Vraagsturing, ja graag

Nieuws | de redactie
12 april 2012 | Hogescholen en universiteiten zijn bezorgd over Zijlstra’s deeltijdplannen. De particuliere aanbieders zijn opgetogen. De kennismarkt werkt best, ondanks een oerwoud van 1400 subsidies. Roos Zwetsloot van Pro Education juicht een level playing field daarom toe: de deelnemer kiest en betaalt er zelf voor.

“De particuliere sector is positief over de plannen van Zijlstraom niet meer de instelling maar de vrager te financieren. Maar devraag die bij velen leeft is: is dit een goede oplossing om testimuleren dat meer volwassenen een deeltijdopleiding gaan volgen?Daarom is het goed om eerst eens van wat feiten op een rijtje tezetten en verschillen tussen publiek en privaat onder de loep tenemen. 

Er is de laatste jaren redelijk wat onderzoek gedaan naar de rolvan de overheid en de rol van de markt  als het gaat om hetopleiden van volwassenen Uit ‘Vouchers voor vaardigheden’ (B.Baarsma, SEO, 2010) worden CBS cijfers aangehaald: 84% van devolwassenen schoolt zich bij een private aanbieder. Jaarlijks maken1,3 miljoen mensen gebruik van private onderwijs- entrainingsinstellingen. 

Voldoende aanbod privaat onderwijs 

Uit de zeer recente marktmonitor (SEO, 2012) blijkt dat deomzet  deze  sector 3,2 miljard euro  bedraagt, eenzeer omvangrijke markt dus.  Een van de conclusies uit hetonderzoek  uit 2010 is dat de aanbodzijde van de markt vanpostinitieel onderwijs goed functioneert. Er is voldoende en diversaanbod van privaat, postinitieel onderwijs, onderwijs voorwerkenden en werkzoekenden.  Dit is in het onderzoek van 2012nog eens bevestigd. 

Aan de vraagzijde vertoont de markt nog wel imperfecties. Hetonderzoek laat bijvoorbeeld zien dat sommige groepen moeite hebbenom hun opleiding te financieren, omdat de kapitaalmarkt de batenvan (postinitieel) onderwijs niet goed kan waarderen. Baarsma(overigens recent voorgedragen als kroonlid van de SER) geeft aandat een geschikt instrument om het marktfalen aan de vraagzijde teadresseren, het invoeren van vraaggestuurde financiering metvouchers of leerrekeningen is. 

En passant haalt het rapport Baarsma nog uit naar het doolhofvan subsidieregelingen (volgens haar in 2010 meer dan 1400 potten)voor postinitieel onderwijs. Over de effectiviteit van dezeregelingen is nagenoeg niets bekend.  Bovendien is hetsubsidielandschap door het grote aantal regelingen en hettijdelijke karakter ervan niet transparant en werkt datontmoedigend in plaats van stimulerend. Dit gegeven is ongetwijfeldinmiddels ook bij het ministerie van OC&W bekend en zalZijlstra gemotiveerd hebben om zijn plan voor vraagfinanciering door te zetten. 

Bewuste keuze voor type opleider 

En dan de twijfels over de kwaliteit, zoals die ook door Henk Pijlman werden aangehaald. Eeninventarisatie door de Nederlandse Raad voor Training en Opleiding(NRTO): hun leden hebben begin 2012 al 115 geaccrediteerdeopleidingen in het het Croho register staan, 80.000 studentenvolgen een (deel van) een Croho geregistreerde opleiding bij eenvan de aangesloten leden van de NRTO. 

Als het om kwaliteit gaat: die opleidingen vallen onderhetzelfde accreditatieregime en WHW eisen van de NVAO/Inspectie alsbekostigde opleidingen.  De Inspectie en de NVAO mogen zorgenhebben over de kwaliteit van particuliere opleidingen: ze makenzich de laatste tijd ook veel zorgen over het bekostigde onderwijs.En dat blijkt niet onterecht, gezien de verschillende, recenteaffaires. 

Qua inzet van personeel gaat het niet om een verschil tussen weleen CAO (publieke instellingen) of niet (private ondernemingen).Het gaat wat mij betreft  om een bewuste keuze voor het typeopleiders dat wordt ingezet. Onze organisatie werkt bijna alleenmaar met opleiders met een flexibele, freelance aanstelling omdatwij eisen dat onze opleiders met beide benen in de praktijk staan.Dat verwachten onze deeltijd deelnemers ook. 

Flexibiliteit van freelancers 

Wij werken met opleiders die, naast hun vaste aanstelling alsbijvoorbeeld adviseur, onderzoeker, manager of senior professional,het aantrekkelijk vinden om hun kennis en expertise te delen metgemotiveerde ervaren deelnemers. En die deelnemers verrijken deopleiders  op hun beurt weer met de praktijken die zijinbrengen in het leerproces of in hun onderzoek.

Kortom een heel ander business model. Met als voordeel, moet iktoegeven, ook meteen flexibiliteit om snel te schakelen bijverminderde vraag of wanneer een opleider niet aan de verwachtingenvoldoet. Is het trouwens wel zo dat de CAO-HBO het onmogelijk maaktom opleiders freelance aan te nemen?  

Het private onderwijs is gespecialiseerd in maatwerk enaansluiting bij de wensen en behoeften van werkenden. Men kankiezen voor of een hele bachelor/master of alleen een paaronderdelen. Ik vraag me af of de bewering van Pijlman klopt dat jedoor delen van het curriculum te volgen toch een geaccrediteerddiploma kunt halen.

Dat is ook bij de particuliere sector niet toegestaan. Heterkende diploma geldt alleen bij het voltooien van het volledigetraject. Bij een level playing field hebben publieke aanbieders dusdezelfde mogelijkheden voor modulair aanbieden. De deelnemer kiestwat hij/zij wil volgen en betaalt hiervoor. 

Kortom de particuliere onderwijsaanbieders gaan graag deconcurrentie aan in een gelijk speelveld. (Overheids-)toezicht enhandhaving op kwaliteit en toezicht op concurrentievervalsing isdan wel een vereiste.” 

Roos Zwetsloot is directeur-eigenaar van Pro Education b.v.,particulier aanbieder van Post-Bachelor en  (NVAOgeaccrediteerde) Masteropleidingen voor professionals o.a. in dedomeinen Management & Bedrijfskunde, Learning &Development, Wonen, Zorg & Welzijn, ICT-management enParamedisch.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK