Groot deel SF wel naar hoger onderwijs

In het debat over het regeerakkoord ‘Bruggen Slaan’ met de Tweede Kamer moest premier Rutte voorrekenen of en hoe zijn nieuwe kabinet van VVD en PvdA extra investeert in het onderwijs. De conclusie van het CPB dat in onderwijs net als in bijvoorbeeld defensie netto niet extra wordt geïnvesteerd verwerpt Rutte. Hij wijst op het feit dat zijn nieuwe kabinet de motie-Buma uitvoert waardoor toch een plusje zou ontstaan.
Rutte noemt besomming CPB onjuist
D66-voorman Pechtold rekende voor dat een miljard netto wordt weggesneden uit de onderwijsuitgaven en 900 miljoen via herschikking terugkomt. Dit levert een financieel totaalbeeld op van min 100 miljoen. Vandaar de scherpe conclusie van het CPB. Premier Rutte gaf aan dat het CPB ten onrechte deze besomming maakt.
Zijn nieuwe kabinet voert de motie van CDA-voorman Buma uit waarmee 256 miljoen geld van Binnenlandse Zaken voor onderwijstaken bij gemeenten wordt overgeheveld naar de onderwijsbegroting. Dit zou extra investeringen opleveren omdat dit bedrag bij BZK niet geoormerkt was voor onderwijs. Pechtold concludeerde echter dat er dus extra bezuinigd zal worden bij die gemeenten die hun aandeel in dit budget wel degelijk in onderwijs staken.
Motie-Buma wordt uitgevoerd
Een beetje sarcastisch zei Pechtold dat Rutte het CPB feitelijk beschuldigt van slecht rekenwerk, terwijl zijn eigen som hier niet klopt. Rutte gaf aan dat hij op dit punt de ambtelijke rekensommen van Financiën volgt en bij de doorrekening van de effecten daarvan het CPB.
Het totaalbeeld van een plus van 150 miljoen voor onderwijs ontstaat volgens de premier dan ook door dat hij de verschuiving van middelen uit de motie-Buma meerekent als investering. Ook PvdA-leider Samsom verdedigde het akkoord door er op te wijzen dat de uitvoering van de motie-Buma een extra van 196 miljoen zou opleveren.
In het hoger onderwijs snijdt het kabinet aanzienlijk. Rutte erkende dit ook. GroenLinks wilde opheldering over de bestemming van die bezuinigingsopbrengst en rekende voor dat deze 1,3 miljard is. De vraag kwam op tafel of dit bedrag teruggesluisd wordt naar het hoger onderwijs of “het kabinet hier gaten mee gaat dichten”.
PvdA en VVD verschillen van opstelling
Rutte gaf aan dat de opbrengst voor een groot deel teruggaat naar onderwijs en onderzoek en wees op de 100 miljoen extra voor fundamenteel onderzoek. Dit was een extra die naar de aard van de uitgaven heel dicht bij het werk in het hoger onderwijs zou zitten. Voor de opbrengst op de lange termijn van de invoering van het leenstelsel onderstreepte Rutte dat deze voor het grootste deel zou terugvloeien naar het hoger onderwijs.
In het debat bleek dat PvdA-voorman Samsom een andere opstelling kiest. Hij stelde dat de opbrengst van de bezuinigingen in de kabinetsperiode 2013-2017 terugkomen in het hoger onderwijs.
De opbrengsten na 2017 wil hij pas in de debatten in die tijd een bestemming geven. Hij wees er op dat ook elders in het onderwijs nog grote vragen om investeringen leven en noemde expliciet het primair onderwijs en het MBO. Het blijft dus de vraag of binnen de coalitie over de meerjarenramingen en investeringen een helder perspectief is geschetst.
