Schaars betatech talent helpen

Nieuws | de redactie
18 september 2012 | De overheid moet haar eigen effectiviteit snappen om een succesvol bèta-promotiebeleid te voeren. Het CPB komt met ontnuchterende en aanmoedigende suggesties rond ‘overheidsfalen’ en de aanpak van het tekort. R&D wordt gedaan door jongeren, dus “zal de vervangingsvraag vermoedelijk kleiner zijn dan in andere beroepen.”

Het CPB wijst op trends en feiten, ook in de arbeidsmarkt en devergrijzing van kennisberoepen. “Arbeidsmarktramingen laten ziendat de verwachte vraag het verwachte aanbod voor vrijwel alle typenhogere opleidingen zal overtreffen, inclusief bètastudies.Drijvende factor hierachter is de vergrijzing van deberoepsbevolking.”

“Wat zal de impact zijn op R&D? Ten eerste wordt R&Dvooral gedaan door jongere werknemers. Beroepen met een relatiefjong personeelsbestand zullen minder getroffen worden doorvervangingsvraag als gevolg van oudere werknemers die uittreden uithet arbeidsproces. Daarom zal de vervangingsvraag voor R&Dwerknemers vermoedelijk kleiner zijn dan in andereberoepen.” 

“Ten tweede zal de impact op R&D mede afhangen van deveranderingen in concurrerende delen van de arbeidsmarkt. Derelatieve lonen, en daarmee de studie- en baankeuze, wordenbeïnvloed door de relatieve schaarste van bèta’s in detoekomst.”

Andere studies nóg schaarser

“Dit laatste zegt dus meer dan absolute schaarste. De geraamdevacaturegraad voor bèta’s is lager dan in een aantal anderevakgebieden, zowel op HBO als universitair niveau. Als gevolg mogenwe verwachten dat marktkrachten sterker zullen zijn in hetaantrekken van studenten en afgestudeerden in de richting van dezeandere studies en banen.”

“Daarbij komt dat de internationalisering van debèta-arbeidsmarkt zal verhinderen dat de lonen van bèta’s adequaatreageren op veranderingen in binnenlandse schaarste, wat deafnemende relatieve vraag voor bèta’s kan versterken. Daardoorworden de loonvooruitzichten van bèta-afgestudeerden nog verderonder druk gezet.”

Vraagbeleid beter dan aanbodbeleid

Daarom adviseert men de voorliggende plannen verder aan tescherpen in hun doeltreffendheid. “Het Deltaplan bèta/techniek iseen mix van interventies gericht op verschillende doelen. Hetbelangrijkste motief voor overheidsinterventie in de arbeidsmarktvoor bèta’s kan worden gevonden in de externe effecten vanR&D-productie.”

Het voornaamste doel van overheidsinterventies moet zijn hetvergroten van de R&D-activiteit in Nederland. Dat doe je hetbeste door de volgende aspecten centraal te stellen in het beleid: 

“1. Definieer het beleid in termen vanR&D-doelstellingen.

De casus voor vraagbeleid is sterker dan die voor aanbodbeleid.Vraagbeleid is direct gericht op R&D, terwijl aanbodbeleid datniet is. Zelfs al zou aanbodbeleid erin slagen de in- en uitstroomvan bètastudies te vergroten, dan nog kunnen bèta’s ervoor kiezenom niet in R&D te gaan werken, als andere banen aantrekkelijkerzijn.

Dat wil zeggen, een flink deel van de aanbodsubsidie zalweglekken in de aanbodketen. Bovendien vermindert deinternationalisering van de arbeidsmarkt voor R&D-werknemers deeffectiviteit van dit soort beleid nog verder.

2. Wees voorzichtig met aanbodbeleid, omdat er eengrote kans is op overheidsfalen. 

Overheidsfalen van aanbodbeleid is kleiner indien andereberoepen waarin bèta’s terechtkomen ook worden gekarakteriseerddoor externe effecten. Echter, hiervoor is geen empirisch bewijs ener is ook geen empirisch bewijs voor externe effecten overafgestudeerden die andere studierichtingen hebben gevolgd.

De empirische literatuur over arbeidsaanbod impliceert dat deelasticiteit van beslissingen over het type baan en het aantalgewerkte uren groter is dan de elasticiteit van destudiekeuzebeslissing. Beleid dat zich richt op de meer elastischemarges zal minder overheidsfalen ondervinden. Daarom zaloverheidsfalen kleiner zijn voor interventies lager in deaanbodketen, zoals ‘aantrekkelijke banen’ of ‘aantrekkelijkevestiging’. 

3. De effectiviteit vanhet huidige Deltaplan bèta/techniek kan wordenverbeterd door de nadruk te vergroten op interventies lager in deaanbodketen, zoals ‘aantrekkelijke banen’ of ‘aantrekkelijkevestiging’. Instrumenten die focussen op de meest elastische margesvan de arbeidsaanbodbeslissing – meer uren werken in bètaberoepen,de keuze tussen werken in R&D en andere beroepen (bijvoorbeelddoor speciale belastingaftrek voor bèta’s) – zijn het meesteffectief. 

De huidige kennis over de impact van aanbodzijde interventies isbeperkt. Er is geen overtuigend bewijs over het effect van diverseprojecten die zich richten op vergroten van in- en uitstroom inbètastudies. Bovendien ondersteunt het bedrijfsleven deze projectenactief. Een zinvolle benadering kan in dit geval zijn om kennis tegenereren over de effecten van deze projecten. Dit is mogelijk doorexperimentele ontwerpen te kiezen voor verschillende publiekprivateinitiatieven en de effecten te evalueren.

Als de overheid het aanbod wil stimuleren via allerlei projectengericht op in- en uitstroom van bèta’s: 

4. Ontwerp beleidsmaatregelen zo dat ze evalueerbaarzijn en geloofwaardig bewijs kan worden verzameldover het effect van verschillende projecten. Bijvoorbeeld, om teonderzoeken in hoeverre een aanvullende beurs de participatie inbètastudies kan vergroten, kan een gecontroleerd experiment wordenuitgevoerd.

In zo’n experiment krijgt een aselecte steekproef vaneindexamenkandidaten een aanvullende beurs aangeboden (indien dezekiest voor een bètastudie), terwijl een controlegroep die nietkrijgt. Vervolgens kan een analyse worden gemaakt van de matewaarin de keuze voor een bètastudie in de experimentele groepafwijkt van die in de controlegroep.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK