Minder investering in onderzoek of toch niet?

Nieuws | de redactie
21 februari 2012 | Het kabinet geeft schoorvoetend toe dat de directe investeringen in onderzoek fors dalen. Toch verdienen de cijfers hierover van het Rathenau Instituut “de nodige nuancering,” zeggen Zijlstra en Verhagen. Indirecte uitgaven mogen eigenlijk niet meetellen, maar zij doen dat nu toch liever wel.

De bewindslieden zitten duidelijk in hun maag met de preciezegegevens die het Rathenau instituut in zijn voorpublicatie van hetoverzicht van de Totale Onderzoeksfinanciering 2010-2016 op tafelheeft gelegd. Vorig jaar zeiden zij al, dat de gegevens nietvolledig konden zijn, omdat de impact van het regeerakkoord er nogonvoldoende in verwerkt kon zijn. Dit jaar wijzen zij er op, dathet negatieve beeld het onbedoelde effect is van eenbeleidsverschuiving.

Keuze gemaakt

“Tegenover de daling in directe uitgaven staat een forsestijging van de indirecte uitgaven van de rijksoverheid vooronderzoek en ontwikkeling. De verschuiving van de uitgaven vooronderzoek is het gevolg van de keuzes die in het regeerakkoord zijngemaakt om specifiek beleid via subsidies af te bouwen en generiekbeleid te ontwikkelen via fiscale stimulering en het beschikbaarstellen van risicokapitaal met het innovatiefonds.

Deze keuze is gemaakt in verband met het grote belang dat hetkabinet hecht aan de bijdrage die kennis en innovatie leveren aanonze economische én wetenschappelijke positie in de wereld en omdatmet effectief beleid ons land sterker uit de economische crisis kankomen.”

“Daarom stimuleert dit kabinet onderzoek en ontwikkeling via defiscaliteit (WBSO, RDA en RDA+, Innovatiebox), met hetinnovatiefonds en door publieke en private partijen intensiever metelkaar te laten samenwerken aan onderzoek en innovatie in detopsectorenaanpak. Hiermee worden ook  investeringen vanbedrijven zelf in onderzoek aangemoedigd. Eén van de grootsteproblemen op dit vlak is namelijk het laten toenemen van deinvesteringen van bedrijven in R&D.”

Een goed zicht

Nu is het inderdaad zo dat zulke indirecte uitgaven eigenlijkniet meegeteld mogen worden bij de besomming van de publiekeinvesteringen in kennis. Dat geven de bewindslieden ook wel toe.”Formeel gaat het bij de intensiveringen via het fiscale spoor nietom uitgaven van het Rijk maar om verminderde belastinginkomsten.Volgens internationale afspraken hierover worden uitsluitenddirecte R&D-uitgaven zichtbaar gemaakt in de statistieken.”

Maar niettemin behoeft “het beeld dat het Rathenau Instituutschetst gelet op het bovenstaande de nodige nuancering. Niet alleenmoet worden gekeken naar de ontwikkeling in de publieke uitgavenvoor wetenschappelijk onderzoek, maar breder naar het geheel van de(directe en indirecte) publieke uitgaven voor onderzoek enontwikkeling.

Om een goed zicht te krijgen op de inspanningen van de overheidvoor kennis en innovatie dienen de uitgaven daarom te wordengecorrigeerd voor de verruiming van het fiscale spoor (WBSO, RDA,RDA+, Innovatiebox). Daarnaast dient een correctie plaats te vindenvoor tijdelijke crisismaatregelen en de daling van het BBP door decrisis.”

Want OCW en EL&I willen er toch wel op wijzen, dat als meneen ander jaar neemt om mee te vergelijken – het jaar 2008 van voorde kredietcrisis – het beeld ineens veel zonniger wordt. “Bij eenvergelijking van 2016 ten opzichte van 2008 is er inclusief fiscalefaciliteiten (exclusief Innovatiebox) sprake van een stijging vande publieke financiering van R&D. De stijging in absolute zingaat van €5,1 miljard in 2008 naar € 5,7 miljard in 2016, watneerkomt op een stijging van 0,86% van het BBP in 2008 tot naarverwachting 0,90% van het BBP in 2016.”

 

 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK