Buitenland maakt kennisland
In ‘De Staat van Nederland Innovatieland 2012’ presenteren HCSSen TNO een
Buitenland domineert R&D
De zalmneuzen van de innovatieve ondernemers en bedrijven komenvan buiten ons land naar Nederland. Hun impulsen voor innovatieve,kennisinvesteringen en groei zijn in korte tijd een majeurefactor voor het perspectief van onze kenniseconomie geworden. 1%van de bedrijven is buitenlands. Toch zijn zij goed voor liefst 33%van de investeringen in R&D vanuit de marksector.
Hun innovatief profiel blijkt uit nog andere cijfers. 54% van dewerknemers in de hightech is actief voor een buitenlandseonderneming. Van de R&D-uitgaven door het MKB wordt liefst 43%door buitenlandse midden- en kleinbedrijf gedaan. Hoekennisinstensiever het bedrijf hoe hoger het aandeel buitenlandsebedrijven: 7,7% in de hightechsector, 1,3 in de lowtech, 0,2 indelfstoffen/bouw.
In de dienstensector is het beeld anders. Ons land is blijkbaarniet zo interessant als bestemming voor de toppers onder deinternationale dienstverlening. 26% van de betrokken werknemerswerkt bij kennisintensieve diensten van buiten Nederland, 45% bijniet-intensieve.
Nederland ook geen kennisvolger
Niettemin is ook hier het innovatieprofiel van de buitenlandsebedrijven veel krachtiger dan van de Nederlandse. 28% van hen hadproductinnovaties gerealiseerd tegenover slechts 14% in deNederlandse dienstsector (2008). In de industrie: 51% van debuitenlandse bedrijven, 27% van de Nederlandse.
Een groot deel van de buitenlandse bedrijven en hunkennisinvesteringen komt uit de Europese Unie, naast een blijvendsterke rol van de USA. Zonder een actieve en uitnodigende rol vanNederland binnen de EU zou ons land, dus niet alleen geen’kennisvolger’ meer zijn onder de hoogontwikkelde landen, maarwegzakken naar een niveau daaronder. Daar zitten landen als Spanje,Portugal, Estland en Italië (blz 48.).
Het hele rapport is
Meest Gelezen
‘Compensatoir toetsen komt kwaliteit hoger onderwijs wél ten goede’
Wet leeruitkomsten: Doorgeschoten individualisering of broodnodige keuzevrijheid?
‘Juist bij flexibiliteit heeft student behoefte aan structuur’
Minister: “Verengelsing ondermijnt de toegankelijkheid van universiteiten”
Kamer zet voorlopig streep door volgende ronde Groeifonds