De bron van Zijlstra’s beleid
Eind 2007 bracht Zijlstra als VVD-woordvoerder een kritischenotitie uit over het beleid van PvdA-minister Plasterk in hetkabinet- Balkenende. “Geld is het belangrijkste sturingsmiddel voorde overheid en juist dat middel gebruikt hij niet om in te zettenop kwaliteit,” zei hij.
In een beleidsnotitie schetste hij een alternatieve visie enpubliceerde deze op ScienceGuide. Het verhaal daarover is nu weerhoogst interessant.
Halbe Zijlstra’s visie uit 2007
‘Op dit moment zitten er in het bekostigingssysteem al weinigprikkels voor instellingen om meer kwaliteit te leveren dan striktnoodzakelijk voor het halen van de volgende accreditatie,analyseert Zijlstra. “Strikt bekeken zit er zelfs een perverseprikkel in om de kwaliteit van het geboden onderwijs te verlagen,omdat de hoeveelheid diploma’s immers het eenvoudigst kan wordenvergroot door de opleiding makkelijker te maken. Als meer mensen instaat zijn om de opleiding te voltooien, krijgt een universiteitmeer geld”.
De VVD wil de kwaliteit van het hoger onderwijs daarom metverschillende instrumenten verhogen:
– Invoering vaneen eindtoets in het hoger onderwijs
Hieraan wordt diplomabekostiging gekoppeld. Een bonus wordtuitbetaald voor iedere student die de opleiding succesvol afrondt.Het is heel goed dat instellingen een financiële prikkel hebben omzoveel mogelijk mensen te laten afstuderen, zolang daarbij hetniveau van de afgestudeerden maar aan minimale vereisten voldoet.Een voorwaarde voor diplomabekostiging/outputfinanciering is dusdat de kwaliteit van de output moet worden gecontroleerd.
Dat gebeurt momenteel onvoldoende, vindt de VVD. Zij steltdaarom voor over te gaan op extern gecontroleerde eindtermen eneindtoetsen voor de opleidingen in het HO. Indien een student zaktvoor de eindtoets, dan krijgt de instelling voor de extrastudietijd (1 of meer semesters) geen extra bekostiging vanuit hetRijk. Zij krijgt immers een vergoeding voor het succesvol afrondenvan de opleiding ongeacht de daarvoor gebruikte studietijd. Deeindtoets wordt onderdeel van het curriculum en wordt afgenomen inhet laatste semester van de opleiding. Voor de financiering van dediplomabekostiging wordt 40% van het macrobudget gereserveerd.
Van leerrecht naar kwaliteitsrecht
– De invoeringvan kwaliteitsrechten
Instellingen krijgen een basiskwaliteitsbekostiging voor zesjaar op basis van hun eigen ambities, het functioneren van demedezeggenschap, en de accreditatie van de opleiding. Bij dieaccreditatie kunnen vijf gradaties worden toegekend, van ‘slecht’tot uitstekend. Een opleiding die als uitstekend wordtgeaccrediteerd, krijgt een bonus. Voor bekostiging op basis vankwaliteit wordt 40% van het macrobudget gereserveerd, waarbijsommige instellingen meer krijgen dan andere. 20% van hetmacrobudget blijft daarmee over voor de vaste voet voorinstellingen.
– De instellingvan een hoger onderwijsautoriteit
Het toezicht op het HO dient onder één dak gebracht te wordenbinnen een Hoger Onderwijs Autoriteit. Deze HOA doet deaccreditatie van de opleidingen, de registratie van de opleidingenwordt er ondergebracht en ook de Onderwijsinspectie wordtovergeheveld naar het HOA. Een dergelijk geïntegreerd enefficiënter toezichtkader is in mei 2007 ook bepleit en uitgewerktin een voorstel door het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) inzijn notitie ‘Zuiver op de graad’.
Afscheid van Rutte’s beleid?
De VVD-fractie neemt hiermee afscheid van het concept van deleerrechten, dat haar fractieleider[in 2007 Mark Rutte]alsHO-bewindsman wettelijk wenste door te voeren. De liberalen blijvenervan overtuigd, dat die benadering een goede is en ook meer danhet voorstel van het kabinet een goede aansluiting metkwaliteitsaspecten mogelijk maakt.
Maar gelet op de politieke werkelijkheid en demeerderheidsverhoudingen daarbinnen kiest de VVD in het actueledebat voor een concept met ‘kwaliteitsrechten’, dat meerbeantwoordt aan de dilemma’s en zorgen van het huidige hogeronderwijs, zo zegt Zijlstra tegen ScienceGuide.’
De volledige notitie van de VVD uit 2007 leest u