Leven Lang Leren, tussenbalans voor 2012

Nieuws | de redactie
19 december 2011 | In het HO wordt Leven Lang Leren cruciaal. HAN-CvB’er Kristel Baele en LLL-manager Bettina Willemsen kijken vooruit en nog even terug. “Zonder een attitudeverandering komen we er niet. Rustig afwachten tot studenten of bedrijven onze deur hebben gevonden, is er niet meer bij.”

“Het onderwijs aan 23+-ers legt bij de HAN steeds meer gewichtin de schaal. De themadag op 2 november jl. vormde de afsluitingvan het tweejarige project Leven Lang Leren – Aan de maat, waarinde HAN en 6 andere hogescholen participeren, met als doeldoorontwikkeling tot instelling voor Leven Lang Leren.

Maar dit project is slechts een eerste grote stap. Een goedmoment voor een tussenbalans, zo leek HANovatie. We vroegen Collegevan Bestuur-lid Kristel Baele, projectmanager LLL Bettina Willemsenen andere betrokkenen bij de HAN naar de stand van zaken, inclusiefeen terug- en vooruitblik.

Binnen de HAN is Leven Lang Leren de verzamelnaam voor alles watwe als hogeschool doen voor 23+-ers. Deze doelgroep omvat mensendie al een baan hebben, zich verder willen ontwikkelen of eencarrièreswitch willen maken. Zij nemen deel aan het deeltijd- enduaal onderwijs, melden zich bij de contractafdelingen of schrijvenzich in bij HAN Masterprogramma’s.

Onderwijsaanbod flexibiliseren

De HAN is in de laatste jaren druk in de weer met dedoorontwikkeling van het onderwijsaanbod voor deze gestaaggroeiende studentenpopulatie die werken en leren combineert.Projectleider Bettina Willemsen: ‘In het Aan de maat-project,gestart in januari 2010 en af te ronden aan het eind van dit jaar,draait het naast afstemming op de arbeidsmarkt om flexibiliseringvan het onderwijsaanbod.’

College van Bestuur-lid Kristel Baele daarover: ‘Het behoort totonze maatschappelijk opdracht om gekwalificeerde beroepsbeoefenarenaf te leveren in het hoger opgeleide segment. Zowel regionaal alslandelijk zijn er trends waarom het 23+-onderwijs aan gewicht wint:zo werken mensen langer door.

Daarnaast is er de kabinetsagenda voor de kenniseconomie: willenwe ons welvaartsniveau handhaven, dan moeten we investeren inmenselijk kapitaal. Bovendien veroudert kennis tegenwoordig snel,daarom moet je je kennis permanent onderhouden, ook om desgewenstnieuwe loopbaanwegen in te kunnen slaan. Ervaring alleen is nietgenoeg, je hebt ook de juiste kwalificaties nodig.’

Wat is bereikt?

Nu het project LLL-Aan de maat per eind 2011 wordt afgerond, kanworden vastgesteld dat er veel is bereikt en nog meer moetgebeuren. Bettina Willemsen: ‘De HAN is een van 7Nederlandse hogescholen die als voorlopers in het hbosubsidiegelden hebben gekregen om LLL-projecten en -innovaties teinitiëren.

Onder de vlag van het Aan de maat-project zijn er bij defaculteiten projecten opgezet om het onderwijs voor 23+-ersflexibeler en meer op maat te maken. Zo zijn er bij de FaculteitEconomie en Management 3 deeltijdopleidingen en enkele minorenvolledig op basis van blended learning ingericht.Onderwijs aan de instelling wordt hierbij gecombineerd met eenaanzienlijk deel van het curriculum dat thuis of elders, dus opafstand van de instelling, kan worden doorlopen.

Werkende lerenden hebben immers enerzijds behoefte aan contactmet de instelling, maar anderzijds ook aan de gelegenheid om deopleiding in te passen in hun werk- en privéleven. Blendedlearning voorziet daarin met een krachtig accent op onlineeducation: hoorcolleges, proeftoetsen, opdrachten et ceterabinnen een afgeschermde digitale leeromgeving op internet.

Maatwerktrajecten voor 23+

Deze zelfde vernieuwingsslag is ook ingezet bij de FaculteitGezondheid, Gedrag en Maatschappij. Met subsidiegelden en eigengelden van de FEM is er een reeks innovaties in gang gezet om hetonderwijs online vorm te geven en aan te bieden. Ook lopen ermaatwerktrajecten die in cocreatie met het veld zijn ontwikkeld,zoals de bachelor Management in zorg en dienstverlening.

Bij de Faculteit Techniek zijn er 3 nieuwe Associate Degreesontworpen. Bij zowel Bouwkunde als Werktuigbouwkunde is dedoelgroep 23+ overigens al langer goed in het vizier. Zo draait eral meerdere jaren een goedlopende duale opleiding Bouwkunde,waarbij de werkgeversvraag honderd procent sturend is en departiciperende werkgevers mede de opleiding hebben vormgegeven.Afgestudeerden van die opleiding kunnen direct aan de slag in debetrokken bedrijven.

Bij de Faculteit Educatie is het deeltijdonderwijs van hetInstituut voor Leren en School geflexibiliseerd, met vormen vanblended learning en ingekorte trajecten met een strakgeregisseerde logistiek van de bijbehorende onderwijsprocessen,waarmee de 23+-doelgroep beter uit de voeten kan.

Verder is er in augustus voor het eerst een gezamenlijke OpenAvond geweest voor 23+-ers, die door bezoekers als heel zinnig iservaren.

Volwassenen die een opleiding willen volgen, stellen andereeisen aan een voorlichtingsbijeenkomst dan 18-jarigen. Denk aan dewijze van ontvangst, het type voorlichtingsmateriaal en de manierwaarop mensen te woord worden gestaan. Tot slot is er eenwervingscampagne gehouden en op de HAN-website een apart gedeelteWerken en Leren gerealiseerd.’

Maar er is bij de HAN meer bereikt in de laatste jaren op hetgebied van LLL: Kristel Baele hierover: ‘De kennisdeling neemtzienderogen toe, net zoals de ontwikkeling en inzet van innovatievewerkvormen. Bovendien is er meer bewustwording over de relevantieen meerwaarde van het 23+-aanbod. Verder staat LLL nu hoger op destrategische agenda, getuige het nieuwe instellingsplan in wordingen het visiedocument over dit onderwerp, waaraan het CvB momenteelwerkt.’

Ook anderen in de organisatie zien de vruchten van LLL:directeur HAN Masterprogramma’s Tjeu Verhagen: ‘De totstandkomingvan ons masterinstituut heeft studenten meer duidelijkheid enkeuzerichting gegeven op hun weg naar het getuigschrift. Ze kunnennu meer ervaring opdoen en inbrengen. Onze studenten leren op eenleerweg die in belangrijke mate voortkomt uit de praktijk endaardoor heel goed op diezelfde praktijk aansluit.’

Maria Putman, opleidingsmanager deeltijd en duale opleidingen(en projectleider LLL FEM), wijst op de toegenomen en ‘broodnodige’aandacht voor de 23+’ers: ‘Er is meer draagvlak gekomen. Bovendienhebben we bij de FEM nu een platform om werkende lerenden beter tebedienen: de afdeling Werken & Leren, die één loket biedt voordeeltijd- en duale studenten.’ Daarnaast spreekt ze de hoop uit date-learning en blended leaning ook hun weg zullenvinden naar de voltijdopleidingen.

Krimp als kans

Hans Waegemakers, opleidingscoördinator van de Master Managementen Innovatie in maatschappelijke organisaties, zegt: ‘Samen metgemeentes in de regio hebben we een variant van onze masterontwikkeld, gericht op de lokale overheid. In het verlengde daarvanhebben we de contacten met lokale overheden geïntensiveerd, wat alheeft geleid tot een leertraject in de Achterhoek voorvertegenwoordigers van gemeenten en diverse maatschappelijkeorganisaties, uitgevoerd door VDO.

Uitgangspunt voor dit leertraject is een module van diezelfdeMMI. Tot slot hebben we in de Achterhoek een netwerk opgezet metdeelname van de lokale overheid, het MKB en onderwijsinstellingen,om rond het thema “Krimp als kans” onderzoeksprojecten testarten.’

Ondanks alle resultaten tot nu toe, is er met LLL nog een wereldte winnen, aldus Bettina Willemsen: ‘Het visiedocument dat nu in demaak is, zal voorzien in heldere kaders en randvoorwaarden. Dat iseen grote stap vooruit. LLL dient intrinsiek deel uit te maken vanonze regionale verankering. Ook moeten we tot een helderepositiebepaling komen ten opzichte van andere aanbieders zoalsNCOI. De uit te zetten koers dient daarnaast aan te sluiten op hettopsectorenbeleid van het kabinet en op onze UAS-ambities.’

Dat laatste benadrukt ook Kristel Baele en vult aan: ‘Voortsplaatsen we de verbinding met de regio voorop. Bovendien behoeft deeigenheid van de 23+-groep een onderscheidende propositie. Daarmeebedoel ik dat het onderwijs aan deze studenten anders dient teworden georganiseerd dan ons overige onderwijsaanbod.’

Profilering en UAS

Kristel Baele wijst erop dat 23+-leren nu al verantwoordelijk isvoor ruim dertig procent van onze onderwijsomzet. Zo bezien is hetin feite reeds een profielkenmerk van de HAN. Ze vervolgt: ‘Dekomende jaren zal deze profilering herkenbaarder worden en metverve worden uitgedragen, op basis van een weldoordachte visie opwerken en leren.’

Over de relatie tussen LLL en UAS zegt Kristel Baele: ‘Uitrecent onderzoek naar kenmerken van UAS-instellingen in Europablijkt dat LLL overal een intrinsiek onderdeel van UAS is. Hethoort gewoon bij het DNA, bij je identiteit. Dat willen wedoorvertalen naar ons profiel en productaanbod, dat we afstemmen opde regio en ontwikkelen in samenspraak met het bedrijfsleven.

De UAS-optiek heeft verder als consequentie dat onderzoek eenprominente rol krijgt bij de te ontwikkelen propositie voor LLL endaarmee in het curriculum aangaande werken en leren. We leiden, ookbinnen de 23+-groep, ondernemende professionals op met eenonderzoekende attitude. Daarmee dragen we bij aan de kenniseconomievan ons land. De uitdaging is om dit in ons hele onderwijs totuitdrukking te brengen, van masters tot deeltijdonderwijs, waarvoorwe nieuwe varianten en werkvormen aan het ontwikkelen zijn.

Veel 23+-mensen komen uit de regio. Je dient waarde aan de regiotoe te voegen. Maar ook als HAN profiteren wij. Deze studentenbrengen hun casuïstiek in het onderwijs in; met deonderzoeksvaardigheden die ze verwerven, voegen ze waarde toe aanhun bedrijf. In je opleiding bouw je meerwaarde op voor zowelstudenten als bedrijfsleven, met name in de regio.’

Tjeu Verhagen voegt daar nog aan toe: ‘Met het pastexperience-onderwijs van de masteropleidingen worden studentenin staat gesteld om complexe, praktische problemen op te lossen.Dit is een uitstekend voorbeeld van hoe Leven Lang Leren aansluitop de applied sciences waarom het gaat bij onzeUAS-ambities.’

Concurrentie

Met onze LLL-aspiraties vissen we deels in dezelfde vijver alscommerciële aanbieders zoals NCOI en LOI. De HAN heeft echterenkele belangrijke pluspunten: de onderzoekscomponent, de regionaleverankering, de hechte samenwerking met het bedrijfsleven en demeerwaarde van lectoren, die innovaties uitdenken en het curriculumverrijken.

Toch heeft Kristel Baele ook een zorg: ‘Nadelig voor ons is datwij werken binnen stringente kaders van wet- en regelgeving, dieniet gelden voor NCOI en co. We gaan er dan ook bij de politiekvoor ijveren dat we toekomstig onder eerlijke, vergelijkbarecondities kunnen opereren: a level playing field, zoalsdat heet.’

Uitdagingen

Op 16 september vond er in het kader van het project LLL-Aan deMaat een miniconferentie plaats over arrangementen voor werkendelerenden. Deze bijeenkomst leverde bruikbare inzichten op:

Bettina Willemsen: ‘Om het 23+-aanbod te versterken en dearbeidsmarkt beter te bedienen, moeten duale en deeltijddocentenmeer ruimte en middelen te krijgen. Dit onderwijsaanbod is nog tevaak een stiefkindje.

Voor de HAN levert meer investeren in LLL veel op. Werkendestudenten nemen veel bagage mee naar het onderwijs: ervaringen eninzichten van de werkvloer, actuele praktijkkennis en contacten metwerkgevers. Daar komt bij dat de populatie 23+-ers steedsrelevanter wordt voor de HAN; demografische ontwikkelingen makendat we in de toekomst met teruglopende studentenaantallen van doenkrijgen in het voltijdonderwijs.’

Een ander inzicht is dat er aan onze hogeschool meerkennisdeling moet komen over LLL. Bettina Willemsen: ‘We dienengoed uit te venten, naar collega’s en naar de buitenwacht, wat weal weten, kunnen en doen. Een derde inzicht was dat onderwijs aanwerkenden andere eisen stelt aan je bedrijfsprocessen. Denk aan eenandere wijze van studentenwerving tot aan de openstelling van onzegebouwen op andere tijden.’

Om van een Leven Lang Leren een blijvend succes te maken, zal ernog veel moeten gebeuren. Daarover zegt Bettina Willemsen: ‘Zondereen attitudeverandering komen we er niet. Rustig afwachten totdatstudenten of bedrijven onze deuren hebben gevonden, is er niet meerbij. We moeten de boer op en tonen wat we in huis hebben. We dienenhen te overtuigen van onze meerwaarde, daarbij aansluitend op hunwensen en noden. Ook dienen we de hand uit te steken en werkgeversuit te nodigen tot cocreatie, om zo samen onderwijs te ontwikkelendat tegemoetkomt aan de vraag in de markt.’

Kristel Baele vult aan: ‘Volwassenenonderwijs is een geheeleigen tak van sport. Hoe bouw je een marktvraag om tot eenonderwijstraject? Hoe dient een docent een netwerkgesprek tevoeren? Of: hoe kunnen we de intake voor de 23+-groep verderverfijnen? Een andere uitdaging ligt in de regelgeving: studentenwillen graag modulair stapelen, zodat ze gedurende hun studie nietgebonden zijn aan tijd en plaats. Een modulair systeem waarbij jeidealiter European credits kunt behalen, zou ditfaciliteren, maar de huidige regelgeving staat dit in de weg.’

Bettina Willemsen wijst verder op het belang van goedemarktbewerking, met veel aandacht voor opbouw en onderhoud vannetwerkcontacten. ‘Op meerdere plekken binnen de HAN zijn erpareltjes op dit gebied. Tegelijkertijd valt er nog veel winst tebehalen. Als hogeschool verwachten we een onderzoekende,zelfreflexieve houding van onze studenten, ook de 23+-ers.Omgekeerd mogen zij en werkgevers van ons verwachten dat wijzelfook leren en beter worden in wat we doen. Puur een kwestie van hetgoede voorbeeld geven en een rolmodel zijn.’

Leuk én leerzaam

 

Het is leuk én leerzaam om aan volwassenen les te geven, zobenadrukt Kristel Baele tot slot. ‘Ze zijn vaak zeer gemotiveerd omzich verder te ontwikkelen. Ook brengen ze een schat aanwaardevolle inzichten en ervaringen uit de praktijk mee. Hun hogeambitieniveau brengt het beste in docenten naar boven.

Dit type onderwijs is ook voor docenten verrijkend en biedtdaarnaast een interessant carrièreperspectief. Bovendien wordt ergewerkt met vernieuwende, creatieve onderwijsvormen die volop inontwikkeling zijn. Dat is aantrekkelijk voor docenten die graagzelf actief meewerken aan de vormgeving van het onderwijs. Zekunnen zo, net zoals hun studenten, werken en leren op inspirerendewijze  combineren.’

Dit gesprek met Kristel Baele en Bettina Willemsen verscheeneerder in HANovatie en is geschreven door Hans Wanningen,communicatieadviseur bij de Hogeschool Arnhem Nijmegen

 

Op donderdag 26 januari 2012 van 10:00 tot 16:30 uur organiserenzeven HBO-instellingen het nationale congres ‘hbo4life‘ in De Fabrique teUtrecht. De hogeschool van Amsterdam, Arnhem en Nijmegen, Fontys,Hanzehogeschool, Zeeland, Zuyd en Windesheim werken samen aan LevenLang Leren.

Doel van het gezamenlijk congres is ervaringen en verworvenexpertise te delen met andere hogescholen. Het congres wordt gratisaangeboden en is bedoeld voor beleidsmakers,onderwijsontwikkelaars, docenten en ondersteuners in het hbo, diezich bezighouden met onderwijs aan volwassenen en met debedrijvenmarkt.

Programma

Aan het einde van de dag vindt de feestelijke overhandigingplaats van het boek ‘hbo4life’ aan de waarnemend voorzitter van deHBO-Raad, mw. drs. Bonhof. Het boek geeft van elke hogeschool eenrepresentatief voorbeeld uit de levenlang leren praktijk. Decongresgangers ontvangen eveneens een exemplaar


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK