Vrouwenquotum voor topkennis

De stijging van het aantal vrouwen op topposities in dewetenschap is gestaag, maar de Wissenschaftsrat acht deze veel tetraag. Als 44% van de gepromoveerden in 2010 een vrouw is, dan kanhet argument dat er te weinig competente vrouwen zijn niet meerserieus gehanteerd worden.
Vooruitgang niet meer toereikend
Scherp zegt men dat “het écart tussen de relatieve aandelen vanmannen en vrouwen na de diplomering groter wordt en in de loop vande wetenschappelijke loopbaan verder toeneemt.”
Er is wel sprake van enige vooruitgang. Zo ging het percentagevrouwen in hoge functies bij niet-universitaireR&D-instellingen van 7,9% in 2006 naar 11,3% in 2010. Hetaantal vrouwelijke hoogleraren nam in de hoogste salarisschalen met4% toe naar 15%. Maar bij de 52% afgestudeerden is dit voor dehoogste adviseurs van Merkel en Schavan volstrekt niet toereikendmeer.
Quotum bij selectiecommissies
Hun oplossing is niet een quotum voor het aantal vrouwen opleerstoelen en in leidinggevende functies in het onderzoek. Zijstellen voor dat in de selectiecommissies en beslissingsgremia vande HO-instellingen en R&D-instituten tenminste 40% van de ledeneen vrouw zal zijn. Langs deze weg zouden veel meer goede vrouwenin beeld komen en kansen krijgen voor posities die er toe doen.
Nog een ander voorstel legt men op tafel. De benoemingen voorbeperkte periodes zou men ook voor langere termijnstellingen moetenkunnen geven. Dat zou het voor met name jonge ouders veelaantrekkelijker maken banen in deze sector aan te nemen, omdat dezemeer zekerheid zouden bieden.
