Overhead tellen lastig

Nieuws | de redactie
29 juni 2012 | Hogescholen zijn moeilijk te vergelijken als het gaat om overhead in hun kosten. En veel of weinig overhead hangt niet samen met de kwaliteit van het geboden HBO-onderwijs. De Rekenkamer ontnuchtert met cijfers en analyse: 10% gaat naar management.

De analyse van de Algemene Rekenkamer van de geldstromen inhet HBO komt tot een serie droge vaststellingen. Zo hanteren dehogescholen te zeer verschillende systemen voor het administrerenvan hun inkomsten en uitgaven, dat er zinnige vergelijkendeconclusies mogelijk zijn over overhead en kwaliteit van deorganisatie. Als gevolg hiervan is het niet goed mogelijk tebepalen welk percentage zij de facto ‘kwijt zijn’ aan overhead enaan directe onderwijsuitgaven.

52% + X direct naar onderwijs

“In ons onderzoek hebben we de lasten van hogescholen ingedeeldnaar ‘directe lasten’ (circa 52%, hiertoe rekenen wij depersoneelslasten besteed aan de activiteiten onderwijs enonderzoek) en ‘indirecte lasten’ (circa 10%, hiertoe rekenen wijlasten besteed aan bestuur, management en secretariëleondersteuning). Een deel van de uitgaven (circa 10%) konden wijniet met zekerheid onderbrengen bij één van deze twee categorieën.Diverse niet-personele lasten (circa 28%), zoals huisvesting, komenten goede aan zowel directe als indirecte processen,” concludeertde Rekenkamer.

Verhalen als zou men in het HBO wel tweederde of meer steken inniet-onderwijs-gerelateerde uitgaven ten koste van de docent enstudent kunnen dus naar het rijk der fabelen verwezen worden. Datbetekent niet dat eerdere berekeningen als die van Berenschot nuvolledig blijken te kloppen.

De AR adviseert daarom een coherentere aanpak te ontwikkelen diede hogescholen en het OCW-beleid zou helpen wel adequatecomparatieve data te laten verwerven. Dit ontbreekt nog in deStrategische Agenda en de prestatieafspraken en zou dan ook eenzinvolle aanvulling voor de advisering terzake door de ReviewCommissie Van Vught zijn.

Resultaten buiten beeld

“Uniformering in de administratie en in de publiekeverantwoording daarover is een randvoorwaarde voor meer inzicht inde besteding van publieke gelden door de hogescholen,” zegt deRekenkamer dan ook. “Daarbij hangt helderheid in de discussie overde kosten van overhead af van een sluitende definitie van hetbegrip overhead. Het is aan staatssecretaris van OCW om te bepalenof deze definitie gewenst is, welke definitie dat moet zijn enof/hoe een dergelijke definitie wordt gehanteerd in debekostigings- of verslagleggingvoorschriften voor hogescholen.”

De rekenmeesters van Den Haag zeggen er meteen iets bij, om dediscussie over regelzucht, bureaucratie en kwaliteit nog verder teontnuchteren: “[We] waarschuwen dat onderwijskwaliteit niet valt afte meten aan financiële ratio’s, zoals overhead.” De discussie overoverhead gaat volgens de AR “eenzijdig over de financiële input. Deonderwijsresultaten die worden geboekt blijven daarbij buitenbeeld.”

De ontvangsten en uitgaven van alle 37 hogescholen in hetboekjaar 2010 werden voor het nieuwe AR-rapport in kaart gebracht.Men constateert dat het zowel voor de branche als voor OCW moeilijkis om het in december 2011 bereikte hoofdlijnenakkoord te vertalenin concrete afspraken over een vermindering van de indirectekosten, zo lang niet duidelijk is welke kosten moeten wordengekwalificeerd als overhead.

Gebouwen kosten slechts 6,6%

De 37 hbo-instellingen hebben in 2010 voor een totaalbedrag van€3.528 miljoen ontvangen aan rijksbijdragen, collegegelden enoverige inkomsten en baten. In dat jaar bedroegen de uitgaven€3.364 miljoen. Van dit bedrag ging €2.442 miljoen op aanpersoneelslasten (met 72,6% het grootste deel van de uitgaven).

De huisvestingslasten van de hogescholen bedroegen 221 miljoen(6,6%), de afschrijvingslasten bedroegen €210 miljoen (6,2%) en deoverige lasten €491 miljoen (14,6%). Binnen al deze categorieënwaren meerdere posten geheel of gedeeltelijk aan te merken alsoverhead.

Wat is overhead?

De HBO-raad heeft het AR-rapport inmiddels bestudeerd en meldtdat men daar verheugd over is. “Het bevestigt dat alle hogescholentransparant financiële verantwoording geven.” De koepel van dehogescholen noteert tevens, dat “het rapport constateert dathogescholen verschillende administratiesystemen kennen – wathistorisch zo is gegroeid – waardoor het feitelijk onmogelijk is omvoor landelijke vergelijking eenduidig de overheadkosten uit degegevens te halen.”

Men wijst er op, dat hogescholen bijvoorbeeld verschillendefunctiebenamingen of verschillende taken hanteren bij een bepaaldefunctie. “Bij de ene hogeschool kan zo’n functie wel direct aan deonderwijstaak worden toegeschreven, terwijl het bij de anderehogeschool een ondersteunende functie betreft en dus overhead.”

Met de toegenomen verantwoordingsvraag worden eenduidigedefinities steeds belangrijker, zo meldt men en zegt daarvervolgens spits op: “Net zoals de Rekenkamer nu doet, heeft deHBO-raad hier eerder op gewezen. In de prestatieafspraken wordenper afzonderlijke hogeschool afspraken gemaakt over de mate waarinindirecte kosten zullen afnemen.” Oftewel: OCW heeft hier een kanslaten lopen tot coherentie te komen.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK