Kabinet ontkent drempel zware masterstudie
In Kamervragen van de ChristenUnie over het tekort aan bèta’s entechnici kwam ook de vraag aan de orde of Zijlstra (OCW) enVerhagen (EL&I) de opvatting deelden “dat het sociaalleenstelsel in de masterfase een extra drempel opwerpt voorstudenten in de bètatechniek, die doorgaans een tweejarige mastervolgen?”
Jongens, toe nou, zeur niet zo
De betrokken fractie vroeg daarop of zij bereid zouden zijn “omhet advies van belangenorganisaties VNO-NCW, MKB Nederland, deondernemingsorganisatie voor de technologisch-industrie FME enInterstedelijk Studenten Overleg (ISO) op te volgen en studentenmet een tweejarige bètamaster een extra jaar studiefinanciering teverstrekken?”
De bewindslieden lieten in hun beantwoording merken, dat zij dezorgen op dit punt niet erg realistisch vinden. Volgens hen gaathet om geringe bedragen die niet “een ontmoedigend effect” zullenhebben. In de toon van het antwoord zit bijna iets van ‘jongens,toe nou, zeur niet zo.’
“Bij het wetsvoorstel ‘Studeren is investeren’ is ervoor gekozenom het sociaal leenstelsel voor alle masteropleidingen in tevoeren. In het maatschappelijk debat hebben organisaties eropgewezen dat mogelijk minder studenten voor een meerjarige master(overwegend in beta/techniek, onderwijs en zorg) zullen kiezen. Ikverwacht niet dat het sociaal leenstelsel in de masterfase eenontmoedigend effect zal hebben.
Verschil is te overzien
Het door de student te financieren verschil tussen een twee- eneenjarige masteropleiding bedraagt maximaal circa €3.200 (dat is debasisbeurs voor uitwonenden voor één jaar). De aanvullende beurs ende reisvoorziening blijven in de masterfase gehandhaafd.
Wie het bedrag voor zijn basisbeurs via het sociaal leenstelselzou financieren, moet later – voor zover hij of zij dan voldoendedraagkracht heeft – een extra termijnbedrag van iets minder dan €20per maand terugbetalen (bij een rente van 3% en een looptijd van 20jaar). Het verschil met de eenjarige masteropleiding is dus teoverzien.”
