De like-button van kennis

Nieuws | de redactie
7 september 2011 | Waar is de like-button voor hoger onderwijs? Waarom is er “geen important button op Facebook te vinden is en ook geen difficult but interesting knop?” Prof. José van Dijck (UvA) denkt verfrissend na over wat universiteit en hogeschool moeten doen met “de algoritmisering van het gevoel”.

De vertrekkende decaan Geeseswetenschappen sprak bij dejaaropening van de UvA over haar onderzoeksterrein in mediastudiesen de betekenis daarvan voor de wereld van nu. Wat leer je daaruitvoor hoe de universiteit van vandaag met haar omgeving, haarstudenten én haar opdracht om gaat?

Lees hier Van Dijcks verhaal We like highereducation!

‘Deze zomer namen vrienden hun twee tieners mee op een trektochtdoor de Pyreneeën, om die kinderen eens helemaal te bevrijden vancomputerspelletjes en Facebook. Bij het eerste mooie vergezichtverzuchtte de jongste van 12: “Wow. Waar is devind-ik-leuk-knop?”

Sinds de opmars van sociale media in het publieke domein wordenwe dagelijks gestimuleerd om onze gevoelens over van allesen nog wat aan te klikken. Of het nu gaat om boeken, muziek,video’s, politici, of popsterren: de like-button israzendsnel de barometer van onze intuïtieve oordelen geworden.Sociale netwerk sites als Twitter, Facebook, YouTube en recentelijkGoogle+ zijn geïnteresseerd in het meten en vastleggen vanassociaties en gevoelens. Gevoelens, die mensen aanzetten totbepaald gedrag, zoals koopgedrag of stemgedrag.

Voordat Facebook één jaar geleden de like-buttonintroduceerde, is daar goed over nagedacht. Het is nietvoor niets dat er geen important button op Facebook tevinden is en ook geen difficult but interesting knop.Belangrijk of moeilijk zijn kwalificaties die vragen om argumentenen discussie; men moet immers weten waarom iets belangrijkof moeilijk is. Bij “leuk” daarentegen zijn argumenten niet nodig,daar gaat tenslotte om een gevoel.

Uw type wel

Oscar Wilde zei eens toen hij de hand van een onbekende gastschudde: “Ik ken u niet, maar ik ken uw type wel.” Sinds jaar endag delen we mensen op het eerste gezicht intuïtief in. Socialemedia bedrijven zijn geïnteresseerd in het registreren vanintuïtieve oordelen via de computer. Inmiddels beschikken socialenetwerk sites over enorme databases met gedetailleerde informatieover wie we zijn en wat we vinden. Uit deze data kunnen analistenheel precieze patronen analyseren, en informatie zo personaliserendat ze voorspellen wat u leuk vindt. Websites kennen uw smaak ofvoorkeur beter dan u zelf.

Ik noem dit de algoritmisering van het gevoel. De snaar van onsgevoel is een meetbaar algoritme geworden, en dit algoritme wordtvervolgens weer gebruikt om onze gevoelige snaar te raken. Denkmaar aan de befaamde slogan van Amazon.com: “Klanten die dit boekleuk vonden, kochten ook…” De metadata die u onbewust achterlaatop sites, worden geanalyseerd en doorverkocht aan bedrijven. Deresultaten daarvan vindt u dagelijks terug op uw PC of laptop. Zokrijgt u e-mails met aanbiedingen, die helemaal zijn toegesneden opuw persoonlijke voorkeuren. En probeer het eens: als twee collega’seenzelfde zoekterm in Google intikken, is het resultaat nietgegarandeerd hetzelfde.

De like-button vormt steeds vaker de basis van publiekecommunicatie in onze samenleving, ook buiten de socialenetwerksites. We worden constant gevraagd wat we van alles vinden.Als ik inlog op mijn bankrekening word ik eerst gevraagd naar mijngevoelens over de stabiliteit van de economie of mijn vertrouwen inde huizenmarkt. En krantensites confronteren ons ongevraagd metlijstjes van meest gelezen artikelen, waardoor we die artikelenvervolgens weer aanklikken. In de informatietheorie heet dit hetrich-get-richer effect. Wat al veel gelezen is opinternet, wordt nog meer bekeken.

Rutte op Dance Valley

De like button gaat echter ook steeds meer het publiekedomein domineren, zoals de politiek en de wetenschap. Politicigebruiken sociale media om “leuk” gevonden te worden, wantpopulariteit betekent stemmen. Zo was het filmpje van eendansende premier Rutte op Dance Valley vier weken geleden het meestbekeken item in de digitale Volkskrant van 8 augustus. Dat was dedag waarop de beurskoersen wereldwijd kelderden.

Ook presidenten doen hier aan mee. Een grote hit op YouTube wasafgelopen juni een videoclip van Barack Obama, die een huilendebaby overneemt uit de armen van zijn vrouw Michelle, waarop de babyprompt begint te lachen. PR-medewerkers van het Witte Huisplaatsten de clip op YouTube en binnen enkele dagen haddenhonderdduizenden mensen de like button ingedrukt en was devideo viraal verspreid. In een tijd van economische malaise en lagevirtuele peilingen, werken emotionele beelden vele malen beter danargumenten.

Ook in het wetenschappelijk onderzoek en onderwijs begint delike button een rol te spelen. Tot mijn verrassing melddeeen paar weken geleden een wetenschappelijke uitgever dat een vanmijn artikelen het most downloaded artikel van 2009 en2010  in het betreffende tijdschrift was. Onderaan zijn emailstond het verzoek om dit artikel, nu voorzien van een specialelike-button, door te sturen aan al mijn sociale netwerkcontacten. Kennelijk is most downloaded een nieuwecategorie in het wetenschappelijke bedrijf en is het de bedoelingom je eigen wetenschappelijke werk ook nog via sociale media tepromoten.

Google Scholar en andere enquêtes

Om te constateren hoezeer de like button in het hogeronderwijs is doorgedrongen, hoeven we maar te kijken naar dewerking van GoogleScholar. Steeds meer studenten zoeken literatuurvia deze zoekmachine en kijken dan uitsluitend naar de eerste tienresultaten van de Google-hitlijst. GoogleScholar selecteert zijnwetenschappelijke bronnen echter niet op basis van kwaliteit ofrelevantie, maar op basis van populariteit. De bron die het meestaangeklikt wordt, eindigt hoog in de ranking.

De kans is dus reëel dat wat studenten “leuk” of “gemakkelijk”vinden, hoog scoort omdat het vaak aangeklikt wordt. Overigens vindik GoogleScholar een van de beste uitvindingen sinds het gesnedenbrood, maar ik plaats serieuze kanttekeningen bij de manier waaropstudenten deze zoekmachine vaak gebruiken.

In het wetenschappelijk onderwijs zien we de algoritmisering vanhet gevoel steeds nadrukkelijker. Colleges moeten vooral “leuk”worden gevonden, want studenttevredenheid is een belangrijktoetscriterium. De Nationale studenten enquête (NSE) stelt vooralvragen over huisvesting, het uitgaansleven, en de kwaliteit van depizza in de kantine, naast enkele vragen over het onderwijs.

Ik vrees de dag waarop we na afloop van een statistiekcollege dezaal vragen om al dan niet de like button in te drukken.Oordelen als “leuk” hebben echter geen relevantie voor hetwetenschappelijk onderwijs. En “moeilijk”, “uitdagend”,”interessant” of “leerzaam,” zijn geen oordelen die je met een drukop de knop geeft. De algoritmes van sociale media vragen naarsnelle intuïties, terwijl kennis bij uitstek tijd vraagt en moetbeklijven. Vaak weet je pas na jaren wie je goede docenten waren,of wat je geleerd hebt.

Gevoelige snaar is niet genoeg voor hogeronderwijs

De like button symboliseert de algoritmisering van hetgevoel, en het is een trend die geen enkel domein onberoerd laat.Een samenleving waarin jongeren steeds meer geconditioneerd wordenom iets “leuk” te vinden en dit instant te delen met hunpeers, een samenleving waarin het “gevoel” vertaald wordtin algoritmes, die samenleving raakt steeds meer vervreemd vanrationele argumenten.

De taak van een universiteit is niet om continu te peilen watstudenten vinden of voelen over het onderwijs; de taak van eenuniversiteit is om studenten te leren wat algoritmes zijn en hoe zewerken, wat cognitieve emoties zijn en hoe ze werken, en hoe eensamenleving werkt waarin gevoelens met behulp van algoritmesgemeten worden. Alleen een gevoelige snaar raken is dus nietgenoeg. We moeten studenten in hun hart raken en hun hersens inbeweging brengen.’


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK