Pas op: autist op het web

Nieuws | de redactie
24 september 2012 | Hoe meer autistische trekken iemand vertoont, hoe groter de kans dat hij of zij internet op een dwangmatige manier gebruikt. VU-onderzoeker Catrin Finkenauer heeft dit voor het eerst wetenschappelijk aangetoond.

Dwangmatig internetgebruik kan een negatieve invloed hebbenop iemands welzijn, en op het onderhouden van relaties. Finkenauerpubliceert de onderzoeksresultaten vandaag in het Journal ofAutism and Developmental Disorders. Het multidisciplinaireonderzoek kwam tot stand dankzij samenwerking met decommunicatiewetenschappers Monique Pollmann en Peter Kerkhof, enpsycholoog Sander Begeer.

Finkenauer legde aan 195 getrouwde stellen een vragenlijst voordie zowel hun frequentie van internetgebruik mat als de mate waarindat internetgebruik compulsief is. Internetgebruik wordt compulsiefals de gebruiker niet meer in staat is zijn of haar onlineactiviteit in de hand te houden.

Nummerborden als trigger

Aan de hand van achttien stellingen, zoals ‘Nummerborden enandere reeksen met informatie trekken mijn aandacht’ en ‘Ik doedingen graag altijd weer op dezelfde manier’, stelde Finkenauerdaarnaast de mate van autistische eigenschappen bij de respondentenvast. Personen die hierop hoog scoorden, bleken vaker internet opeen dwangmatige manier te gebruiken dan personen die weinig totgeen autistische eigenschappen vertoonden.

Ze zaten niet zozeer meer uren op internet, maar de aard van hetinternetgebruik was bij de personen met meer autistische trekkenwel vaker problematisch. Voorbeelden van compulsief internetgebruikzijn: blijven internetten terwijl het je bedoeling was ermee testoppen, internetgebruik dat resulteert in conflicten met anderenen onrust wanneer het onmogelijk is het net op te gaan.

Mannen fanatieker op het web

Een jaar later kregen de respondenten nogmaals dezelfdevragenlijsten voorgelegd, om verschillen door de tijd heen tekunnen meten. Mannen scoorden op beide momenten hoger dan vrouwenop dwangmatig internetgedrag. Vrouwen met autistische trekken dieeen jaar eerder nog weinig compulsief internetgebruik vertoonden,vertoonden een jaar later ineens een hoger niveau daarvan.

‘Mogelijk werken autistische trekken vooral bij beginnendcompulsief internetgedrag als stimulerende factor,’ geeftFinkenauer als verklaring hiervoor. ‘Zodra de mate van dwangmatiginternetgedrag een bepaald niveau overstijgt, kan het zijn dat dietrekken geen belangrijke rol meer spelen.’

Risico ondanks ‘veilige omgeving’

Tot nu toe werd aangenomen dat internetgebruik vooral eenpositieve uitwerking heeft op personen met autistischeeigenschappen. Het stelt hen in de gelegenheid om in een veilige engestructureerde omgeving zonder veel afleiding met anderen tecommuniceren. Finkenauer waarschuwt dat het belangrijk is om hetinternetgebruik van personen met veel autistische eigenschappen temonitoren om te voorkomen dat het gebruik hun contact met deoffline wereld schaadt.

Vervolgonderzoek is volgens haar noodzakelijk om de preciezeaard van het verband vast te stellen. ‘We zijn bijvoorbeeldbenieuwd of het voor de relatie tussen compulsief internetgebruiken autistische eigenschappen uitmaakt wat voor type activiteitenmensen op het internet ondernemen,’ aldus Finkenauer. Ook is zegeïnteresseerd in hoeverre personen bij wie de diagnose autisme isvastgesteld het internet op een compulsieve maniergebruiken. 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK