Digitale tijdperk bedreigt 21 talen

Nieuws | de redactie
21 september 2012 | De Europese talen staan op de tocht. Onderzoek van Europese taalexperts, waaronder taalkundigen van de Universiteit Utrecht wijst uit dat de digitale ondersteuning op bijvoorbeeld smartphones voor talen als het Lets, IJslands en het Maltees zwak is. Nederlands wordt “beperkt ondersteund”.

De studie, uitgevoerd door META-NET, een Europeesexcellentienetwerk met 60 onderzoekinstellingen in 34 landen,onderzocht voor 30 van de ongeveer 80 Europese talen in hoeverrezij digitaal worden ondersteund met taaltechnologie.

Lets, Litouws en Maltees in het nauw

Bekende voorbeelden van taaltechnologische toepassingen zijnprogramma’s voor spellings- en grammaticacontrole, interactievepersoonlijke assistenten op smartphones (zoals Siri op de iPhone),gesproken telefoonmenu’s, automatische vertaalsystemen,zoekmachines op het web, en de stemmen inautonavigatiesystemen.

Het onderzoek concludeert dat de digitale ondersteuning voor 21van de 30 talen “niet-bestaand” is of op zijn best “zwak”. Vooriedere taal is de taaltechnologische ondersteuning op vierverschillende gebieden vastgesteld: automatisch vertalen,spraakinteractie, tekstanalyse en de beschikbaarheid vantaalbronnen. Verschillende talen, bijvoorbeeld IJslands, Lets,Litouws en Maltees krijgen de laagste score op alle gebieden. Intotaal scoren 21 talen slecht op minimaal één gebied.

Opmerkelijk is dat geen enkele taal de categorie “excellenteondersteuning” krijgt. Alleen het Engels wordt beschouwd als eentaal met “goede ondersteuning”, gevolgd door talen zoals hetNederlands, Frans, Duits, Italiaans en Spaans met “beperkteondersteuning”.

Voorzichtig optimistisch over Nederlands

Volgens UU-hoogleraar prof. dr. Jan Odijk die het onderzoek voorhet Nederlandse leidde is er aanleiding tot voorzichtig optimisme.”De bevindingen van het taalwitboek laten zien dat de Lage Landenna deze succesvolle programma’s moeten doorpakken en huninspanningen voor de ontwikkeling van taaltechnologische bronnenmoeten voortzetten en ze gebruiken om onderzoek, innovatie enontwikkeling voort te stuwen. Anders zal ook het Nederlands in degevarenzone komen.”

Uit het onderzoek van META-NET komt naar voren dat detaalbarrière één van de meest hardnekkige grenzen in Europa blijktte zijn. Deze onzichtbare grens belemmert de vrije stroom vankennis en informatie. Taaltechnologie stelt mensen in staat samente werken, te leren, zaken te doen en kennis te delen overtaalgrenzen heen en onafhankelijk van hun computervaardigheden. Deresultaten van de META-NET studie laten echter duidelijk zien datveel van de Europese talen hier nog niet klaar voor zijn.

Europa moet samenwerken

Voor veel talen ontbreekt de benodigde technologie, onder meeromdat de focus van veel onderzoekers en ontwikkelaars op het Engelsligt. Een gecoördineerde, gezamenlijke inspanning is vereist inEuropa om ontbrekende technologieën te ontwikkelen en omtechnologie ook beschikbaar te maken voor kleinere talen, aldus deexperts van META-NET. 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK