Merkel kiest, Nederland kniest

Nieuws | de redactie
12 september 2012 | De Chinese wetenschapsminister waarschuwt voor ‘Kleinstaatlerei’ in Europa. Merkel laat zien hoe systematisch volhouden de crisis sneller overwint en Nederland kan à la carte een krachtig R&D-land worden. Hoe? De blik vooruit in gesprek met EU-topman Robert Jan Smits.

Robert Jan Smits is “onze man in Brussel”, in de woorden vanYvonne van Rooy bij haar afscheid. De hoogste ambtenaar bij deEuropese Commissie voor onderzoek- en innovatiebeleid doet eenindringend pleidooi op de nieuwe politiek verantwoordelijken:bestrijd de crisis nu werkelijk effectief en blijvend door teinvesteren in de kenniseconomie.

Dat doe je in elk geval door samen op te trekken, “praten metéén mond naar de rest van de wereldmachten”, en door duurzaam,systematisch te investeren in het beste dat Europa en Nederland tebieden heeft aan vernuft, kennis en vernieuwdeverbeeldingskracht.

Is dit zo nieuw?

Op de ochtend na de Kamerverkiezingen dwarrelt het stof vande electorale strijd weer neer wat ziet u als de meestdoeltreffende, meest belovende strategie voor Nederland alshoogontwikkeld, Europees land?

Wie rondkijkt in de wereld zal het herkennen: landen die keuzesmaken voor de kenniseconomie weten uit de crisis te komen. Ookbinnen Europa zie je dit. Het snelst herstellen landen dievoortdurend zijn blijven investeren in onderzoek, innovatie enontwikkeling. Landen die mooie woorden ook vertalen in geld, hoelastig dat ook is. Duitsland, Zweden, Finland, iedereen kent hetrijtje landen dat hier werk van maakt en slaagt.

Trouwens, is dit nu zo’n nieuw inzicht? Dat vraag ik er maareerlijk bij. Wisten we dit nog niet? Iedereen reisde begin jarennegentig toch naar Finland? Diep onder de indruk was men, enterecht, hoe premier Esko Aho daar na de ineenstorting van dewelvaart en economie als gevolg van het wegvallen van deSovjetmarkt de zaken heeft aangepakt. Bij een terugval van 15procent heeft hij met zijn land met volle kracht laten investerenin kennis en innovatie om een nieuwe bloei moeilijk te maken.[Lees hier het vraaggesprek van ScienceGuide met Esko Aho overzijn aanpak en succes]

Iedereen vond het indrukwekkend. Maar wie is er vervolgens terugin eigen land werkelijk de lessen uit gaan trekken? Heeft menelders in Europa Finland nagevolgd op weg naar nieuwe bloei opnationaal niveau?

Tijdens de instorting van de Finse economie werd Duitslandherenigd. Daar heeft men toch zijn conclusies getrokken. AngelaMerkel en Annette Schavan doen een “Aho-beleid”, zou je kunnenzeggen.

Zeker, Kanselier Merkel heeft een doordacht, systematischkennisbeleid ruim baan gegeven. Zij kiest echt, kiest voor de langetermijn. De drie procent norm van R&D-investeringen in Europaheeft zij zo goed als bereikt en er zijn zelfs indicaties dat zezelfs voor 4 procent wil gaan. Dat tikt wel aan.

Iedereen doostil

Als minister Schavan in de vergaderingen op Europees niveau methaar collega’s het woord neemt, dan merk je dat ook. Zij spreektaltijd heel rustig, bedachtzaam, en het is doodstil. Iedereenluistert nauwkeurig naar de tolken in hun ‘oortjes’, daar kun jezeker van zijn.

Men beseft dat in geen land deze lange termijn visie eninvesteringen zo centraal zijn gesteld in de nationale strategieals in Duitsland. Ook Nederland heeft dit niet gedaan. In devoorbije verkiezingscampagne kwam het besef van zo’n succesvollestrategie ook niet als issue naar voren.

Duitsland is hiermee in Europa leidend, maar elders in dewereld zitten ze helemaal niet stil. Wat is uw zicht vanuit Brusseldaar op?

Deze zomer was ik op de Lindau-conferentie. Elk jaar komen daarde Nobelprijswinnaars bijeen en bespreken hun nieuwste ideeën, maarook ‘uitdagingen’ wereldwijd. De president van Singapore, Tony Tankomt dan de hele week om zich te laten voeden en connecties teleggen. In zulke landen is de nadruk op wetenschap en innovatie eenkeuze van het allerhoogste niveau in politiek en samenleving. InEuropa zien we dit te weinig.

De president besprak daar met verschillende mensen hoe hij hetaandeel van kennis-investeringen in het BBP verder zou kunnenverhogen. Een land als Zuid-Korea gaat bijvoorbeeld voor 5 procentBBP in 2015. In China stijgt de investeringsruimte met 22 procentper jaar op dit terrein. Ik mis dit soort van keuzes in Europa, ookin Nederland op het hoogste niveau.

Niet zó somber…. er zijn de degelijk politici op dat niveauin Europa die hier zich zeer inspannen, u beschreef al hoe AnnetteSchavan de aandacht trekt.

We moeten ook zeker niet wanhopen, maar zulke mensen blijken welnodig. Ze zijn er, ik denk aan de Scandinavische ministers die hunvisie hierop met veel overtuigingskracht weten te brengen. Barrosoen Herman van Rompuy moet je hier ook noemen. Maar breed genoegklinkt dit geluid nog niet, niet voldoende vrees ik.

Dramatische gevolgen

Sommige landen doen in de crisis het omgekeerde van Finlanddestijds. Spanje snijdt in een keer 700 miljoen uit zijnkennisinvesteringen. De gevolgen zijn dramatisch. En massevertrekken jonge Spanjaarden met een PhD met de noorderzon. Alleinvesteringen van de afgelopen twintig jaar worden daarmee tenietgedaan.

Landen die wel blijven investeren zie je nu al ‘shoppen’ onderhet toptalent in zuidelijke landen. De hightechsector eninstellingen in Zuid-Duitsland trekken massaal in Spanje jongtalent aan. Voor de Spaanse bèta’s betekent dit hoogwaardig werk,een goed inkomen en vooral perspectief in hun vak op het hoogsteniveau.

Zulke aanzienlijke verschillen tussen de Europese landenmaken het voeren van een coherent kennis- en groeibeleid wellastig.

Inderdaad, de verschillen tussen de lidstaten worden alsmaargroter. Er is steeds meer sprake van een “innovation divide”. Toch hadden we met elkaar, de Lissabon-strategie (2000-2010)afgesproken, waarbij  de lidstaten beloofden vol in te zettenop de kenniseconomie om zo hun concurrentiekracht te vergroten. Erwas tevens overeengekomen om tegen 2010 3% van het BNP uit te gevenaan R&D.

We weten allemaal wat daarvan is terecht gekomen. Maar laten wepositief blijven, en hopen dat de Europa 2020 Strategie die wederomde 3% doelstelling heeft opgenomen  en door de Europeseregeringsleiders unaniem is goedgekeurd, wel geïmplementeerd gaatworden.

De roadmap van Hans Chang

Zijn er terreinen waar wel vooruitgang geboektwordt?

Jazeker, neem het terrein van de grote onderzoekinfrastructuren. Daar is enkele jaren geleden tussen de Lidstatenen de Europese Commissie besloten om te komen tot een Europeseroadmap. Op deze zogeheten ESFRI roadmap zijn 48 projectengeïdentificeerd die Europa moeten helpen de komende jaren sterk teblijven met  haar kennisbasis.

Hans Chang van de KNAW heeft hierbij een centrale rol gespeeldop Europees niveau. Op deze roadmap staan projecten op het gebiedvan fysica (zoals de LHC) maar ook op het gebied van de LifeSciences en onderzoek in de sociale en geesteswetenschappen. CLARINis een infrastructuur op dit laatste terrein en dit is een van deredenen dat ik naar Utrecht kwam, omdat het hoofdkwartier hiergevestigd zal worden.

De Europese Roadmap heeft overigens ook geleid tot deontwikkeling van nationale roadmaps voor onderzoeksinfrastructuur.Met de commissie Van Velzen is zo’n strategie er in Nederlandgekomen, cruciaal natuurlijk om als land optimaal ‘mee te kunnen’in zo’n à la carte, Europese aanpak en investeringsplanning.

Hoe gaat dat ‘à la carte’ in de praktijk?

Een lidstaat kan binnen de gezamenlijke strategie vooronderzoeksinfrastructuren eigen prioriteiten kiezen, vanverschillend niveau en gewicht. Per project kan een land ‘pitchen’om de leiding te nemen of als een van de actief deelnemende natiesop te treden. Dan zet je natuurlijk extra in op de thema’s en dekennis op dat gebied in je nationale strategie.

Je kunt ook zeggen: ‘deze infrastructuur past niet zo bij onzekennisinfrastructuur en knowhow’. Als je dan deelname laatschieten, kun je andere staten niet ‘blokkeren’ met hungezamenlijke ambitie om daar à la carte flink aan te trekken. Zokan ook een klein land, of een nieuwe lidstaat die nog zo ver nietis, bij scherpe keuzes toch voluit meedraaien in specifiekekennisthema’s en ambities.

Deze aanpak daagt de landen meteen veel meer uit tot doordachte,systematische nationale acties en keuzes met veel impact. Lidstatenwillen immers altijd op echt hoog kennisniveau kunnen meedoen,vooral in coalities waar ze hun eigen potentieel fors kunnenvergroten.

Brussel legt dus niets op! We dagen uit het beste van jezelf alsland in te zetten en verder te versterken. En we bevorderen doordeze aanpak een grensoverschrijdende ´chemie´ tussen dewetenschappers en organisaties die in de verschillendekennisthema´s leidend willen zijn.

Krachten bundelen werkt

Welke infrastructuren zijn inmiddels van de grond gekomen,ondanks de crisis?

Er staan 48 grote R&D-infrastructuren op de agenda en elkdaarvan heeft zo’n dragende coalitie van lidstaten. Zij krijgen vande EU gedurende 5 jaar een impulsbudget om aan de slag te gaan. Zijmoeten dan een concreet plan hebben met geoormerkte budgetten vanelk van de deelnemende landen. 16 van die projecten zijn al in defase van concrete implementatie.

Voorbeelden?

De Large Hadron Collider van CERN is een goed voorbeeld. Dat isnatuurlijk een enorme uitdaging die geen land in Europa in zijneentje aankan. Nederland doet hier aan mee, als ook aan de bouw vande nieuwste generatie telescopen zoals de ELT, de Extreme LargeTelescope. Verder zijn X-FEL en FAIR als ook SHARE (devergrijzingsdatabank) gerealiseerd.

Niet alles zal lukken. Zo zal het onderzoekschip Aurora Borealisvoor research in de poolgebieden waarschijnlijk nooit gebouwdworden.

Kunnen derden intekenen bij zulke projecten?

Zeker! Landen van buiten de EU zijn van harte welkom. We merkendaaraan hoe krachtig een gezamenlijke Europese aanpak is. Zodra wein concreto zo’n R&D-infrastructuur samen ter hand nemen, gaanandere grote ‘spelers’ bewegen. Rusland stapte bijvoorbeeld à 250miljoen Euro in een groot, nieuw project  op het terrein vanfree electron lasers, X-FEL dat in Hamburg gerealiseerd is, eninvesteert met een evenredig bedrag in FAIR dat in Darmstadtgebouwd is.

Als we in de EU de krachten bundelen, dan blijkt dat cruciaal enovertuigend naar anderen op wereldschaal. Zo geven we de EuropeanResearch Area een extra ‘global dimension’ en versterken daarinmeteen onze nationale kracht en impact op wereldschaal.

Vraag aan onszelf

De Chinese minister van wetenschapsbeleid vertelde mij hoe dedeur bij hem plat gelopen wordt door allerlei goedbedoelendedelegaties. “De ene dag de vereniging van Franse universiteiten, devolgende dag de koepel van Duitse IT-instituten, de dag daarop deBritse academies. En allemaal willen ze met ons samenwerken metallerlei speciale wensen.”

De vraag aan onszelf in Europa is dan toch: ‘Is dat wel demanier om met grootmachten als China, India of Brazilië om tegaan?’ Zijn we met onze beperkte nationale budgetten in hun ogennog wel doeltreffend, relevant en ook inhoudelijk welinteressant?

Dat zou dus heel wat Europeser kunnen en moeten.Hoe?

Waar dat meerwaarde heeft, zeker! Neem nu het European andDeveloping Countries Clinical Trials Partnership, ons sub-Saharaprogramma van zestien EU-lidstaten, met de Europese Commissiesamen. We kunnen daar een budget van €1 miljard in concentreren inde strijd tegen TBC, malaria en HIV. We kunnen als heel Europa zoin het meest getroffen deel van Afrika met veel schaalvoordelen enkritische massa opereren. De aanpak is strategisch endiepgaand.

Hetzelfde zouden we moeten doen met onze bio-fuels strategie. Wekunnen veel beter als gehele EU met Brazilië samenwerken. Dan kunje meteen veel meer en ook voor langere termijn aan de slag. Deoverhead en de transactiekosten kunnen enorm omlaag bovendien.

Dat blijkt ook de crux bij zoiets als ITER, dekernfusiecentrale die Europa heeft kunnen organiseren. Iedereendoet wereldwijd mee, omdat ook de USA, China, India en Ruslandzoiets alleen niet meer kunnen ondernemen. Europees kennisbeleidwordt dus kostenbeperkend… wie had dat durven denken?

Dat is in elk geval niet wat men regelmatig onder de aandachtbrengt. ITER is overigens wel een heel apart voorbeeld van zo’naanpak vanuit Europa waar men wereldwijd op af komt. Het is zo’ngroot, ingrijpend project dat iedereen van de deelnemers weet ‘Thisis in a league of its own!’

Merkel en Rutte voluit

Het idee dat ‘Brussel’ ons van alles oplegt is dus ook hiereen hardnekkig misverstand?

Zeker op het terrein van onderzoek en innovatie is het noch onzerol, noch onze strategie zaken aan de lidstaten op te leggen. Wijwillen slechts drie ambities realiseren. Op de eerste plaats detotstandkoming van een Europese onderzoeksruimte, waarin er geenbelemmeringen meer zijn voor mobiliteit en samenwerking. 

Ten tweede een bundeling van de krachten onder het mom ‘samensterk” om de grote maatschappelijke uitdagingen aan te pakken en deconcurrentiekracht van onze industrie te versterken. En ten derdedat de 27 lidstaten op nationaal niveau blijven investeren in dekenniseconomie en daarbij het belang van fundamenteel onderzoekniet vergeten!

Maar wat als men de hakken in het zand steekt?

Niet de Europese Commissie, maar de regeringsleiders hebben hetjaar 2014 als deadline geformuleerd voor de totstandkoming van deEuropese onderzoeksruimte. Dat was door Herman van Rompuy op deagenda gezet, als deel van de kenniseconomie impulsen die voorgroei en innovatie zinvol zijn, juist nu. Merkel en Rutte steundendit voluit! In 2014 moet de open European Research Area dan ook eenfeit zijn.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK