HBO afwachtend naar Zijlstra

Nieuws | de redactie
14 juni 2012 | De universiteiten maakten de voorzet voor al hun prestatieafspraken inmiddels publiek. Het HBO schrijft er een brief over aan Zijlstra. "Onzekerheden hebben betrekking op de noodzaak van een juridische grondslag voor prestatiebekostiging, de kabinetswisseling en de gevolgen hiervan voor het sluiten van prestatieafspraken in augustus."

De HBO-raad wijst er op, dat de plannen voor de periode2012-2015 niet mooier moeten worden gemaakt dan ze zijn. Dehogeschoolbestuurders beseffen maar al te goed dat “in dezeperiode stappen [worden] gezet in de wetenschap dat debenodigde wet- en regelgeving op belangrijke onderdelen pas opzijn vroegst in het studiejaar 2014-2015 operationeel is en in eencontext van aanzienlijke financieel-economische problemen enmogelijkerwijs verslechterende condities voor het kunnen realiserenvan ambities.”

Conform de Grondwet of niet?

De in de opening van de brief aangestipte “onzekerheden” zijnpotentieel explosief. Met name het feit, dat de hogescholen de dooronder meer de ChristenUnie op tafel gebrachte twijfels aan derelatie van de prestatiefinanciering met artikel 23GW lijken teonderschrijven is opmerkelijk.

Zou dit namelijk inderdaad het geval zijn, in de visie vanbijvoorbeeld de Raad van State, dan ontvalt elke beleidsgrondslagaan de Strategische Agenda van staatssecretaris Zijlstra. Eenvolgende bewindspersoon is hiermee meteen gewaarschuwd, dat zij ofhij nog wel eens van een koude kermis thuis kon komen. DeHBO-raad gokt wellicht ook wat op een ‘breedmiddenkabinet’ na 12 september, met daarin partijen die deagenda van Zijlstra juist hier kritisch bezien, zoals het CDA en deCU.

Hoge ambities

De HBO-raad onderstreept niettemin, dat “dehogescholen in hun voorstellen hoge ambities [tonen] rondde kwaliteit van het onderwijs. Veel hogescholen vertalen dit ineen streven tot een hogere score op studenttevredenheid (of hethandhaven van een reeds hoge score). Bij andere hogescholen isvooral de inbedding van het onderwijs in een praktijkgerichteonderzoekomgeving herkenbaar als speerpunt van het(profilering)beleid. Zo ontstaat een sterkere relatie tussen hetonderzoek en het onderwijs, met als gevolg een grotere impact vanhet onderzoek op de onderwijskwaliteit: via de bijdrage vanonderwijsactiviteiten, de professionalisering van docenten encurriculumvernieuwing.”

Het is in dat verband interessant de analyse van de medezeggenschapsraden van dehogescholen op dit punt naast deze ambitie-uitspraken teleggen.

Oudere docent gesauveerd

Ten aanzien van de kwaliteitsslag die het HBO bij de docentenmoet maken, heeft men met OCW een compromis gesloten, dat met namede vele oudere docenten binnen de hogescholen geruststelling moetgeven over de waarde van hun graad.

 “Een aantal opleidingen heeft geconstateerd  dat eendeel van het personeel een ‘voortgezette  opleiding’ heeft gevolgd in de periode vóór invoering van debachelor-masterstructuur. Het ministerie van OCW heeft bevestigddat de zogenoemde MO-B akte (waaraan een eerstegraads bevoegdheidis verbonden) beschouwd kan worden als vergelijkbaar met hetmasterniveau voor wat betreft de ambitie om een groter aandeeldocenten op masterniveau te krijgen.”

Huiswerk voor Halbe

De vele uitwerkingstrajecten van het hoofdlijnenakkoord zoudenkunnen doen vergeten, dat er nog enkele cruciale afsprakennader uitgewerkt moeten worden. Puntig herinnert de HBO-raad debewindsman er aan, dat hij zelf op een zo’n punt nog moet leveren,bijvoorbeeld. “Dat neemt niet weg dat de HBO-raad het belangrijkvindt om samen met OCW het project te starten dat de ontwikkelingvan de prijs per student en het project dat dat de deregulering envermindering van de administratieve lasten voor hogescholenmonitort.”

Ook moet hij nog realiseren, dat er overleg gevoerd moet worden”over de wijze waarop hogescholen beter kunnen meedingen in decompetitie om Europese onderzoeksgelden.”

Vilein over Van Vught

De brief besluit met een laatste sneer naar de Review CommissieVan Vught, waarvan de bestuurlijk-politieke status dehogeschoolbestuurders nog steeds dwars blijkt te zitten. “Van grotebetekenis in een proces van prestatieafspraken is de dialoog tussenhogeschool en de politiek verantwoordelijke  bewindspersoon.Zoals eerder betoogd is er vanzelfsprekend niets op tegen datu zich laat adviseren door een commissie, maar gesprekken meteen commissie treden niet in de plaats van het overleg tussenhogeschool en staatssecretaris.” Vanzelfsprekend niets optegen…..

Maar dan volgt een laatste, veelbetekenende zin:”Centraal in de totstandkoming van de prestatieafspraken staatde open dialoog tussen u en elke hogeschool die in augustus van/ditjaar plaats zal vinden.” In minder Haags-ambtelijk proza staatdaar: ‘u mag zich door iedereen van raad laten voorzien, u doetmaar als demissionair bewindsman. Maar de enige met wie wijecht afspraken zullen maken is het kabinet, desnoods metuw opvolger.’

De complete voorzetten van de WO-prestatieafspraken vindt uhier.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK