De contouren van een nieuw Inholland

Nieuws | de redactie
19 april 2011 | Inholland gaat op de schop. De hogeschool begint een ingrijpende sanering. Die kost arbeidsplaatsen, vooral bij vele kleine, onvoldoende presterende opleidingen. “Het belangrijkst is het op orde brengen van de kwaliteit en het ‘WHW-proof’ maken van het onderwijs.” Aldus Doekle Terpstra die in een exclusief gesprek met ScienceGuide de nieuwe koers van zijn Inholland schetst.

Op de kamer van Doekle Terpstra staan nog altijd dezelfdemeubels die voorganger Jos Elbers bij de start van Inholland lietaanschaffen. “Ik heb hier niets veranderd, de kamer is hetzelfdegebleven. Het enige dat ik heb gedaan is de computer een kwartslagdraaien. Ik kijk liever naar de dynamiek op de gang dan dat ik naarbuiten kijk.” Dat die kamer bij de interne bewegwijzering nogaltijd ‘boardroom’ heet, zit Terpstra dwars. “Dat deel van decultuur hier gaan we slopen. Het is gewoon m’n werkkamer. Als ikhier wegga heet hij ‘ontmoetingsruimte’.”

Voor ieder wat wils?

Op die gang voor Terpstra’s kamer is de dynamiek zelden zo grootgeweest. De laatste hand wordt momenteel gelegd aan ‘De contourengeschetst’, het stuk van het interim-CvB dat als opmaat dient omInholland binnen twee jaar uit het moeras te trekken. De basis vande forse ingrepen is een interne SWOT-analyse die heel dehogeschool met de neus op de feiten drukt. De ergste gebrekenblijken een gebrek aan onderwijskwaliteit; een onderwijsconcept datniet aansluit bij de aard van de eigen studenten; een gebrek aanregionale verankering en relaties; en een veelheid aanverliesgevende opleidingen die goeddraaiende opleidingenkannibaliseren.

“Prioriteit nummer één is de kwaliteit van onderwijs, laat daargeen twijfel over bestaan”, benadrukt Terpstra nog voordat deeerste vraag is gesteld. “De SWOT gaf aan dat het onderwijs in onzehogeschool bij elke benchmark beneden het gemiddelde scoorde. Ookde reacties van de studenten op hun eigen onderwijs en detevredenheidsonderzoeken lieten zien dat wij er niet goedvoorstaan.”

“Dat heeft alles te maken met de gemeenschappelijkeonderwijsfilosofie die onder de naam ‘Backbone’ voor heel dehogeschool moest gelden. Eigenlijk is die opgelegd, maar nooit goeddoorgevoerd. Dat leidde niet tot een helder onderwijsmodel, maartot precies het omgekeerde. Het onderwijs werd opgebouwd uitmodulen en de studenten kregen steeds meer afzonderlijke en kleinemodulen en minoren aangeboden die overal in de organisatie werdenontwikkeld. Dat leek heel innovatief, maar dat ‘voor ieder watwils’ werkte niet. Van backbone nemen we in deze vormafscheid.”

Kwaliteit vereist rekenschap

“We moeten nieuwe fundamenten leggen. Ik vind het een open deurom te zeggen ‘geef het onderwijs terug aan de professional’. Datkan niet zonder rekenschap daarvoor af te leggen. Feit is dat wedocenten de ruimte geven om iets op te bouwen: zij krijgenverantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het onderwijs, maarzonder vrijblijvendheid. Zij moeten wel rekenschap afleggen aan hetopleidingsmanagement. Dat hoort bij professionaliteit.”

“Ook lectoren worden nog directer op het onderwijs gezet enkrijgen te maken met de opdracht om concretereonderzoeksportfolio’s te definiëren. Die zijn er vooral om hetonderwijs en de kwaliteit daarvan extra te voeden. De opleidingenzullen we systematisch en normatief toetsen op driesturingscriteria: studiesucces, studenttevredenheid, enkwaliteitsniveau en borging.”

Er zal niet alleen drastisch gesneden worden in de ongeveer 500minoren die de hogeschool aanbiedt, er zullen ook vele modules endiverse opleidingen worden gestopt. Zoveel keuzevrijheid lijktmooi, maar zij helpt de studenten helemaal niet, onderstreeptTerpstra. “Inholland heeft als grootstedelijke hogeschool eenandere populatie dan de rest van het hbo. We hebben veeleerstegeneratiestudenten, in sommige opleidingen hebben we 80%mbo-instromers of meer! We trekken minder vwo-studenten dan elders,maar meer niet-westerse allochtonen en daar ben ik trots op. Maarzulke studenten hebben andere begeleiding en een heldere structuurnodig. Dat ‘voor elk wat wils’-model sluit daar niet op aan.”

“Ons onderwijs moet duidelijker, met heldere eisen vooraf en eensamenhangend vierjarig programma zodat de student weet wat van hemof haar wordt verlangd. Als je dat schoolser wil noemen mag dat vanmij. Niet ouderwetser, maar minder vrijblijvend. Daarom gaatbijvoorbeeld het bsa in de eerste fase naar 45 ects en zullen we deselectie aan de poort uitbreiden, vooral via intakes.”

WHW-proof hogeschool

De interne fragmentatie en de grote hoeveelheid kleineopleidingen heeft Inholland twee kanjers van problemen opgeleverd,kwalitatief en financieel. Economisch gezien komt het erop neer datveel klein aanbod ten koste gaat van de budgetten voor opleidingendie financieel en kwalitatief aan de maat zijn. Bij hen lijdt dande kwaliteit onder de versplintering elders. Kwalitatief levertdeze situatie nog een pijnpunt op. “Sommige opleidingen zijn somszo klein dat zij niet kunnen voldoen aan eisen van de WHW,bijvoorbeeld bij het samenstellen van adequate examencommissies. Wekunnen dus eigenlijk niet garant staan voor de waarde van dediploma’s als we hier geen verandering in aanbrengen. Lieteke vanVucht-Tijssen zegt dat altijd heel scherp: ‘Wij gaan dezehogeschool WHW-proof maken’.”

“Dat was voor mij een eye-opener in de voorbije maanden. Je moetheel anders durven denken over de wet. De WHW is geen belasting ofbeperkend instrument dat van bovenaf wordt opgelegd, maar de norm.Die neem je serieus, een norm accepteer je. De WHW is het kaderwaarbinnen het hoger onderwijs zijn professionele ruimte inhoudgeeft. De wet is het hbo, daarmee begint de professionaliteit.”

Het is wel wennen. De gedachte dat Inholland niet eenmegahogeschool van doorgeschoten schaalvergroting was geworden,maar vooral in de problemen zit vanwege fragmentatie enkleinschaligheid, is in het publieke debat nog niet vaak gehoord.In de Tweede Kamer werd onlangs nog geprobeerd de hogeschool vanbovenaf op te knippen in kleinere eenheden. “Ik heb de Kamerledenuitgelegd dat defuseren van bovenaf het slechtst denkbare idee is.Dan ben je nog jaren bezig met geruzie over boedelscheiding,licenties, reserves etcetera. We moeten dat bestuurlijke gedoe nujuist voorbij!”

Maar waar komt die beeldvorming van de hogeschool als een molochin plaats van die gefragmenteerde werkelijkheid dan vandaan? “Datis een gevolg van de grootschaligheid van de oorspronkelijke fusievan vier hogescholen en de ondoorzichtigheid die dit als geheelopriep met zijn tien regionale vestigingen en hun complexiteit. Eenbeeld van megalomanie is toen in bestuurlijke zin opgeworpen. Laatik het zo zeggen, Inholland was in die fase geen uitblinker inbescheidenheid. Het tegenstrijdige beeld van die grootschaligheiden de gefragmenteerde realiteit is natuurlijk supermoeilijk uit teleggen. Maar kijk gewoon naar de feiten: we hebben vier vestigingenwaar we techniek geven, in vijftien opleidingen voor in totaal 2600studenten. Dat kan gewoon niet. We lopen vast op de dunheid.”

Toch beoogt Terpstra juist zo de menselijke maat vast te houden.”Dat lukt alleen als we de brede bacheloropleidingen voorop stellenen sterker maken en ons daar bewust op concentreren. Bijfragmentatie, versplintering red je de menselijke maat juist doorconcentratie. Associate Degrees of allerlei masters zul je dan ookniet tegenkomen in de plannen. We willen heel duidelijk een solidebachelor-organisatie zijn. Een goede bachelor, bachelor en nog eensbachelor, daar gaan we voor.”

Ingedikt met profilering

In de hervormingsplannen van het interim-CvB staat, dat’Inholland kiest voor een afgeslankt en beter regionaal verankerdportfolio’. Opleidingen die nu en op termijn niet voldoen aan denieuwe kwaliteitscriteria zullen worden afgebouwd. Van negenopleidingen is al bekend dat ze al per komend collegejaar geeninstroom meer zullen kennen, waaronder CMV in Den Haag, CE teDiemen en de PABO Hoofddorp. Het plan van de hogeschool erkentdaarbij dat ook gedwongen ontslagen niet kunnen worden uitgesloten.”Vooral als oud-vakbondsman vind ik het heel vervelend om aan tekondigen, maar we hebben straks geen plek meer voor opleidingenwaar zo’n 2000 studenten opzitten We hebben per direct eenvacaturestop ingesteld, we moeten wel.”

Waarschijnlijk blijft het hier wat betreft de afslanking van hetaanbod niet bij, voegt Terpstra toe. De komende twee jaar zullenveel opleidingen hun kwaliteit moeten verbeteren.. Dit vergt eenenorme inspanning en verantwoordelijkheid van de docenten die, alsze niet slagen, geen studenten meer zullen hebben om les tegeven.

De sanering biedt ook kansen en die wil de hogeschool dan ookpakken. Inholland kan snel inspelen op de profilering à la Veerman.Zo worden voor  Scheepsbouwkunde, de agrarische sector en delerarenopleidingen VO/BO partnerschappen gezocht met anderehogescholen en het werkveld om deze studies overeind te kunnenhouden. Als deze niet worden gevonden, zullen ook deze opleidingenworden afgebouwd. “We zullen niet met geïnteresseerden het gesprekingaan vanuit een ‘lijkenpik-idee’, maar echt vanuit strategischeoverwegingen. En dus met de focus op ‘what is in it for us’ inplaats van ‘for me’. Alles is bespreekbaar.”

“Zo kan Agri samen met Wageningen en de betrokken ROC’sbijvoorbeeld een goed bruggenhoofd zijn naar het Westland. In onseentje kunnen we dit niet voortzetten. Dit geldt eigenlijk ook voorde PABO Dordrecht, die behoort ook tot deze categorie. Zou die inRotterdam met de nieuwe Thomas More samen verder kunnen? Dat zouzomaar kunnen, alles is bespreekbaar.”

Vestigingsdirecteuren voor regionaleverankering

Eén van de harde conclusies uit de SWOT luidde dat  dehogeschool niet regionaal en stedelijk verankerd is. Naast dekwaliteitsslag in het onderwijs en het concentreren van hetonderwijsportfolio zal Inholland dan ook moeten gaan werken aan eensterkere regionale positionering. Terpstra geeft aan dat er echterspanning bestaat tussen de verschillende, noodzakelijkeveranderingen en de recente ontwikkeling van de hogeschool.”Verleden  jaar is hier de vraag gesteld of we, bijvoorbeeld,techniek moeten aanbieden over meerdere vestigen in eenoverkoepelend domein of niet. Toen is besloten van wel. Dat kunnenwe niet direct terugdraaien, dan overvragen we de hogeschool. Jeorganisatie moet niet ontploffen.”

De focus van de hervormingen zal daarom eerst liggen opkwaliteit en het onderwijsportfolio om later te ‘kantelen’ naar deregio’s en vestigingen. Deze ontwikkelingen moeten nieuw tebenoemen vestigingsdirecteuren gaan trekken. Dat worden mensen ‘vanbinnen’ die tevens als domeindirecteuren optreden. De mogelijkheidkan zich zo nog wel een aantal jaren voordoen, dat eenvestigingsdirecteur van X toch nog zeggenschap heeft over eenopleiding in een domein vestiging Y, bevestigt Terpstra. Dat moetdan maar, zegt hij.

“De belangrijkste reden om nu al vestigingsdirecteuren teinstalleren, is om een gezicht naar de directe omgeving te hebben.Als het onderwijs weer naar de regio moet, moet je meer aandachtbesteden aan je lokale positionering.” Ook zal per vestiging eenRaad van Advies worden ingesteld met onder meer het werkveld, dieverder helpen moet met “het verder op de regionale behoeften entenvan het onderwijs en onderzoek.”

Blijft het overal ‘Inholland’?

Dat leidt tot een vraag waar Terpstra eigenlijk nog geenantwoord op kan bieden. Moeten die regionaal sterkere vestigingennog wel allemaal ‘Inholland’ blijven heten? Hoort ook daar geenhelder, herkenbaarder gezicht bij? “We heroverwegen demono-merkstrategie van Inholland. Moeten we als we mikken op eensterkere regionale verankering  ook de naam aanpassen? Weweten het eerlijk nog niet. Misschien moet de vestiging hier in DenHaag wel de Louis Couperus-academie heten, ja. Als jullie nou eensmet meer van zulke benamingen komen, maak er wat mij betreft eenprijsvraag van op ScienceGuide! Per 1 januari 2012 zijn de knopendoorgehakt, dan moet de merkstrategie zijn vastgesteld.”

Het minst zorgen nog maakt Terpstra zich over het vinden vangeschikte opvolgers. Per 1 oktober hoopt hij het nieuwe CvB tepresenteren. “Ik heb inmiddels een paar honderd CV’s binnen en hoorverschrikkelijk vaak van mensen dat ze willen helpen bij Inholland.Maar daar zit ook een hoop bij die slechts afkomt op de kralen. Ikwil geen BN’ers, ook niet in de Raad van Toezicht, daar hebben weniets aan. De nieuwe voorzitter daarvan maken we per 1 juni bekend,dat hebben we iets uitgesteld. Zo iemand moet je pas presenterenals je hem of haar kunt neerzetten in een nieuw perspectief.” Opnieuwe meubels in de boardroom hoeft ook die niet te rekenen.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK