Excellent onderwijs: zoek de verschillen

Nieuws | de redactie
18 april 2012 | HAN-lector Frans Nauta bezocht Berkeley en volgde er ook colleges. Hij genoot van het uitzonderlijk hoog niveau bij studenten én docenten. “Het is niet vrijblijvend. Participatie bepaalt 20% van je cijfer.” Terug bij ons trekt hij 7 lessen. “Er is geen enkele reden waarom wij niet op deze manier lesgeven.”

“Onlangs was ik in de gelegenheid om een serie colleges tevolgen op Berkeley. Je weet wel, die publieke universiteit aan dewestkust van de Verenigde Staten. Iedere klas had drie dingen dieik nog nooit op die manier heb meegemaakt in een Nederlandse les:alle (alle!) studenten hadden hun literatuur gelezen en hun opgavengemaakt, alle (alle 60!) studenten participeerden actief in de lesen het niveau van discussie was iedere keer weer uitzonderlijkhoog.

Ik probeerde door de weken heen te analyseren wat debelangrijkste verschillen waren met de manier waarop we inNederland college geven en volgen. Ik kwam op zevenverschillen:

1. Ruimte

Stel je een zaaltje voor met zestig studenten. Niet in rechterijen maar in drie kringen, die in hoogte oplopen. De docent staatdaardoor midden in de klas, in plaats van voor de klas. Studentenzien elkaar. Het nodigt allemaal uit tot discussie.

2. Naambordjes en vaste zitplaatsen

In iedere tafelblad is aan de voorkant een smalle naaf geslepen.Iedere student heeft een wit, plastic bordje bij zich van ongeveer30 bij 10 cm met daarop in zwarte letters zijn of haar naam. Datbordje past precies in de naaf en valt dus niet om. Daardoor kan dedocent iedere student bij haar naam aanspreken, en kunnen studentendat onderling ook. Slimme studenten gaan zitten op vaste plaatsen,zodat de docent ze onthoudt.

3. Hard werken

Voor één college hadden de studenten het boek ‘InnovatorsDilemma’ van Clayton Christensen gelezen. Goed boek, niet moeilijk,wel dik (driehonderd pagina’s). Prima te doen in een week, maarwelke Nederlandse docent gelooft dat nog? Pas als de docent datgelooft gaan studenten er ook in geloven.

4. Teaching cases

De grap was dat de docent geen les gaf aan de hand van het boek.In de les stond de praktijk centraal, in de vorm van  eenteaching case. De casus was een startup die moest kiezen welkemarkt ze in zouden gaan met hun product. De docent gebruikteinzichten uit het boek om de discussie over de casus testructureren, op een zeer elegante manier. De theorie werd directzichtbaar gemaakt aan de hand van de praktijk. IJzersterk.

5. Cold calling

Iedere student weet dat de vraag zijn kant uit kan komen. ‘Coldcalling’ noemen ze dat. Het is cruciaal voor de concentratie van destudent, er staat iets op het spel. En nog beter is dat letterlijkiedereen in de klas aan het woord is geweest in de vijfenzeventigminuten dat het college duurde.

6. Geen laptops, geen gadgets

Nietsvermoedend pakte ik mijn telefoon om wat aantekeningen temaken. Oeps, dat was niet de bedoeling. De (bevriende) docent legdein niet mis te verstane bewoordingen uit dat er geen laptops engadgets gebruikt mochten worden in de klas. Al die techniek leidtaf. De verleiding om toch nog even een smsje te versturen is tegroot. Dus aantekeningen maak je ouderwets met pen en papier,basta. Geen discussie over mogelijk.

7. Participatie bepaalt 20% van het cijfer

En trouwens, het is niet vrijblijvend. Participatie bepaalt 20%van je cijfer. Docenten houden nauwkeurig bij wie actief eenbijdrage levert en wie niet. Wie het college niet heeft voorbereidvalt door de mand en merkt dat in haar beoordeling. Ja, dat is welextra werk voor de docent. Maar een slimme docent regelt ‘teachingassistants’ die de klasparticipatie bijhouden.

Het resultaat was fenomenaal: een energieke discussie op hoogniveau, met veel nieuwe inzichten voor de studenten. Ik zou willendat ik vroeger op deze manier les had gekregen.

De grap is: er staat niets bijzonders in dit rijtje van zevenverschillen. Er staan geen dure dingen tussen, geen ingewikkeldedingen. Er is geen enkele goede reden waarom we niet op deze manierlesgeven in Nederland. Alles wat er in die klas gebeurde kan ookmet een Nederlandse klas. Het is eigenlijk heel simpel.

De eerste stap is om docenten te leren op te werken met teachingcases. Dat klinkt misschien heel duur, maar dat valt reuze mee. deHarvard Business School geeft trainingen voor docenten voorongeveer driehonderd euro per dag. De teaching cases van de schoolzijn open toegankelijk en voor een relatief schappelijk bedrag perstudent te gebruiken. Ik zou zeggen: doen!”

Frans Nauta (@fnauta) is Entrepreneurship Lead vanClimate-KIC in Nederland. Lees zijn eerdere columns hier


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK