Fellini, de stad bestaat niet

Nieuws | de redactie
30 juli 2012 | “Gebouwen in de stad laten ons een grammatica zien.” Aan de hand van Fellini laat HR-onderzoeker Marina Meeuwisse zien welke mythologie architecten ons met hun werk tonen. Op een groot pyschologiecongres in Orlando doet Meeuwisse de komende dagen haar verhaal.

Lees nu ook deel twee van het verhaal van Marina Meeuwisse opStadslog Rotterdam. “stenen, het dictaat van welzijn en geluk?“

Zie onder voor deel 1 van het verslag: 

Marina Meeuwisse doet voor de Hogeschool Rotterdam onderzoeknaar de overeenkomsten en verschillen in de beleving van deopenbare ruimte door jeugdigen, stedenbouwkundigen, opbouwwerkersen beleidsmakers. Op ScienceGuide vertelde zij eerder al overhaar kijk op de structurele herstructurering van de stad en het inde pas lopen met de maatschappelijke context? Op het jaarlijkscongres van American Psychological Association in Orlando dezezomer, praat zij over haar bevindingen. Hieronder een voorproefjedat eerder verscheen op het Rotterdamse Stadslog.

“Als je de stad wilt definiëren tuimel je zonder er erg in tehebben en nietsvermoedend in de Mythologie. Zo schrijft Koolhaasdat “…de metropool naar een mythisch punt streeft waarin detotale wereld is gefabriceerd door mensen op een manier dieabsoluut overeenkomt met zijn wensen…” (1994). Voor Koolhaas isde metropool een verslavende machine waaraan niet te ontsnappenvalt. De grammatica van gebouwen in stad vertegenwoordigt mythes.Mythes die gefabriceerd zijn door de kunstige ontwerpen vanarchitecten.

Kunst: mythisch denken versus wetenschap

Aldo Rossi beweert dat alle architectuur voortkomt uit hetonbewuste leven, net zoals ieder kunstwerk (2002). Volgens hemberust het principe van de architectuur altijd op gevoel enverstand. Dit principe blijft herkenbaar, ondanks alleveranderingen waaraan een stad onderhevig is. Ook volgens Lynch(1984) spelen herinnering, eerdere ervaringen en betekenisverleningof symboliek een bepalende rol in het begrijpen en verklaren van destad.

De vraag is of  die combinatie van kunst en mythe die in dearchitectuur besloten ligt, de wortel is voor de moeilijkheden diewe tegenkomen als we de stad willen verklaren. In een vergelijkingdie Lévi-Strauss (2009) maakt tussen kunst, wetenschap, mythe enhet knutselen, situeert hij de kunstschepping precies in hetmidden. Kunst bevindt zich tussen mythisch denken en knutselen aande ene kant en de wetenschap aan de andere kant. En omdat de stadontworpen is door architecten betekent dit dat wij, stedelingen, infeite in een mythologisch landschap leven.

Het werk van Fellini laat zien op welke manier een kunstenaarzich hiervan bedient. Tijdens zijn leven vindt Fellini dat hij ineen decadente tijd leeft waarin alles kapseist. Hij vindt dat eengeweldige tijd, want daardoor kunnen heel wat ideologieën,concepten en conventies worden verwoest. Voor Fellini is artistiekeeerlijkheid, het afwijzen van overleden mythologieën die desamenleving geen goed meer doen en het creëren van nieuweovertuigingen en nieuwe mythologieën.

Het zinkend schip van de beschaving

Fellini heeft zichzelf vergeleken met een man die op het zinkendschip van de beschaving staat. Maar hij voelt zich daar nietongemakkelijk bij omdat het mogelijk is om nieuw potentieel teontdekken in tijden van intellectuele, morele en artistieke crisis,is een hergeboorte gewenst. Dat idee voegt hij samen met eenrepertoire van losstaande fragmenten die overal vandaan zijngehaald: uit de stad Rome, uit zijn herinnering en uit de geldigepolitieke opvattingen in het Italië van de zeventiger jaren.

Dat brengt hij ten uitvoer in zijn films. Want, hoewel eenaantal van zijn films zich afspelen in Rome, heeft Fellini gemeendhet stadsdecor van Rome te moeten herschrijven omdat hij twijfelshad over de mythologie die in dit tweeduizend jaar oude decorverstopt zit.

De film Roma bijvoorbeeld, is voor een belangrijk deel in studiovijf van Cinecittà gefilmd. Niet de echte straten van Rome zijn erte zien, wel de straten zoals Fellini ze heeft verbeeld, stratenzoals hij die zelf heeft beleefd. Het Colosseum, de thermen vanCaracalla en zelfs de Sint Pietersbasiliek zijn filmsets dieFellini aangepast heeft in studio vijf.

Hij heeft zijn eigen wereld gecreëerd, een Rome als eenagglomeratie die leest als een rapsodie, een stad die in detoekomst leeft, een neurotische angstaanjagende stad (Bondanella,2001). De film Roma is voor kijkers een buitengewone oefening dieuitnodigt tot een onbevangen fantasierijke kijk op dewerkelijkheid.

Fellini schept zijn eigen Rome

Ook in de film La Dolce Vita is de Via Veneto niet de echtestraat in Rome, maar een door Fellini geconstrueerde straat eenfilmdecor uit Cinnecittà. Fellini schept zijn eigen Rome, enerzijdsomdat hij vindt dat de mythologieën uit zijn tijd niet geldig meerzijn, anderzijds omdat hij nieuwe mythologieën wil toevoegen. Hetchristelijke Rome was Fellini net zo als onbekend als eenonbereikbare planeet.

Een wandeling van ruïne naar ruïne betekent niets meer voor hem,zijn Rome komt uit de films die hij zich herinnert uit zijnkindertijd. Net zoals de geleerde, voert de kunstenaar nooit eendialoog met de zuivere biotoop maar met de verhouding tussenbiotoop en cultuur zoals die op dat ogenblik is: deze verhoudingwordt bepaald door de historische periode waarin hij leeft, debeschaving waartoe hij behoort en de materiële middelen die hij totzijn beschikking heeft (Lévi-Strauss, 2009).

Voor zijn werk verzamelt Fellini zijn dromen in een dagboek dathet midden houdt tussen handgeschreven aantekeningen, flarden vangedachten, een stripboek en delen van een filmscript. Detransformatie van inzichten uit een droom naar de film vindt plaatsals hij wakker is, schrijft Fellini, het is bewuste psychischearbeid en het is duidelijk dat het bewustzijn een beroep doet opintellectuele aannames die afbreuk doen aan het creativiteit(Bondanella, 2001).

Het grammatica van de stad

Volgens Fellini is een kunstenaar succesvol als het hem lukt omtoegang tot zijn onbewuste te krijgen en datgene wat hij daarintegenkomt met en minimale interferentie door te geven aan anderen.Met zijn werkwijze illustreert Fellini op welke manier dekunstenaar een synthese tussen kunstmatige of natuurlijkestructuren en maatschappelijke gebeurtenissen vorm kan geven. Zointroduceert Fellini een niet-bestaand Rome waarin hij met eenordening van zijn subjectieve werkelijkheid een geloofwaardig beeldvan de stad heeft neergezet.

Of je het nu hebt over Rome of Rotterdam: de gebouwen in de stadlaten ons een grammatica zien. Een grammatica waarmee architecten,politici en beleidsmakers ons een mythologie voorschotelen. Eenmythologie die wij dagelijks ‘verklaren, begrijpen envertalen’  terwijl we naar de supermarkt wandelen.”

Marina Meeuwisse is onderzoeker bij het kenniscentrumSustainable Solutions, voor Stadslog houdt zij een blog bij over wat zijgaat vertellen op het APA Congres in Orlando


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK