Excellentie levert extra groeiherstel
De Nederlandse kennissector en economie behoren tot de ‘grotekleinen’ in de wereld. Als innovatievolger en relatieve middenmoterin de bloei van de kenniseconomie zou ons land in de crisissprongen vooruit kunnen maken. De data in het rapport ‘De Staat vanNederland Innovatieland 2012’ laten zien waar en hoe dat zoukunnen. Ook wordt duidelijk hoe groot het risico is dat ons landjuist nu afhaakt en na de crisis niet echt herstellen zou.
R&D vooral in het hoger onderwijs
Een structurele ontwikkeling van ons land is de gestage afnamevan de R&D-intensiteit van de economische prestaties. Deze zitvooral bij de bedrijven.
Heel anders zijn de cijfers van de R&D-intensiteit van hethoger onderwijs. Universiteiten, hogescholen en UMC’s in Nederlandzijn hier de koplopers in Europa. Zij scoren bovendien ver bovenhun collega’s in de USA, Japan en China. Alleen landen als Zwedenen Denemarken kennen een even R&D-intensief HO en vergelijkbaretoename van deze kwaliteit.
Die toename kwam overigens door forse groei van investeringenuit het bedrijfsleven in de ‘Balkenende-jaren’. De publiekeinvesteringen liepen “fors terug, van 815 miljoen euro in 2005 tot693 miljoen in 2009.” (blz 55) De publieke kennisinstituten als TNOvertonen een daling in dit opzicht en zitten onder hetEU-gemiddelde, ver beneden Duitsland. En ook China scoort hier nuhoger dan Nederland: 0,32% BBP versus 0,23% BBP bij ons.
De Januskop van de Nederlandse economie
Deze trends vertalen zich in hoe de industrie en diensten vanNederland presteren, net als dat bij andere landen zichtbaar is.Het herstel van Duitsland komt niet uit de lucht vallen en hunBaltische navolgers evenmin. Een structureel beleid met blijvendeinvesteringen in iets als een
De Nederlandse economie heeft een Januskop als het gaat om’slimme’ kwaliteiten. De export van hightech goederen is relatiefzeer groot. Bij ICT-exporten staat ons land met Finland en Japanaan de top, relatief gemeten. Maar tegelijk is Nederland koploperin de lowtech goederen.
Dat hier de voedselindustrie een dominante rol bij speelt wordtnog eens duidelijk als de cijfers nader bezien worden. Het aandeelin de industriële exportwaarde is minder 25%, maar 45% van detoegevoegde waarde komt juist uit de lowtech sectoren, 15% hogerdan elders in de EU.
Geen vanzelfsprekend patroon
De specialisaties van ons land laten eenzelfde lange termijnpatroon zien. De krachtigste sectoren in de industrie zijn lowtechen medium-lowtech van karakter. Alleen de chemie enmachine-industrie zijn grotere, hogere segmenten, terwijl demedische en optische precisieapparatuur tot de echte hightechgerekend kan worden. Juist bij de grote lowtech als voedsel,uitgeverijen en meubel en overige maakindustrie scoort ons landbeduidend boven het EU-gemiddelde. (blz 196)
Dat dit geen vanzelfsprekend patroon is van postindustriëleontwikkeling laten de cijfers zien. Finland, Zweden en Duitslandvertonen een ander beeld van hun kennisontwikkeling en hebben eenlange termijn beleid ingezet, dat dit ook bewust beoogt. Het zijnlanden in Europa en elders “waar de industrie stevig geworteld is,en waar een hoge toegevoegde waarde samengaat met een hogeR&D-intensiteit of absoluut grote bestedingen aan R&D.”(blz 145)
Nederland per saldo aantrekkelijk
En laten dit nu meteen ook landen zijn waar de huidige crisissneller overwonnen lijkt te worden en zelfs minder zwaar doorslaatin zowel de overheidstekorten als de werkloosheid. Dat blijvend,krachtig investeren in kennis niet alleen het economisch herstelversnelt en verhevigt, maar ook breder bijdraagt aan de bloei vande samenleving wordt ook door minister Van Bijsterveldt met nadruknaar voren gebracht.
Aan de Kamer schrijft zij onlangs onder meer: “Uitwetenschappelijk onderzoek blijkt verder dat
Dat ook Nederland als een excellente kennisnatie voor de dag kankomen, laat de TNO-rapportage zien met twee opvallende gegevens.Ten eerste investeren buitenlandse ondernemingen veel engraag in R&D en kennis in ons land. Ten tweede financierenNederlandse bedrijven veel en graag in R&D en kennis buiten onsland. “Deze twee stromen laten zien dat Nederland per saldoaantrekkelijk is voor buitenlandse partijen.
En uit de handelsbalans van Nederland blijkt nog iets. Tussen2000 en 2010 is deze door de export van geavanceerde hightechproducten “sterk verbeterd.” Dat komt door “hoogwaardigekapitaalgoederen” en niet door “consumptiegoederen.” En dat iseigenlijk te danken aan slechts een bedrijf: ASML.
De kennisintensieve diensten blijken bovendien een hogereexportgroei te kennen, als ook een sterkere toename in hunproductiviteit en toegevoegde waarde. Nederland is dus eenkwetsbaar land op dit terrein, maar de kans op excellentie enkrachtig herstel is ook hier nog steeds aanwezig.(blz143)
Meest Gelezen
Masterstudenten in het hbo worstelen met academisch schrijven en onderzoek
“Ik zal niet de meest populaire onderwijsminister zijn”
“Langstudeerboete raakt kern van hoger onderwijs”
CvB Erasmus Universiteit weigert tweetalig te vergaderen met medezeggenschap
Taal- en rekentoetsen hebben lerarentekort vergroot maar kwaliteit pabo niet verbeterd