Het opfris-effect van een topsector

Interview | de redactie
25 juli 2012 | Dat de topsectoren er de afgelopen maanden er steeds van langs kregen, vindt de Twentse hoogleraar Dave Blank niet terecht. “Er is nu net een call uitgegaan, laten we eerst maar eens kijken hoe bedrijven daarop reageren.”
Foto: Argonne Laboratory’s Flickr page

Dave Blank is hoogleraar aan de Universiteit Twente en als wetenschappelijk directeur verbonden aan MESA+, het instituut op het gebied van de nanotechnologie in Nederland. Het Nano-instituut heeft intussen een behoorlijke omvang: “Je moet rekenen dat er hierbij MESA+ 525 mensen werken in 34 verschillende onderzoeksgroepen, onder meer 300 aio’s en 34 hoogleraren, op allerlei verschillende gebieden.” Samen met een aantal andere laboratoria maakt MESA+ deel uit van een consortium: NanoLabNL.

Lab in je binnenzak

Blank is niet te beroerd om iets uit te leggen en is daarmee de perfecte bruggenbouwer tussen wetenschap en bedrijfsleven. Als voorbeeld van het onderzoek waar MESA+ mee bezig is, noemt Blank de ‘creditcard laboratoria’. “Daarmee kun je op heel kleine schaalbloed onderzoeken. Nu heb je nog een groot lab met enorme apparaten nodig voor dergelijk bloedonderzoek. Maar dat kun je allemaal zo klein maken als een creditcard of een speldenknop. Het spin-offbedrijf Medimate heeft nu een klein apparaatje ontwikkeld waarmee het lithiumgehalte in bloed kan worden gemeten. Dat gebruiken mensen die manisch depressief zijn. Het product zal binnenkort op de markt komen.”

Een ander Nano-voorbeeld uit de lange lijst van innovaties dieMESA+ oplevert, is een mini laboratorium (een ‘labbook’, zie foto) waarmee veehouders met één druppeltje bloed van hun koeien kunnen zien of het calcium- en magnesiumgehalte van de dieren goed is. Het ‘labbook’ is een vinding van het bedrijf Blue4green.

1001 toepassingen

En de toepassingen van Nanotechnologie beperken zich geenszins tot de medische sector. “Dat maakt het werk ook zo spannend”, vertelt Dave Blank. “We werken hier heel interdisciplinair, Nanotoepassingen kunnen ook gebruikt worden in de bouw, of in de waterzuivering bijvoorbeeld.”

Dit voorjaar zag de Majorana in het Delftse Kavli Instituut het licht. Had de Majorana ook in MESA+ ontdekt kunnen worden? Dave Blank: “Voor het onderzoek van Leo Kouwenhoven werden Nano-draadjes gebruikt. Die draadjes worden in Eindhoven gemaakt. Dat soort draadjes maken wij hier ook, maar dan voor andere toepassingen, bijvoorbeeld voor vroege diagnostiek bij kanker. Wij werken wel aan dergelijke effecten in dunne lagen.”

Gouden driehoek

MESA+ is bepaald geen kleintje: de afgelopen jaren heeft het lab al 50 spin-off bedrijven opgeleverd. Je zou dus zeggen dat het met de samenwerking in de zogeheten ‘gouden driehoek’ wel goed zit. Was het samenbrengen van wetenschap en bedrijfsleven in een topsector eigenlijk wel nodig? “Hoewel het onderzoek in Nederland vaak op eenhoog peil staat, was er toch het gevoel dat er een hiaat zat in de koppeling met het bedrijfsleven. Op het terrein van High Tech Systemen en Materialen proberen wij dat gat te dichten.”

“Met het consortium NanoNextNL waarin behalve kennisinstellingen ook ruim honderd bedrijven participeren, wasdeze samenwerking eigenlijk al wel een beetje in gang gezet”, zegt Blank, “Maar dat is in een relatief nieuw vakgebied sowieso wat makkelijker. Je bent allemaal nieuwkomers en dus is het logisch om elkaar op te zoeken.”

“Wel blijft het een uitdaging hoe je ervoor kunt zorgen dat bedrijfsleven en wetenschap elkaar op een natuurlijke manier weten te vinden, zonder dat dat ten koste gaat van het fundamenteel wetenschappelijk onderzoek. De afgelopen jaren is er een enorme input geweest vanuit de FES-gelden, er is veel ingezet op onderzoeken innovatie, maar óók op fundamenteel onderzoek. Dat laatste dreigt nu wel een beetje tussen de wielen te raken. Nu het FES-geld is vervallen, moet het bedrijfsleven meer investeren in onderzoek. Dat was ook een beetje de gedachte achter het topsectorenbeleid en de Bedrijfslevenbrief.”

Kritiek ontijdig

De afgelopen maanden was er steeds terugkerende kritiek op het topsectorenbeleid. Van de Europese Commissie, het Rathenau Instituut en van TNO. Het topsectorenbeleid zou maar weinig rendement opleveren en bovendien innovatieve nieuwe takken van onderzoek uitsluiten. Hoe beoordeeltDave Blank deze kritiek? “Dat kun je nou echt nog niet zeggen. Er is net een nieuwe call uitgegaan waarin bedrijven gevraagd wordt in onderzoek te investeren. Daarna kun je eigenlijk pas zeggen of het werkt of niet.”

“Het systeem is ook nieuw. In het verleden werden er gewoon veel meer subsidies uitgedeeld en werd er ook onderzoek verricht dat niet bovenaan het lijstje stond. Bedrijven zullen nu veel kritischer zijn waaraan ze het geld uitgeven.”

Overigens hoopt Blank wel dat er meer financiële ruimte komt bij STW en NWO. “Er is nu 11,9 miljoen euro beschikbaar. Dat klinkt misschien heel wat, maar is toch betrekkelijk weinig. Stel dat je 100 goede aanvragers hebt, en je moet er 90 teleurstellen, dan verliezen die 90 na verloop van tijd hun motivatie om wéér een nieuwe aanvraag te doen.”

Gaan de topsectoren de verkiezingen op 12 september overleven? Dave Blank denkt van wel. “We hebben nu samen met NWO, kennisinstellingen en bedrijfsleven de hele exercitie gedaan en het zou zonde zijn wanneer dit nu allemaal weer bij het vuil zou worden gezet. Nog voordat we de vruchten ervan kunnen plukken.”

Samen wakker worden

Hoewel binnen High Tech Systemen en Materialen-veld al veelsamenwerking bestaat tussen wetenschap en bedrijfsleven, spraken beiden zeker niet dezelfde taal bij de start van de Topsector HTSM.Dave Blank: “De meerwaarde van het instellen van een topsector zat er vooral in dat we met alle partijen samen roadmaps van toekomstig onderzoek hebben vastgesteld. Die ‘opfrisser’ hadden we echt nodig.Maar ook een wake up call.”

Een belangrijk punt dat uit de gezamenlijke brainstorm naar voren kwam, was het nijpende tekort aan bèta’s. Daarvan zijn alle partijen nu wel overtuigd. Dit resulteerde in de Human Capital Agenda en twee pilots in regio Eindhoven en in Twente. “In Eindhoven wordt dat begeleid door Mark Hendriks, in Twente door mij.”

Wetenschappelijke kinderen

Het MESA+ trekt in z’n eentje al een flinke hoeveelheid buitenlands talent aan, zo blijkt. “Van de aio’s en postdocs komt ongeveer de helft uit het buitenland. Na afloop van hun dienstverband blijft daarvan 60% in Nederland, gaan naar de grote bedrijven, naar TNO of Holst of gaan een spin-off bedrijf beginnen.

Van de mensen die echt een wetenschappelijke carrière ambiëren, gaat toch een flink deel door naar het buitenland, waarbij Noord Amerika erg populair is, en wordt dan bijvoorbeeld hoogleraar in hun land van herkomst. Maar wat zie je: het contact met het thuisfront, met Nederland, blijft. Zo blijft het het investeren waard”

Dave Blank heeft intussen zoveel ‘wetenschappelijke kinderen’over de hele wereld dat hij al zijn vakanties kan besteden aan hetbezoeken van onderzoeksgroepen. “Binnenkort ga ik naar Japan, daarbezoek ik alleen al 15 onderzoekers die in het verleden voor MESA+hebben gewerkt.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK