Opleidingsschool de toekomst?

Nieuws | de redactie
14 november 2011 | Is de opleidingsschool hét wondermiddel voor het vormen van hoogwaardige docenten? Tijdens het derde Meesterschapsdebat van de vier grote educatieve faculteiten waren de meningen verdeeld. Opleiders en beleidsmakers toonden zich in Almere positief, Tweede Kamerleden waren nog wat terughoudend.

“Als de resultaten significant beter zijn, is het zeker teoverwegen, maar ik vind dat de keuze eerst en vooral aan deinstellingen zelf gelaten moet worden”, vond ChristenUnie-KamerlidCarola Schouten. De opleidingsscholen, waar studenten op dewerkplaats zelf studiebegeleiding ontvangen kunnen op positievereacties rekenen, zo ook tijdens het debat bij WindesheimFlevoland.

Meer afstemming tussen opleiding en school

“Je mag heel veel doen en daar ontwikkel je je het beste mee”,vindt Willeke Lustig die zelf als Leraar in Opleiding (LiO)werkzaam is. Ook Ina van Eck die als leerkracht werkt op eenopleidingsschool merkt de veranderingen ten goede. “De groei vaneen student is veel duidelijker zichtbaar. Doordat er meerafstemming is tussen de opleiding en de school, kunnen we het gatdichten. We moeten er bewust van zijn dat we elkaar nodighebben.”

Tijdens het Meesterschapsdebat van drie rondes met verschillendepanels kwam de discussie echt op gang zodra dekwaliteitsbeoordeling van de nieuwe opleidingsscholen ter sprakekwam. NVAO-voorzitter Karl Dittrich trapte af: “Eenopleidingsschool hoeft niet de norm te zijn. Laten we vooral ookrekening houden met de behoeftes van de school en van deleerlingen. We kunnen prima meerdere modellen gebruiken, zolang wemaar duidelijke eisen stellen.”

CDA-Kamerlid Jack Biskop stelt dat het verschil dat deopleidingsschool ten opzichte van de opleiding van de klassiekestagiair eigenlijk niet zo groot is. “Dat onderscheid is tochvooral academisch. En als de NVAO en de Onderwijsinspectie daar huncontrolerende taak in houden, is er eigenlijk geen probleem.”Biskop nuanceerde tevens de kritiek die er nogal eens klinkt op hetniveau van opleiden in Nederland. “We worden geprezen door de OESOover hoe we het hier aanpakken.”

Eigenaarschap bij de docent

Vanuit het veld is de teneur overwegend bevestigend te noemen.Men heeft als lijn dat de opleidingsschool het nieuwe model gaatzijn voor de vorming van de docenten. “Het is waar we heen gaan opdit moment”, stelt Kees van Bergeijk, schoolleider op het MartinusCollege. Harry Claessen van het Twentse Carmel College benadruktdaarbij de kracht van het nieuwe model. Vooral de integratie tussende opleiding en de school waar de student les geeft noemt bijessentieel voor het succes van de opleidingsschool. “Heteigenaarschap van het onderwijs ligt bij de docent, dat moetduidelijk zijn.”

Fokke Hoekema, docent wiskunde merkt op dat de zogeheten’Community of learners’  van groot belang is voor de kwaliteitvan onderwijs. “Samen lessen ontwerpen, door continu met elkaar tepraten over wat werkt. Ik wil gewoon echt weten wat er omgaat inhet hoofd van een leerling.”

“Studenten geven zelf ook aan mij aan dat zelf meer lessenwillen ontwerpen, echt eigenaar zijn”, ziet ook PvdA-Kamerlid TanjaJadnanansing. Aan het slot van de discussie benadrukte zij nog eensdat de docent centraal moet staan in de discussie. “Het moet weerom de docent gaan en minder om de managers en bestuurdersdaarboven.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK