is de weg naar succesvolle valorisatie vanresearch. “Maar wees daarbij altijd open en transparant. Bij goedecommunicatie hoeft belangenverstrengeling geen probleem tezijn.”

Frans Berkhout kende nog wel meer valkuilen met betrekking totvalorisatie. “Op het moment dat je je mengt in het maatschappelijkeen politieke debat, zullen er mensen zijn die je integriteit intwijfel trekken of je neerzetten als zakkenvuller. Wees je jedaarvan bewust, maar laat het je niet tegenhouden. Ik ben zelf ineen commissievergadering in de Tweede Kamer wel eens geconfronteerdmet rare vragen. Alsof ik daar slechts zat om nieuweonderzoeksgelden los te krijgen, zo wilde PVV’er De Mos deaanwezigen laten geloven.”

Probleem: tijd

De voornaamste kritiek uit de zaal over de relevantiewijzer ende huidige valorisatieaanpak was dat er nauwelijks rekening wordtgehouden met wetenschappelijke deadlines. “We moeten artikelenpubliceren, dat staat valorisatie te veel in de weg. Dan wordt hetkind van de rekening”, zo werd geopperd. Valerie Frissen herkendehet bezwaar en betoogde dat de wetenschap af moet van het systeemom onderzoekers slechts af te rekenen op publicaties.

Maar hoe maak je valorisatie dan wel onderdeel van het systeem?Via nieuwe financieringen en geldprikkels? Door visitatiecommissieshet mee te laten nemen? Moet het opgenomen worden in detaakomschrijving van onderzoekers? Hier kwam de Valorisatieparadeuit op een punt waar eerdere bijeenkomsten over valorisatie ookstrandden: tijdsdruk. Waar halen onderzoekers de tijd vandaan omook nog zich te bekommeren om valorisatie?

Bijna drie jaar geleden, tijdens een conferentiemet Haagse beleidsmakers en geesteswetenschappers, bleek de factor’tijd’ al een dealbreaker. Zo merkte prof. Amanda Kluvelddestijds op: “De universiteit betaalt mij om onderwijs te geven enonderzoek te doen. Het wordt niet echt gewaardeerd als ik mij metde maatschappij bemoei, ze hebben veel liever dat ik NWO-aanvragenschrijf dan mijn wekelijkse Volkskrant-bijdrage. Bezuinigingen opde universiteiten vinden plaats op basis van wetenschappelijkeoutput, maatschappelijke publicaties zijn hierbij irrelevant.”

Er lijkt weinig veranderd. Wat nu?


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK