HBO noemt grens bereikt

Nieuws | de redactie
13 december 2011 | Het HBO is blij dat het kabinet de brede, regionale rol van hogescholen de ruimte geeft in hun hoofdlijnenakkoord. Masters zullen vooral opbloeien in verbinding met de 9 topsectoren. “We hebben veel ambities, maar beseffen wel dat er geen cent bij komt om ze waar te maken,” zegt Guusje ter Horst.

In een eerste toelichting op het hoofdlijnenakkoord tussen kabinet en HBO-raad zegt voorzitterTer Horst, dat op veel kernpunten dezelfde soort afspraken isgemaakt als met de universiteiten. Bij het HBO is echter op tweewezenlijke punten een onderscheidend pakket afgesproken: bij debijzondere rol van de hogeschool in de regionale omgeving enarbeidsmarkt en bij de versterking van het onderwijs.

“Bij het WO heeft het onderzoek natuurlijk een zwaarder accent.Maar bij ons wordt op dat punt bij het praktijkgestuurd onderzoekeen aantal belangrijke afspraken vastgelegd. Daar zitten echtestimulansen in voor dit soort onderzoek bij hogescholen.”

Verscheidenheid is gelukt

Ter Horst benadrukt dat de grote diversiteit binnen het HBO eenwezenlijk punt van de afspraken vormt. “In het akkoord is opgenomendat hogescholen ‘over het algemeen een regionale functie vervullen,zeker waar het de bacheloropleidingen betreft. Om aan de lokalevraag van de arbeidsmarkt én de studenten te voldoen, is voor demeeste hogescholen een breed, multisectoraal karakter dan ook hetuitgangspunt.’ Daar verschilt het dus echt van het WO entegelijkertijd moeten we in de afspraken de verscheidenheid tussende hogescholen ruimte geven. Dat is gelukt.”

Verscheidene grote hogescholen vreesden de voorbije maanden, dateen te grote spanning zou ontstaan tussen de behoefte aanzwaartepuntvorming en concentratie enerzijds en die rol in hunregionale context. Ook was de vrees hoorbaar dat de eigen kenmerkenvan de HBO-student onvoldoende begrepen werden bij beslissingen opdit terrein. “Het lijkt erop dat de profileringsdiscussie vanVeerman wordt verengd tot een assortimentsdiscussie, die gaatuitmonden in allerlei taakverdeling- en concentratieoperaties. Isdat erg? Ja, dat is erg, want dan schiet profilering zijn doelvoorbij,” zei Jasper Tuytel van de Hogeschool Rotterdambijvoorbeeld.

“De HBO-student moet werken, gemiddeld 15 uur, anders kan hij destudie en zijn levensonderhoud niet financieren. De regio is zijnomgeving, zijn baantje, zijn sport, sociaal leven. Hij is dus sterkregionaal gebonden. Ook dat moet je in je aanbod bewust meenemen.Als je een opleiding afstoot of gaat verplaatsen naar Utrecht,Eindhoven, Amsterdam of zo is het maar zeer de vraag of deHBO-student ‘meeverhuist’. Die zal eerder een andere opleidingbinnen zijn eigen regio kiezen.”

Geen rankings, wel benchmarking

In het akkoord is nu primair opgenomen, dat het erom gaat dathet HBO “individueel verbetert, want de diversiteit binnen desector is te groot om een algemene aanpak te kiezen. Er komen dusook geen ‘rankings van hogescholen’. Die zouden ook geen zinhebben,” aldus Guusje ter Horst. De hogescholen kunnen binnen degenerieke criteria van het akkoord daarom tevens eigen criteria enindicatoren hanteren die relevant zijn voor hun specifieke aanboden kwaliteit. Dat zorgt tevens voor minder bureaucratielasten.

Bij de versterking van kwaliteit blijkt uit het akkoord, dat devooruitgang bij de afspraken over docentenkwaliteit aanzienlijk is.”Dat is duidelijk een succes. We zetten nu vervolgstappen om ditverder te versterken. De nieuwe basiskwalificatie  voordidactische vaardigheden bijvoorbeeld voor docenten binnen dehogescholen zal mensen ondersteunen die vanuit de praktijk of deinhoud van de professies veel ervaring binnen brengen, maar nogniet echt de ervaring van het docentschap binnen het HBO of opHBO-niveau hebben.”

Een belangrijke vernieuwing in de afspraken betreft de borgingvan de kwaliteit van de opleidingen. Deze zal verdiept wordendoordat de NVAO naast de individuele validering ook op het niveauvan de clusters van verwante opleidingen tot oordelen en vooral okverbeterpunten gaat komen. “De betrokken opleidingen zullen meer’allen in een klap’ geanalyseerd en beoordeeld worden. Daarmee kunje een veel helderder benchmarking bereiken met meergemeenschappelijke elementen waar opleidingen ook samen op inkunnen spelen bij hun kwaliteitsagenda’s.  Dit was in hetsysteem van de visitaties eerder ook mogelijk en dat pluspunt wordtnu als het ware hersteld.”

Grens bij het geld

Bij de ontwikkeling van een meer divers HBO-aanbod zullenCentres of Expertise en masters sterk verbonden worden met detopsectoren. De hogescholen richten zich waar relevant daarop, zois afgesproken. Selectieve financiering uit de 2% investeringen diedaarvoor zijn gereserveerd in de HBO-bekostiging kan hiervoorworden ingezet als publieke cofinanciering.

Over ‘het geld’ zijn met OCW nadere afspraken gemaakt,onderstreept Ter Horst. Samen gaat men de ontwikkeling van de’prijs per student’ monitoren, omdat verschillende prikkels daaropverschillend kunnen uitwerken. “Zowel Zijlstra als wij zelf zittenvol ambities voor de kwaliteit. Dat is ook goed, maar wij beseffenwel dat er geen cent bijkomt om deze waar te maken. De extra’skomen uit de 7% van de bekostiging die eerst bij ons wordtafgeroomd om daarmee vervolgens geld te steken in verhoging vankwaliteit.”

Ter Horst zegt “wel te snappen dat in de huidige omstandighedende ruimte heel beperkt is. En als ik de bewindslieden beluisterdezer dagen, dan komt er nog zwaar weer op ons af. Maar de grens isbij de ontwikkeling van de prijs per student absoluut bereikt,willen we die kwaliteitsambities waar kunnen maken. Daarom dat wedit samen echt moeten gaan bewaken en monitoren. Zou die prijsverder zakken dan is allerlei van wat we nastreven niet meermogelijk.”

Perverse omarming?

Vanuit de studenten beweging is de bekostigingselementen in hethoofdlijnenakkoord inmiddels gereageerd. De LSVb ziet de HBO-raadzwichten voor de dreiging van ‘perverse prikkels’. Dehogescholenkoepel “kiest ervoor om perverse prikkels niet uit deweg te gaan maar juist volledig te omarmen, door instellingen dekeuze te geven om met accreditatieoordelen te gaan werken. In eendergelijk model wordt de hoeveelheid geld voor een hogeschoolgebaseerd op de accreditatieoordelen van de NVAO.”

De studenten vrezen dat dit tot een onwenselijk gedragseffectgaat leiden, want “als bekostiging gebaseerd wordt op dezemomentopnames zullen hogescholen zaken gaan verhullen tijdens deaccreditatie, waardoor de verbeterfunctie van hetaccreditatieproces verloren gaat. Ook maken de instellingen hetzichzelf erg makkelijk door geen studentenoordelen te hoevengebruiken.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK