Naar een sociaal Europa

Nieuws | de redactie
24 mei 2012 | Frank Vandenbroucke houdt op 7 juni zijn oratie aan de UvA. De Vlaamse oud-minister van Onderwijs en Werk schetst daarin zijn visie op een sociaal beleid dat samenhang moet geven aan de Europese samenleving. 'Sociaal' is dus ook een gerichtheid op onderwijs en vorming van burgers.

De kritische constatering dat het beleid van de Europese Unieeen sociale dimensie mist, is niet nieuw, zo erkentVandenbroucke, Maar de praktische vraag die uit deze oudevaststelling voortkomt is allesbehalve vanzelfsprekend: welkesociale dimensie moet toegevoegd worden aan het beleid van deEuropese Unie?

Intrinsiek complex

Voorstanders van een ‘sociaal Europa’ hebben te weinig stilgestaan bij de intrinsieke complexiteit van deze opgave, stelt denieuw hoogleraar op de Den Uyl-leerstoel in zijn oratie. Implicietgingen voorstanders er vaak van uit dat de sociale dimensie van deUnie zich zou ontwikkelen als een afgietsel van het sociale beleidin de lidstaten; deze opvatting bepaalde de manier waarop het debatover (de tekortkomingen van) ‘het sociale Europa’ werd gevoerd.

Vandenbroucke stelt dat een concept van sociaal beleid nodig isdat beantwoordt aan de specificiteit van de Europese Unie. Zowel detoegevoegde waarde als de politieke legitimiteit ervan moetenworden aangetoond. Hij benadrukt dat de formulering van eendergelijk concept dringend nodig is.

De operationele uitdaging daarbij is dat de samenhang tusseneconomisch en sociaal beleid op het niveau van de Unie hersteldmoet worden. Het begrip ‘sociaal’ moet daarbij breed bekekenworden: het gaat bijvoorbeeld over werkgelegenheid en socialebescherming, maar ook over onderwijs en opleiding.

Middelmatigheid en gelijke kansen

Deze denklijn sluit helemaal aan op de filosofie em het beleidwaar Vandenbroucke als vice-premier en minister in de Vlaamseregering baanbekend werk verrichtte. u leest daarvoer hier zijnindringende interview met ScienceGuide,waarin hij betoogde dat middelmatigheid van onderwijs alles behalveeen beleid inhoudt, dat werkelijk zorg draagt voor ‘gelijkekansen.’

Hij zei daarin onder meer: “Mijn pleidooi voor gelijke kansen isbeslist geen pleidooi voor middelmatigheid voor iedereen. Zo werdzo’n betoog vroeger nog wel eens verstaan. Daar sta ik rechttegenover: middelmatigheid voor iedereen wil juist géén gelijkekansen zeggen!”

“Juist de sociaal zwakkere groepen in de samenleving hebbenuitstekend onderwijs nodig om werkelijk vooruit te komen. Dat is inde jaren vijftig en zestig in Vlaanderen bijvoorbeeld gelukt bij deemancipatie van de kinderen uit arbeiders- en landbouwersgezinnen.Bieden we jongeren allemaal middelmatig onderwijs, onthouden we hendaarentegen de kansen op werkelijke emancipatie envooruitgang.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK