Open vizier over kwaliteit

Nieuws | de redactie
17 september 2012 | De beoordeling door de Review Commissie onder leiding van Frans van Vught geeft boeiend inzicht in de stand van de toekomstvisie en ambities van het hoger onderwijs. Het contrast in Amsterdam is opvallend, bijvoorbeeld.

Wat vindt de Review Commissie van de kwaliteit van deprofilering en prestatieambities van de HO-instellingen? Hoeovertuigend zijn hun visies op hun toekomstige rol als kenniscentraen de zwaartepunten die zij daarbij kiezen? Van Vught en de zijnenmaakten het bekend, maar transparantie was vooralsnog niet naar dezin van de HBO-raad. De eerste beoordelingen moesten maar lievergeheim blijven.

Hogescholen zoeken publiciteit 

Zowel universiteiten als de Review Commissie vonden dezegeheimzinnigdoenerij een tikje irritant, zo hoortScienceGuide. Het formele argument tegen publiekmakingwas, dat de CvB’s nog tijd zouden hebben om te reageren op foutenof onvolkomenheden in Van Vughts rapportages. Pas de eventuele’gecorrigeerde oordelen’ zou OCW dan later publiek mogen maken. Datgebeurt dan alsnog rond 24 september. 

Wie schetste dan ook de verbazing van het WO en de ReviewComissie dat het hogescholen waren die al de ochtend van deontvangst van de beoordelingen actief de publiciteit zochten methun ‘zeer goed’ rapportcijfers? Zelfs instellingen, waarvan devoorzitter in het bestuur van de HBO-raad zit, bleken zich weinigaan te trekken van de opgelegde zwijgplicht over de oordelen.

Opbeurende recensies

Twitter-berichten vol opgetogen trots over de gevalideerdeprofielkwaliteit gingen in hoog tempo rond, van Windesheim enFontys, tot vervolgens ook bevestigingen vanuit Inholland en Hanzevan de berichtgeving daarover doorScienceGuide.

Ook binnen de academische wereld voelde men zich nu niet meergebonden aan de eerdere behoefte aan geheimhouding van de oordelen.Een universitaire voorzitter bevestigde zelfs vanuit Azië aanScienceGuide de zeer opbeurende recensie van Van Vughtc.s. van de toekomstvisie van de betrokken instelling.

Zo kunnen we interessante observaties doen over de kracht vanhet ambitieniveau van de instellingen. De Universiteit Utrecht hadbijvoorbeeld in een vroeg stadium blijkbaar al aangevoeld, dat haarpakket voor de prestatieafspraken met OCW zeer overtuigend was. Zijzocht direct bij indiening ervan bij ‘Van Vught’ actief deopenbaarheid over de inhoud en zwaartepunten ervan. Het oordeel’excellent’ voor haar voorstellen en strategie kreeg de UU alsenige in het WO.

Verschillen in Amsterdam

Opmerkelijk is ook het verschil in de beoordeling van deAmsterdamse instellingen. Niet alleen krijgt Inholland – met zijnfikse pakket lerarenopleidingen in de hoofdstad –  het oordeel’zeer goed’. Ook de AHK scoort uitstekend: een ‘zeer goed’ gaatgepaard aan een voortrekkersrol in het Centre of Expertise rond de’creatieve industrie’. Voor een kleine, specialistische hogeschoolis dit een prestatie van formaat ten opzichte van de veel grotere,multisectorale partners in zo’n Centre of Excellence.

Het grote Amsterdamse HO-conglomeraat van UvA en HvA kan niet opzo’n voortreffelijke uitkomst buigen. Hoewel in een gezamenlijkbestuur verenigd, ontvangen de twee van de Review Commissie geencoherente recensie van de toekomstvisie en -plannen. De HvA scoortdaarbij opvallend sterk: ‘zeer goed’. De UvA moet het met eenminder overtuigend oordeel doen: ‘goed’.

Fusieplannen?

De laatste is vooral opvallend, omdat de universiteit al eerdermet ambitieuze lange termijn plannen naar buiten gekomen was. Hetintegreren van het VU en UvA aanbod in de bèta-hoek en de plannenrond de opleidingen in de ‘haute finance’ sector waren al naarbuiten gekomen.

Het CvB van de UvA/HvA was rond de vraag naar het tempo enambitieniveau bij de fusie- en samenwerkingsplannen met de VU zelfsuiteen gevallen. Van Vught c.s. vonden de UvA-plannen om die redenwellicht nog niet volledig overtuigend gestabiliseerd.

Dit contrasteert opmerkelijk met een zeer gunstige beoordelingin Rotterdam en de daar aangekondigde HO-fusie. De ambities vanvergaande afstemming en fusie van Codarts met het KoninklijkConservatorium en KABK in Den Haag werden door ‘Van Vught’ metminder reserve beschouwd. Zij kregen het oordeel ‘zeer goed’.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK