WO moet leren van HBO-kunst

Nieuws | de redactie
23 maart 2012 | Bij de viering en uitdieping van de alliantie UU-TU/e-UMCU kwam Halbe Zijlstra niet spreken. Invaller Renk Roborgh van OCW zette wel een wat koude douche aan in de speech namens de bewindsman. Hij riep op tot meer “pijnlijke processen binnen de universiteiten.”

De onderzoekers en bestuurders van de drie alliantiepartnerswaren in een feestelijke stemming. Met een reeks presentatieskonden zijn de eerste successen tonen van nieuwe wetenschappelijkeinzichten en valorisaties door de inhoudelijke convergentie van hendrie.

Zowel vanuit NWO als de twee grote kennissteden werd dealliantie aangemoedigd. De CEO van Philips Research, Henk vanHouten, ging nog verder. Hij kondigde de start aan van een nieuwgezamenlijk laboratorium met UMCU en TU/e.

Bundelen van zwaartepunten niet genoeg

De staatssecretaris moest verstek laten gaan, de Kamer had hem geroepen. Zijn directeur-generaalnam de honneurs waar. Deze zwaaide de alliantie lof toe en prees deuniversiteiten meer in het algemeen voor hun “harde werken aan deinvulling van de prestatieafspraken. U verdient een compliment,grote slagen zijn gemaakt.”

Maar toen kwam de echte boodschap van OCW. Het bundelen vanzwaartepunten om de wereldtop vast te houden en te evenaren is voorde bewinsdsman niet genoeg. “U zult ook moeten kijken naaropleidingen waar u van vaststelt dat u daarmee de wereldtop nietzult weten te halen. Daar zult u consequenties aan moeten willenverbinden.”

Subtiel was het niet, te gast bij de universiteit die in despotlight kwam wegens het staken van de opleiding in de wereldtaalvan de grote Pessoa en het grote Brazilië. En wegens de overstap van heel haarsterrenkunde naar Nijmegen. In het huis van de gehangene spreektmen niet over de beul. Roborgh sprak zelfs over de noodzaak van nogmeer “pijnlijke processen binnen de universiteiten,” als zijserieus willen zijn bij hun keuzes voor kwaliteit.

Geen windowdressing

Hij waarschuwde zelfs dat samenwerkingsverbanden enprestatieafspraken “geen windowdressing en groei om de groei”moesten inhouden. De alliantie Utrecht-Eindhoven noemde hij sussendwel een voorbeeld van een “win-win-winsituatie” die mogelijk was.”De concrete kwaliteitsprestaties moeten voorop staan. Niet groter,maar beter. Dat spreekt hier aan.”

Om de boodschap voor het WO nog pregnanter te maken, gaf Roborghtwee voorbeelden als inspiratie. Bundeling moest niet uitmonden inbestuurlijke fusies die vooral managementgericht waren. “Fusies omde fusie daar is de basishouding bij ons zeer kritisch naar. Mengaat dan groot worden zonder dat men binnen de instellingen zakenfeitelijk verbetert, zonder dat men keuzes maakt.” Hij hield hierhet academisch gehoor de ROC’s voor en met name de Amarantis-casus.

Gelukkig had hij voor de universiteiten nog een andereinspiratiebron. “De komende jaren zullen keuzes echt gemaakt moetenworden, ook bij die pijnlijke processen. Ook keuzes over wat u nietmeer of niet ook nog aanbieden zult. Die boodschap is inmiddels welbegrepen dacht ik.”

Rapport-Dijkgraaf als voorbeeld

Ook in het HBO is deze denklijn geïnternaliseerd, hield Roborghhet WO voor. Daar was zelfs het exemplarisch proces in gang gezetdat tot echte keuzes en kwaliteitsbundeling op het hoogste niveauweet te komen. Het rapport-Dijkgraaf is door de kunsthogescholen serieuster hand genomen en vertaald in concrete acties en keuzes. “Zie hetkunstonderwijs, daar doet men zoiets. Pop gaat vooral naar Tilburg.Mode gaat vooral naar Arnhem. Men kiest er op basis van kwaliteiten prestaties.”

Voor het WO was de boodschap van OCW daarom helder. Wat metDijkgraaf kan bij conservatoria en kunstacademies, “dat kan eldersook. We zien dat dit dus kan.” 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK