Kabinet, maak nu miljardenhefboom voor kennis

Nieuws | de redactie
1 februari 2012 | Yvonne van Rooy (UU) stelt voor het “zeer bescheiden budget” van de topsectoren creatief in te zetten “als matching voor voorstellen in Brussel. Alleen zo kunnen we daarmee een multiplier-effect creëren,” een hefboom die ons land fors kan laten oogsten. “De achterstand is hier nu al zo’n €1 miljard”, zegt Robbert Dijkgraaf.

Bij het afscheid van AWT-voorzitter Joop Sistermans zette deUtrechtse collegevoorzitter haar visie uiteen op de kansen enbedreigingen die de kennissector op zich af ziet komen. Daarbij gafzij een zeer scherpe boodschap. Zo viel haar op, dat ons land opallerlei punten zeer hoog scoort, maar de consequenties daarvanniet lijken door te dringen.

Daar wringt de schoen

“Hoe is het mogelijk, zo vraagt de THES zich af, dat een kleinland als Nederland 12 universiteiten heeft bij de top 200 in dewereld? Het zijn niet alleen de Britten die de Nederlandseuniversiteiten hoog aanslaan. Uit de laatste InnovationScoreboard – de jaarlijkse monitor van de Europese Unie over hetinnovatievermogen van de lidstaten  – scoort Nederland op 1als het gaat om een ‘open en excellent researchsystem’ .”

“Maar uit diezelfde monitor blijkt ook dat Nederland niet bij deInnovatiekopgroep hoort. Dat zijn de Nordics en Duitsland. Landendie allemaal de Lissabon-norm van 3% BNP voor R&D wel halen ofer – zoals Duitsland  – dicht in de buurt zijn. Landen ook meteen hoog niveau van bedrijfsinvesteringen in onderzoek enontwikkeling. En ook daar wringt de schoen in ons land. Nederlandverkeert in de onderste regionen van de Europese Unie op deparameter private R&D-uitgaven, een buitengewoon zorgelijkpunt.”

70% van de economie gemist

Ook bij het durven kiezen en volhouden van een strategie voorhet kennisbeleid ziet Van Rooy een gebrek aan ‘ugency’ envolharding. Zij wees op de impact van Sistermans’rapport Backing winners  uit 2003. “Datviel toen nog bij EZ op dorre grond. Maar het Innovatieplatform datinmiddels was opgericht zag er wel heil in. Desleutelgebieden-aanpak was een eerste aanzet om keuzes te maken.Het huidige kabinet heeft die koers vervolgd, ook al zijn 10topsectoren wel wat veel van het goede en kunnen cynici gemakkelijkbeweren dat er dus niet echt gekozen wordt.”

KNAW President Robbert Dijkgraaf pakte dit punt direct op inzijn rede bij het afscheid van Sistermans. Hij wees er in scherpebewoordingen op dat de topsectoren essentiële aspecten missen:de ‘grand challenges’ van de Horizon 2020 strategie waarin Europagaat investeren en de dienstensector van onzeeconomie. “70% van onze economie zit dus niet in detopsectoren.”

Dat heeft ertoe volgens Van Rooy geleid, dat er geen werkelijkambitieus beleid tot stand is gekomen. “Ondanks KIA’s, deontwikkeling van de Kennisinvesteringsquote, tal van waardevolleATW-adviezen, Kamerbreed aanvaarde moties om bij de top 5 vankenniseconomieën te behoren [de motie-Hamer red.] zijn hetvooral enthousiaste beleidsvoornemens die zich niet vertalen involdoende financieel commitment, althans niet voldoende om onzeconcurrenten bij te houden.”

Hogere ambitie, Duits voorbeeld

Bij het afscheid van Sistermans had even daarvoorstaatssecretaris Zijlstra al gezegd, dat hij de denklijnen van deAWT mooi vond, maar “uw ambitie ligt wat hoger dan wij kunnenwaarmaken qua investeringen.” Scherp wees Van Rooy vervolgens opeen zeer verschillend beleid en een voorbeeld van een anderestrategische benadering. Die levert meteen een tip op voorKamerleden en bedrijven die verder willen kijken dan hun neus langis.

“In dit opzicht moeten wij ons spiegelen aan Duitsland  datén financieel solide is én stevig in kennis investeert. Bezoekenaan Duitsland kunnen leerzaam zijn en bijdragen aan de sense ofurgency. Dat geldt voor met Vaste Kamercommissies om kennis tenemen van de Excellenzinitiative, maar ook voor bedrijfslevendelegaties om zicht te krijgen op het hoge niveau aan bedrijfsR&D.”

Ook Dijkgraaf pakte dit punt op. “Het niveau van deinvesteringen blijft ver achter bij de noodzaak. De achterstand isin dit opzicht nu al zo’n €1 miljard. Het ministerie van EL&Ischetst over de komende periode een positief beeld, er zou in 2015 €700 miljoenmeer ter beschikking komen. Dat is een ‘best case scenario’, opzijn best. Wij zien signalen van gelijkblijvend en zelfs dalendeeffectieve onderzoeksfinanciering.”

Schep een multiplier via een hefboom

Van Rooy wilde het bij deze vaststellingen niet laten,want “het is zaak ook pragmatisch te zijn.” In Europa wordtwel stevig geïnvesteerd in kennis en het is van belang dat ons landdaar optimaal op in weet te steken. Ze gaf aan dat dat ook wel moet, want”om van de Topsectoren met een zeer bescheiden budget een succes temaken, is er m.i één route die succesvol kan zijn en dat is deBrusselse route. De Europese Commissie laat met Horizon 2020 ziendat het haar ernst is om stevig te investeren in de kenniseconomie.Voor de komende jaren is een budget van 80 miljard uitgetrokken.Geen klein bier.”

Die route naar succes is niet eenvoudig geplaveid, “ondanks degoede record van Nederland bij de voorgaande kaderprogramma’s.” Wilons land ‘scoren’ moeten de kennisinstellingen en bedrijven “voorde Europese programma’s  middelen voor matching meebrengen.Met de forse bezuinigingsdruk die de universiteiten ervaren, envoor veel bedrijven geldt hetzelfde, zijn die middelen er niet.”Dit maakt vindingrijk.

Van Rooy stelt daarom voor het “zeer bescheiden budget” van detopsectoren zeer gericht in te zetten, als hefboom voor de grotebedragen vanuit Europa. “Daarom dient het EL&I-budget voor detopsectoren zo ingezet te worden dat het als matching kan dienenvoor bedrijven en universiteiten die in het kader van een topsectorsamen voorstellen in Brussel indienen. Alleen zo kunnen we met hettopsectorenbudget een multiplier-effect creëren.”

“Dat vraagt een slimme follow up van de innovatiecontractenwaarbij prioriteit gegeven wordt aan voorstellen die gericht zijnop participatie in Horizon 2020. Op deze manier draagt Nederlandsubstantieel bij aan de Europese kennisbasis, maar kan het ookoogsten!” (De publiek gemaakte inzet van EL&I en OCW op ditpunt leest u hier.)

Meer dan een rinkelende bel

Robbert Dijkgraaf viel Van Rooy bij en onderstreepte, dat “ergeen reëel alternatief is voor kennis als grondslag van deeconomie, wereldwijd en ook voor Nederland niet. Het is geenvrijblijvende abstractie. Het deelnemen in en initiëren van devitale netwerken voor de kenniseconomie zijn nietvrijblijvend.”

“Slimme combinaties van generieke en specifieke acties zijn inhet beleid noodzakelijk. Als daarom gesproken wordt over hetadagium van ‘kennis, kunde, kassa’, dan moet die laatste meerinhouden dan steeds dezelfde rinkelende bel. De kenniseconomieheeft misschien geen vijanden, maar heeft hij ook vrienden?”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK