Kwaliteit in metropolen, lukt dat?

Nieuws | de redactie
3 oktober 2012 | Vijf grote hogescholen hebben in de Randstad een geweldige taak. Zij moeten een multiculturele stadsbevolking en economie emanciperen. Wat zegt Van Vught over hun visie om dit waar te maken? Waarom scoort Inholland zo goed? Waarom Rotterdam? Hoe presteren HU, HvA en Haagse?

De grootstedelijke opdracht in het HBO is een van de meestcomplexe waarvoor het hoger onderwijs in ons land geplaatst staat.Juist in de urbane gebieden in de Randstad is het aantal ‘eerstegeneratie studenten’ van alle mogelijke herkomst massaal aanwezig.Tegelijk zijn er ook relatief veel mensen en milieus met een sterkehoger onderwijs traditie, zowel academisch al professioneel encultureel, die in deze steden de samenleving domineren. Zowelpolitiek, economisch als sociaal-cultureel.

De vijf hogescholen die hier hun werk en roeping vinden zijn netals de anderen in het HO door Van Vught c.s. beoordeeld. Wat zijnhun ambities en hoe overtuigend zijn hun track record en deuitvoerbaarheid van hun voorgestelde pallen en hun realisaties?

Vier van de vijf scoren het generieke oordeel ‘zeer goed’.Alleen de Haagse Hogeschool krijgt het oordeel ‘goed’. Meestkrachtig is het positieve oordeel over de Hogeschool Rotterdam.Deze krijgt ook drie Centres of Expertise goedgekeurd.
 

1] Hogeschool Rotterdam

De ambities bij het onderwijs richten zich op het verstevigenvan de kwalitatieve basis en de top. Zo wil men de deelname aanexcellentietrajecten meer dan verdrievoudigen naar meer dan 7% enhet aantal docenten met tenminste een mastergraad van 54% naar 70%laten stijgen tot in 2015. Intensiteit van het onderwijs was alhoog in Rotterdam en dat blijft zo. Het beleid achter de voorstellenvoor verdere differentiatie van het onderwijs door maatwerk voor deverschillende groepen talenten noemt Van Vught zonder omhalen”krachtig”. De hogeschool behaalt hiermee 16 van de 20 punten.

Van Vught stelt vast dat de strategie van oud-voorzitter JasperTuytel geldig blijft voor de lange termijn: bijna elke opleidingvan buiten Rotterdam heeft men afgestoten. Met anderen in het HBOwerkt men samen om HO-aanbod over te nemen of over te dragen waardat het eigen, regionale profiel van de grote havenstad verderversterkt. Zo worden alle Ad-opleidingen van Inholland ingebed inde Rotterdam Academy. Leidend is “een complementair aanbod” met datvan anderen en een strakke focus op de vraag van de Rotterdamsesamenleving en kenniseconomie. Doel daarvan is “versterking enhervorming van de economisch structuur” en de stad “alsvestigingsplaats voor hoger opgeleiden en bedrijven”.

De hogeschool steekt strategisch in op zowel het rapportDijkgraaf – met een selectievere bachelor autonome kunst ter willevan een nieuwe, brede master toegepast ontwerpen – als op hetMasterplan Bèta Technologie. De RDM Campus en de ontwikkeling vanhaven-gerelateerd onderzoek en onderwijs zijn “een aansprekendvoorbeeld” van de verbindingen tussen technologie en onderwijs,onderzoek en innovatie. Verbazingwekkend is dan ook het oordeel’onvoldoende’ voor de volgende doorbraak in dezen, de concentratievan innovatieve activiteiten in Rotterdam Zuid om dezeachterstandswijken via LLL, ondernemerschap en praktijkgerichtonderzoek naar sociale innovatie een lange termijn impuls tegeven.

Rotterdam heeft een uitvoerbaar plan, met “gunstige voorwaarden”voor succes. “Studiesucces voor iedereen” om elk talent tot bloeite laten komen is als programma voor de commissie duidelijk zeerovertuigend gebleken door het samenhangend karakter ervan door heelde hogeschool en de studieloopbaan van de deelnemers. Het geheel is”breed gedragen in de organisatie.”


2] Hogeschool Utrecht

Deze grote hogeschool behaalt eveneens 16 van de 20 punten, maarbereikt met slechts 1 Centre of Excellence succes bij de aanvragentot toekenning. De keuze voor minder of geen groei van het aantalstudenten kent een pendant in een verviervoudiging van het aantalin excellente trajecten naar 6%. “Kwaliteit boven kwantiteit” ishet parool.

De HU zet in op nog verdere intensivering van de samenwerking metde UU, de HKU en het academisch ziekenhuis op de Uithof. Dat leidttot minder Ad’s en meer masteraanbod. Met de UU wil men het aanbodaan de vwo’ers verder versterken, voortbouwend op successen bijonder meer de Academische Pabo en Technasia. Flexibilisering vanhet gehele aanbod leidt ook tot nadruk op LLL-opleidingen enondernemerschapsonderwijs, mede als impuls van valorisatie.

De Europese ambities zitten vooral in de sfeer van deHBO-zorg-opleidingen en het praktijkgericht onderzoek in dezerichting. Daarin wil men ook op topsectoren en Horizon 2020aansluiten. Dat laat tevens zien dat de HU minder accent legt ophaar rol als urbane Randstadhogeschool en de emancipatorische taakdie daarin vervuld wordt. Opvallend is eveneens, dat juist op datzorgprofiel het Centre of Expertise de Review Commissie niet wistte overtuigen.

Hoewel de HU volgens Van Vught op verschillende aspecten”beperkte informatie” biedt over de concrete actiepunten, weet zijtoch te overtuigen door bijvoorbeeld de inzet van eigen middelenvoor interdisciplinaire thema’s van onderzoek enonderwijsontwikkeling. Ook de “vele starts-ups en spin-offs” van delectorale projecten laten zien dat de hogeschool met haar aanpak opde Uithof en de partners daar veel potentie heeft.


3] De Hogeschool van Amsterdam   

De bestuurlijke partner van de HvA, de UvA moet het met eenaanzienlijk sceptischer oordeel doen dan de hogeschool heeft wetente verwerven. 15 van de 20 punten is behoorlijk goed, maar niet zokrachtig als Rotterdam, laat staan Arnhem of Groninen inHBO-land.

Kenmerkend voor de HvA is de ambitie dat “leren, werken en leven in deinspirerende en complexe” urbane omgeving van de hoofdstad alsvanzelfsprekend in elkaar en bij elkaar horen. Daar studenten optoerusten is de kern van de maatschappelijke opdracht van dezeinstellingen. Urbanisatie en innovatief ondernemerschap inmetropolen zijn daarom de twee speerpunten voor onderzoek enonderwijs.

De onderwijsambities zijn een stabilisatie van de uitval en hetkeren van de dalende trend bij het rendement van de bachelor.Docenten met een master dienen straks 72% van het geheel zijn, ietsmeer dan de 65% nu. Stroomlijning van het onderwijsaanbod zalvooral in de economische sector moeten worden doorgevoerd. Minderminoren en een totaal dat meer de kern van het aanbod beslaat zijnhier het doel. Van Vught noemt deze laatste actiepunten met namenambitieus.

Dat geldt ook voor de valorisatie-initiatieven.  Al in deopleiding moeten HvA-studenten hun eigen bedrijf kunnen opzetten,met name in het kader van de trekkersrol bij de opbloei van decreatieve industrie die de hogeschool met de AHK en Inhollandnastreeft. Zwaartepuntvorming rond de techniek komt bij het accentop de creatieve sector. Met de betrokken topsectoren en EU-thema’slegt men daartoe de verbindingen. “Een goed beleid” concludeert VanVught.

De differentiatie zoekt men primair af te stemmen met UvA en VU.Een HBO-master wordt alleen gestart als deze bij het profiel pasten geen analoog aanbod in het WO mogelijk is. Honourstrajecten zijnstevig in de grondverf gezet. Deze aanpak wordt door de ReviewCommissie duidelijk gewaardeerd. Men vindt dat deze urbane enomvangrijke hogeschool hiermee “sterk inzet” op de toekomst.

Niettemin is de HvA in de concrete inzet van middelen en mensennog (te) terughoudend en “zullen nieuwe initiatieven zich nogmoeten bewijzen.” Duurzamer borging van onderzoek en valorisatie ende inzet van eigen middelen blijven onhelder. Bij de waarderingvoor de strategie blijkt op het eind van de beoordeling eenanalogie met enige twijfels die ook de UvA – en de VU – bij vanVught oogstten, weer op te doemen.


4] Inholland 

De hogeschool draait niet om de enorme omslag heen waar menmidden is verzeild. Van een “management gedreven organisatie” wilmen “weer een ‘onderwijs gedreven’ organisatie worden.” De eigenomgeving en “een ‘moreel kompas'” zijn daarvoor de leidendeinspiratiebronnen. Dat betekent dat men op termijn tot substantiëleverbetering van het studiesucces kan komen, maar op de korteretermijn liever bescheiden blijft. Dit krijgt instemming van VanVught. Zij scoort daarmee even hoog als de HvA: 15 van de 20 tebehalen punten, ‘zeer goed’ nog.

De waardering is ook gegeven, omdat indicatoren als hogebureaucratiekosten stevig aangepakt worden. Men wil daarbij dekwalitatieve sprong op termijn maken naar tenminste 80% docenten opmaster/PhD graad en ziet de nagestreefde 61% van nu als eentussenstap.

Het onderwijsaanbod van Inholland staat voor een revolutie. VanVught c.s. kijkt daar instemmend maar met een sereneafstandelijkheid naar. Alles draait om “herijking van hetopleidingenaanbod” en taboes bestaan daarbij niet. Samenvoeging vanalle internationale opleidingen tot één college op één locatie,bijvoorbeeld. Ketenvorming met ROC’s en het WO, zoals de TU Delft.Lectoren moeten zich op de gekozen zwaartepunten richten en metmeer promovendi meer kwalitatieve, relevante beroepsgerichteproductie en publicatie leveren. “Al het onderzoek in een netwerk”met de universitaire partners,  is het motto en depromotietrajecten worden daar strategisch aan gekoppeld.

Valorisaties moeten in integrale bundeling van alfa, bèta engamma kennis tot stand komen, meer regionaal gefocust. Amsterdam enRotterdam worden voortaan duidelijk onderscheiden daarbij. Delocaties van de hogeschool moeten hun eigen kennisprofiel krijgenen deze “bovenregionale meerwaarde” laten ontwikkelen. In deeducatieve opleidingen en in de techniek en groene sector gaat menversnipperingen van aanbod en onderzokesactiviteiten weghalen ennieuwe combinaties met ook het WO aan. “Goed beleid” en “goedevoornemens” die bovendien “ambitieus en realiseerbaar zijn,”concludeert Van Vught.

Respect klinkt door in de constatering dat de hogeschool dezetoekomstvisie “moet waarmaken in een periode waarin de organisatievolledig wordt herontworpen.” Ga er maar aan staan, hoor je VanVught en de zijnen denken. De gekozen lijnen en trajecten krijgenwaardering, maar “beperkt [is] duidelijk gemaakt hoe de voornemensdaadwerkelijk hun beslag zullen krijgen.” Moeizamer nog: “eenonderbouwing in termen van benodigd budget ontbreekt.” Dat maakthet geheel “merendeels uitvoerbaar.” Dat de gewenste Centres ofExpertise – los van dat met de AHK en HvA – niet zijn toegekend kandan niet echt verbazen.
 

5] Haagse Hogeschool

Van de vijf grote randstedelijke hogescholen haalt de Haagse als enige 14 punten, oordeel ‘goed’. Dat komt vooraldoor een vrij zuinige beoordeling van het ambitieniveau. Deindicatoren voor uitval en rendement wil men op constant niveauhouden, evenals “het huidige, relatief lage niveau” van debureaucratiekosten. Het aanbodbeleid wil men eveneens constanthouden: geen nieuwe opleidingen, geen sanering van hetbestaande.

De doorstroming en differentiatie richt zich op samenwerking metcollega’s in het WO in de zuidvleugel van de Randstad eninternationaal. Men pakt de kansen voor vele diverse groepen op,via zowel Ad-aanbod als masters en hounourstrajecten, als ookinternationaal onderwijs. Zij dienen als “vlaggenschip van eenzwaartepunt” in de strategische keuzes voor onderzoek enonderwijsaanbod en versterken dan tevens de betrokken bachelors enlectoraten. De Review Commissie acht dat men zich hiermee “sterkinzet” op deze kernpunten van de zwaartepuntvorming. Dat geldt ookvoor de gekozen onderzoekthema’s en hun directe relaties met detopsectoren en het profiel van Den Haag als internationale stad vanvrede en veiligheid.

Het beeld is voor van Vught c.s. niettemin gemengd, doordatdeels nieuwe elementen, deels bestaand beleid domineren. Bij de’spannendste’ innovaties als de studentenincubator Enter-priZe isde concrete opzet en implementatie “niet duidelijk”. Dit speelt ookbreder nog. “In het algemeen” geeft het voorstel “weinig concreteinformatie over de voor deze initiatieven in te zetten capaciteiten middelen.”

Dit laatste oordeel raakt ook het voorgestelde Centre ofExcellence. Dit zou zich concentreren op het zeer relevante en staden hogeschool in Den Haag profilerende thema van Cyber Security enSafety. De heldere implementatie en financiële vormgeving al in2013 acht Van Vught toch te onduidelijk en dat maakt succes nu”onvoldoende aannemelijk.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK