Ik ben trots op het HBO

Nieuws | de redactie
31 augustus 2011 | Jasper Tuytel (Hogeschool Rotterdam) ergert zich aan het beeld dat het HBO niet deugt. “Heel de sector is er door weggezet. Iedereen, inclusief onze studenten. De reactie uit onze kring is er één van puur defensief in de schulp kruipen.” De collegevoorzitter wil in het offensief en voegt de daad bij het woord.

“Zullen we maar meteen eerst het voorbije jaar, sinds ‘deTheo-route’, doornemen?” zegt Jasper Tuytel, de voorzitter van deHogeschool Rotterdam. Zijn instelling ging in 2010 door de grensvan 30.000 studenten, waarvan bijna 30% allochtoon talent. Bij hetNVAO- en inspectieonderzoek naar de HBO-toetsingen en -kwaliteitwerd  – net als in 2001-2002 bij het HBO-fraude onderzoek -geen feilen van de grote, complexe hogeschool genoteerd. Detreurige beeldvorming rond het HBO zit Tuytel dan ook hoog. Zeerhoog.

“De twijfels aan het HBO zijn niet van het afgelopen jaar, of deschuld van Inholland. Ben je gek. Deze sfeer speelt al veel langeren krijgt dan af en toe van die erupties. De commissie-Schutte,precies eender. Bij de HBO-fraude destijds liep het analoog, ik hadeen sterk déjà vu gevoel de voorbije maanden.”

In de schulp kruipen

De feiten destijds waren niet misselijk. Enkele hogescholenhadden ‘zaken gedaan’ om met Belgische studenten extra inkomstenvan OCW te genereren, de zogeheten Vlaamse Carrousel. Het kostteenkele CvB’ers de kop.

Ook nu is bij een aantal opleidingen zaken voorgevallen diestomweg niet kunnen. Terecht dat de inspectie daar scherp naarkijkt. Het probleem zit hem erin dat negatieve gebeurtenissen bijenkele opleidingen worden veralgemeniseerd tot het hele HBO. Ook nuzal er stevig moeten worden ingegrepen en dat gebeurt ook. Kijk hoeDoekle bezig is bij Inholland. Maar de beeldvorming die is eral.

In de publieke ruimte en discussie ontstaat het beeld dat heelhet HBO niet deugt. Te hooi en te gras worden diploma’s cadeaugedaan door docenten die zelf niet kunnen rekenen of schrijven.Heel de sector is er door weggezet, iedereen in de 1200 opleidingenvan het HBO, inclusief onze studenten. En de reactie uit onze kringis er één van puur defensief in de schulp kruipen.

De HBO-bestuurders leken de afgelopen tijd geknakt, bijnasprakeloos soms tegenover de boude beweringen die soms gedaanwerden: per jaar 5% van alle docenten ontslaan en zulkeverbetervoorstellen.

Je ziet het in de profielschets voor onze nieuwe voorzitter vande HBO-Raad, ook die is eigenlijk heel defensief van toon. Die moet”vertrouwen herstellen”, “daadwerkelijk luisteren” en zo.

Tegenover die beeldvorming wil ik stellen dat ik trots ben trotsop het HBO. Ik ben tróts op deze hogeschool! Het klinkttegenwoordig bijna verdacht als je dat uitdraagt en helemaal alsbestuurder, zelfs met de feiten in de hand over onze prestaties. Jebent een bobo die in denial is, die alles ontkent.Bestuurders deugen sowieso niet. Toen de NVAO nog eens scherp gingevalueren, gaf Karl Dittrich daar een interview over opScienceGuide. Prompt lag zelfs hij onder vuur. Omdat hijzei ‘kijk vooral scherp naar de feiten van het HBO, daar hebben weecht wat aan om kwaliteitsmaatregelen te kunnen nemen.’ Terecht dathij dat zei, natuurlijk.

Elk gevoel van eigenwaarde lijkt weggezakt

In de hele sector heerst bijna een sfeer van angst voor ditklimaat. Schadebeperking is het hoogst haalbare. Elk gevoel vaneigenwaarde lijkt weggezakt. Er moeten meer mensen van binnen enbuiten de sector voor het HBO gaan staan. Dat gebeurt nu te weinig.Dat is jammer en mijns inziens onterecht.

Heel de politiek en het bedrijfsleven zegt : we moeten naarde Top 5 van de kennislanden, we hebben elk talent nodig nu devergrijzing de arbeidsmarkt echt gaat raken.

De BV Nederland heeft het HBO hard nodig. Dat blijkt ook uit decijfers. 95% van onze studenten heeft binnen drie maanden een baanop het juiste niveau. De bèta’s, de zorgspecialisten, de docenten:wij leveren ze. Dit is een prestatie van jewelste. Kijk eens naarde hoge jeugdwerkloosheid en tegelijkertijd de tekorten aan talentin de landen om ons heen, dan zie je dat wat het HBO in ons landpresteert buitengewoon is. De bedrijven hier in Rotterdam met hunwereldwijde blik herkennen zich volstrekt niet in dat beeld van’koekenbakkers’ die wij als HBO massaal zouden afleveren!

Daar komt nog bij dat wij in de grote steden een extra prestatieleveren. In één generatie gaat de beroepsbevolking van de migrantenvan laaggeschoold naar hoger onderwijsniveau bij ons. Met veelvallen en opstaan, met uitval, ja zeker, maar het overgrote deelhaalt zijn diploma. Want de allochtone studenten zitten wel in die95% die meteen werk vindt, dat is een gemiddelde op eenongelooflijk hoog niveau.

Maar je gaat nu toch niet beweren dat het allemaal geweldiggaat……

De Inspectie is bij ons langs geweest. Ze stelde, net als deNVAO, vast dat de zaak hier op orde is, over de hele linie doen wegoed werk. Is dus alles perfect? Nee natuurlijk. Ook bij ons moetenzaken bij roostering of toetsen heus beter. Bij sommige opleidingenkan en moet het een tandje scherper. Daar letten we ook op: watzijn de feiten, hoe loopt het en waar voldoet het nog niet? Wemonitoren ons hier kleurenblind. Soms glipt er wel eens ietstussendoor.… En, als dingen niet goed lopen, dan stellen we datvast en komt er actie. Verbeterplannen metresultaatsverplichtingen.

Ik vind de sfeer die is ontstaan rond het HBO vooral denigrerendnaar onze studenten en docenten. Alsof dat kantjes-ervan-af-loperszijn. Kijk naar onze peercoaches, naar de docenten inInnovatielabs, noem maar op. De mensen zijn zeer gemotiveerd, erwordt keihard gewerkt. Zij worden nu als hele groepgediskwalificeerd. Daarom straal ik mijn trots op ze uit. Doen wijdat niet dan, wek je de indruk dat je die sfeer voor waar aanneemt.Het HBO moet hier in het offensief, laten zien waar we goed inzijn, op welke wijze we bijdragen aan innovaties.

Schop mij er uit

Politiek ligt het voorlopig onder vuur, of in elk gevalonder de loupe. Zodra er een krantenberichtje verschijntmoet de staatssecretaris weer opdraven.

De standaardreactie kun je uittekenen: ‘De Kamer reageertgeschokt. Dit is eens maar nooit weer.’ Dan komen er voorstellenvoor ingrijpen. Maatregelen voor regels en aanscherping van regels.Vooral van toezicht en toezicht op het toezicht. Natuurlijk moet erwat gebeuren. Maar veel van wat er nu wordt voorgesteld is nietgoed doordacht. 100% masters bijvoorbeeld.

Ook de ‘centrale, landelijke toetsing’ is daar een voorbeeldvan. Terwijl iedereen roept dat een vorm van beroepsonderwijs alshet HBO juist sterk moet inspelen op de praktijk in de omgeving, debedrijven, scholen, organisaties in de regio. Die kennisoverdrachtmoet je optimaal verbinden met praktijkgestuurde opdrachten. Depraktijk van professies kan heel anders zijn in Rotterdam danbijvoorbeeld in Emmen of Heerlen. Daar gaat het om inberoepsopleidingen. Je kunt dit soort zaken niet landelijk toetsen.Hier zit weer dat beeld onder: wij hebben onvoldoende vertrouwendat het HBO zelf kwaliteit kan leveren, dus gaan “wij” het zelfmaar doen.

De politiek gaat teveel uit van een diep wantrouwen. Men wilzelf als het ware die ‘toezicht op toezicht’ benadering gaanuitvoeren. Dat is bij de omgang met professionele organisaties eenfundamentele fout, want juist daar moet een ieder primair zijneigen verantwoordelijkheid nemen. Kwaliteit moet je van binnenuitregelen via de docent, de directeur en via het CvB in laatsteinstantie. Als ik het hier bij Hogeschool Rotterdam niet goed doe,schop mij er dan uit. Ga alleen niet zelf als politieke bestuurdersop mijn stoel zitten door in te grijpen in het onderwijs  -zoals via landelijke toetsen – of het personeelsbeleid  met’iedere docent een masteropleiding’.

Politiek ligt er nu een weg naar de HO-toekomst uitgetekend.Na Veerman kwam Halbe Zijlstra met zijn Strategische Agenda. Biedtdeze het perspectief dat de hogeschool en het HO in den brede nodighebben?

Veerman bood veel zinnigs. De uitwerking daarvan vergde eeninvesteringsagenda, dat zei die commissie ook zelf. Die ontbreektnu. Voor het HBO ligt er daarmee nu een optelsom van wensenlijstjesvoor alle punten waarover je iets kunt verzinnen aan verbeteringen.Zijlstra geeft dat eigenlijk ook toe in zijn interview daarover bij jullie.

Netto is het beleidsbeeld nu: er komt €30 tot 40 miljoen mindervoor al die taken en opdrachten. Eventuele extra’s daarbinnen zulje via een vaag geschetste bonus-malus regeling moetenterugkrijgen. Dat lijkt me ingewikkeld worden als dat feitelijk methetzelfde geld als nu zou moeten. Dan houdt die optelsom een keerop, gewoon door de werkdruk onder het personeel.

Profilering mag geen assortimentsdiscussieworden

Niet elke hogeschool moet elke opdracht uit die optelsom enprofileringskeuzen willen uitvoeren. Dat zei Zijlstra in datinterview meteen. Ook Rinnooy Kan zegt dat straks, bij julliejaaropening, vast opnieuw.

Het idee dat de ene hogeschool zich toelegt op Ad’s en de andereop Masters, zoiets kan dus echt niet in zo’n grote hogeschool.Sorry hoor. Wij richten ons op studenten uit de regio. Daar zittenstudenten bij die het niveau net aankunnen, hele slimme studentenen alles daar tussenin. Naast onze reguliere bachelorprogramma’shebben we voor de eerste groep samen met de ROC’s de RotterdamAcademy opgezet. Om de Ad-graad en doorstroom te realiseren.

Maar in onze excellentietrajecten met honours degree en onze Innovation Labs werken we met zeer slimme studenten. Viastartgesprekken en studieloopbaancoaching zorgen wij dat iederestudent het beste uit zichzelf kan halen: ‘overtref jezelf’ is onsparool. Dat doe je door hen de juiste differentiatie instudieroutes aan te reiken. Differentiatie doe je niet door opvoorhand tegen studenten te zeggen ‘jou sturen we weg.’

Wat is daar tegen? Profilering zonder scherpe keuzes bij jeHO-aanbod is geen profilering. Zeker niet bij de kunst, zoalsBrinkman als eerste in een HO-sector moest realiseren.

Het lijkt erop dat de profileringsdiscussie van Veerman wordtverengd tot een assortimentsdiscussie, die gaat uitmonden inallerlei taakverdeling- en concentratieoperaties. Is dat erg? Ja,dat is erg, want dan schiet profilering zijn doel voorbij.Hogeschool Rotterdam kiest een profiel bestaande uit drieelementen: een keuze voor de stadsregio, een strak bij alleopleidingen doorgevoerd typisch Rotterdams onderwijsmodel, het ROM,en een keuze voor zes door de regio aangedragen inhoudelijkethema’s ondergebracht in kenniscentra, met lectoraten, masters entoegepast onderzoek.

Ben je dan tegen taakverdeling en concentratie? Dat kan tochniet goed zijn voor de profielkeuzes van het HBO?

Ik ben niet tegen een T&C als die maar afgeleid is van eenheldere profielkeuze. Wij doen heel bewust veel van het HBO hierniet. Bijvoorbeeld rechten, psychologie en agrarische opleidingen.Ons profiel is ‘de stadsregio’. Als je kiest voor de regio, moet jeook inspelen op die behoeften van de regionale arbeidsmarkt. Die isin onze regio zeer divers en dat betekent dat je met zo’n grotebrede hogeschool ook bijna het hele palet aan opleidingen dient teverzorgen.

Focus op de aard van de HBO-student

Zo’n focus op de regio is er ook één op de HBO-student zelf. Dieis anders dan de WO student. Woont veel meer thuis, komt vaak uiteen gezin met niet zo’n hoog inkomen. De HBO-student moet werken,gemiddeld 15 uur, anders kan hij de studie en zijn levensonderhoudniet financieren. De regio is zijn omgeving, zijn baantje, zijnsport, sociaal leven. Hij is dus sterk regionaal gebonden. Ook datmoet je in je aanbod bewust meenemen.

Als je een opleiding afstoot of gaat verplaatsen naar Utrecht,Eindhoven, Amsterdam of zo is het maar zeer de vraag of deHBO-student ‘meeverhuist’. Die zal eerder een andere opleidingbinnen zijn eigen regio kiezen. Daarom zie ik niet zoveel heil ingrootschalige T&C operaties in het bacheloronderwijs. Op eenenkel onderdeel kan het wel, een voorbeeld is wat wij metScheepsbouwkunde van Inholland doen.

De T&C-benadering moet dus de uitkomst zijn vanstrategische keuzes en niet van vooraf beklonkenresultaatafspraken, dat is jouw conclusie?

Ja, want bijvoorbeeld voor kenniscentra, lectoraten,masteropleidingen is dat anders. Alleen al door de beperkte omvangdaarvan moet hier elke hogeschool wel komen tot een heldereprofilering door het aangeven van zwaartepunten en scherpere focus.Wij nemen bijvoorbeeld rapporten van de Economic Development Board,de OECD, de gemeente Rotterdam mee in de keuzes voor onze zesspeerpunten. Zo komen we uit bij Clean Tech Delta, zorginnovatie,creative industry, talentontwikkeling, business development engebiedsontwikkeling. Die laatste zijn bijvoorbeeld sterkhavengerelateerd. Een keuze voor de stadsregio betekent ook dingenniet doen, ik zie ons bijvoorbeeld echt niet gaan fuseren met deHaagse Hogeschool.

Het is niet zo dat differentiatie en concentratie voor ons uitde lucht komt vallen. Daar zijn we al jaren mee bezig. Ik kan megoed herinneren dat ik 10 jaar geleden met Jos Elbers tijdens eenstrandwandeling hierover sprak. Hij koos voor de assortimentsopbouwdie Inholland werd, ik stootte alles af wat wij buiten Rotterdam inde portefeuille hadden.  “De toekomst zal leren welk modeltoch het meest duurzaam, echt bestendig is voor de toekomst,”zeiden we tegen elkaar. Onze béide keuzes toen waren echtgewaagd.

Grootschaligheid als schuldige is flauwekul

Het is dus de inhoudelijke strategie, niet de vraag naarschaalgrootte waar het HBO zich op moet richten, zeg jij hiermee.Ook dat is bij de buitenwacht geen usance, die gedachte.

De grootschaligheid als de zogeheten schuldige van het HBO, datis echt zulke flauwekul. Dat speelt helemaal niet bij onzestudenten in de concrete instituten. Wij bezoeken als CvBregelmatig onze instituten en praten veel met studenten.Grootschaligheid blijkt nooit een issue. Zij noemen juist alspluspunt het persoonlijke contact en de begeleiding. Geven aan zichgeen nummer te voelen.  Zoiets speelt veel eerder in het WO.Aan universiteiten heeft men meer last van massaliteit, zoals bijhoorcolleges. Even terzijde, er zijn in onze regio plannen om deEUR, de TU Delft en Leiden samen te gaan, met samen dan 55.000studenten. Over grootschaligheid gesproken.

Een grote hogeschool met een rijk assortiment aan verschillendedomeinen en ´units´ kan de interdisciplinaire aanpak realiseren,die de innovatie in de huidige economie op verschillende terreinenvereist. Door het praktijkonderzoek en zulke onderwijsconcepten alsde I-Labs die wij bijvoorbeeld kennen. Dat kun je vergeten als jeberoepsonderwijs op hoog niveau zou gaan opknippen in alleen nogsectoraal functionerende scholen van enkele duizenden studenten.Die noodzaak tot interdisciplinariteit bij de innovatie van nu, datis volgens mij een belangrijke kern van het offensief van het HBOin deze tijd.

Uit het defensief

We moeten laten zien hoezeer we nodig zijn voor de huidige entoekomstige arbeidsmarkt, welke bijdrage we aan innovatie kunnenleveren, hoe we aansluiten op de topsectoren van Verhagen, hoe wijbijvoorbeeld het MKB kunnen ondersteunen. En ja, dan zullen we ookenkele dingen echt beter moeten doen.

Overigens kunnen wij binnen het huidige budgettaire kader veelzelf. Zo voeren we met elke binnenkomende student een startgesprek,hebben we het aantal lesuren verhoogd tot 20 uur per week. Onsstudiesucces programma lijkt zijn vruchten af te werpen: de uitvalin het eerste jaar is significant afgenomen. We moeten ernatuurlijk wel hard aan blijven werken, dat het zo blijft en deopwaartse lijn blijft. En met onze speerpunten halen we veel extrageld binnen.

Verheug jij je op dat offensief het komend jaar?

Verheugen, verheugen…..het is mijn laatste jaar hier. Volgendjaar ga ik met pensioen. Maar ik bruis nog van de ideeën. Het isnog steeds zo dat men er hier op de hogeschool ‘last’ van heeft,als ik weer wat nieuws verzin en we dat ook gaan uitvoeren.

Ik vind het onderwijs nog steeds leuk, ook na al die jaren. Ikhoor nog steeds nieuwe dingen van onze studenten, dingen waaraan ikdan ook wil gaan werken. Nieuwe dingen, die moet je ook willenhoren. Echter, aan alles komt een eind. Dat weet ik best. Dus jemoet het ook loslaten.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK