Minister Jet Bussemaker?

Nieuws | de redactie
10 oktober 2012 | Het moet raar lopen wil de HvA-rector niet de nieuwe minister van OCW worden. Jet Bussemaker geldt als kandidaat nummer 1 in het lijstje dat Diederik Samsom op zak heeft. Wie is zij, hoe denkt zij, wat zijn haar prioriteiten? "Als je studiesucces wilt verhogen moet je alleen nog maar meisjes aannemen."

Jet Bussemaker heeft kabinetservaring op een complex ‘spendingdepartment’ in troebele tijden en lastige politieke verhoudingen.Tegelijk was zij een van de weinige PvdA-bewindslieden, die in hetkabinet Balkenende/Bos een plezierige en productieve relatie hadmet haar minister, de CDA’er Ab Klink op VWS. Dat maakt haar voorde PvdA een safe pair of hands kandidaat in een nieuwecoalitie, waarin de chemie en de onderlinge verhoudingen zo soepelmogelijk moeten worden, wil deze slagen.

Verlies en aanwinst

Bij de HvA heeft zij zich nadien voluit kunnen verdiepen in devragen, zorgen, dilemma’s en kansen van het hoger onderwijs. Zijzat immers in een CvB dat zowel de UvA als de HvA bestuurde en datdoor diepe dalen ging tijdens de bestuurlijke crisis rond hetopstappen van collegevoorzitter Karel van der Toorn.

Dat zij bij de HvA van aanpakken wist blijkt uit de beoordelingvan de toekomstplanen voor profilering en zwaartepuntvorming doorde Review Commissie van Frans van Vught. De hogeschool scoordebeduidend beter dan de universiteit in het Amsterdamse. Een topmanuit de UvA/HvA combinatie zegt tegen ScienceGuide over eenvertrek van Bussemaker naar Den Haag dan ook: “Een verlies voor deHvA, een aanwinst voor het land.”

Waar staat Jet Bussemaker voor? Allereerst zal zij met haarmeest getipte collega op Financiën en man van deonderwijsvernieuwing, Jeroen Dijsselbloem, een heldere missiehebben: voer de motie-Hamer uit. Het was niet voor niets dePvdA-fractieleider die de ambitie en investeringen om Nederland inde topliga van de kennisnaties terug te brengen met krachtformuleerde. Zij won er de steun van heel de Kamer mee en in alletoonaangevende verkiezingsprogramma’s blijft dit kernpunt voor onsland terug komen.

Docent uit eigen tuintje

Binnen het onderwijsbeleid zal Bussemaker een nuchtere lijnvoeren en opvallen doordat zij de docenten en hun organisatiesnadrukkelijk aanspreekt op hun eigen verantwoordelijkheid enroeping tot kwaliteitsverbetering. In een recente dialoog metScienceGuide en de ASVA was dit al duidelijk te merken.Docenten moesten uit hun eigen tuintjes durven komen, zei zij.

“Ik heb zelf gestudeerd in een tijd dat docenten wel heel veelhobby’s hadden. Er waren docenten die alleen maar bezig waren metéén klein detail van het marxisme en die dat met iedereen deelden.Maar er waren ook docenten die me enorm geïnspireerd hebben, Lucasvan der Lans bijvoorbeeld en Siep Stuurman, die beiden politiekefilosofie doceerden, mijn lievelingsvak.”

Je kunt gegrepen raken door een bepaald vak of een bepaaldedocent en zo een excellent student worden. Maar ook dan is desamenhang in het programma en de curricula belangrijk. “Docentendenken vaak dat kwaliteit uitsluitend van docenten afhankelijk is.Maar wat ik zelf in mijn studieprogramma miste, is zulke samenhangtussen de verschillende onderdelen. Het ene vak moet logisch volgenop het andere vak. Bij docenten zie je soms te veel de mentaliteit:’dit is mijn tuintje, ik weet wat kwaliteit is’. Maar met al dietuintjes hebben we als hogeschool nog niet een goede opleidinggecreëerd.”

“Wij zeggen bijvoorbeeld dat de HvA veel meer docenten met eenmaster moet hebben, maar de beste docent van het jaar is nu al voorde derde keer op rij een docent zónder master…..Studenten kijkenblijkbaar minder naar de formele kwalificatie en meer naar deinspiratie. Zo heeft iedereen kennelijk een andere definitie vanexcellentie.”

Groot, groter, grootst

Een wezenlijk punt vindt Bussemaker dat bestuur en toezicht inhet WO en het HBO op een uitstekend niveau worden uitgeoefend enals volstrekt onkreukbaar en dienend wordt herkend. Als gasthoofdredacteur van ScienceGuideging zij daarom indringend in op de visie van een van debelangrijkste denkers op dat terrein, prof. Ferdinand Mertens.

Zijn metafoor van de vliegmaatschappij Onur Air voor dehogeschool Inholland liet haar toen bepaald niet onberoerd. “Mijnassociatie was bij dat beeld direct:  ‘Meavita’! Ik had alsstaatssecretaris op VWS te maken met dat bedrijf in de thuiszorg.De toestanden daar hielden ons, mij, mijn medewerkers en ook deKamer heel erg bezig. Daar was men na de invoering van demarktwerking in de zorg echt de weg ingeslagen van groot, groter,grootst. Overal in het land ging Meavita thuiszorg aanbieden. Enwat zeiden de mensen toen het mis ging? ‘We zijn onze ziel kwijtgeraakt, het gaat echt om veel meer dan rendementen enbedrijfsmatige expansie.’ Doekle Terpstra zei laatst bijna precieshetzelfde over wat er bij Inholland gebeurd was. “

Mertens analyseerde dat bij toezicht en borging van kwaliteitcruciaal is, dat je met alle betrokkenen – ook internationaal – deafspraken over hoe je deze met elkaar uitvoert scherp houdt.Bussemaker vond: “Dat is ook nu weer aan de orde, dat ziet Mertensheel goed. Wat er in het HBO is gebeurd is zeer ernstig, daarmoeten we als hogescholen niet omheen lopen. Maar pas nou wel op,dat je incidenten niet bestrijden gaat met een hele hoop extratoezicht op alles en dat leiden gaat tot nieuwe bureaucratischemechanismen en overbelasting.”

“Ik heb als staatssecretaris dat dilemma ook meegemaakt,bijvoorbeeld rond Meavita. Mertens wijst er ook op, dat je nietzomaar de uitvoeringsafspraken rond toezicht moet omgooien.Tegelijk snap ik best dat bijvoorbeeld de Kamer een bewindsman bijzulke ernstige situaties of incidenten gaat aansporen tot’krachtdadig optreden’. ‘Hij of zij moet nu toch echt ingrijpen,’hoor je dan. En toch zeg ik ‘pas op’. Want voor je het weetorganiseer je vooral wantrouwen en schep je binnen de organisatievan bijvoorbeeld de hogeschool of de universiteit een cultuur vanrisicomijding. Men gaat dan elke moeilijke beslissing afschuiven,naar omhoog of naar een ander.”

Stop met Calimero

Dat leidde bij haar tot een fikse waarschuwing aan hetministerie van OCW en het liberale beleid van haar aanstaandecoalitiepartner. “De afstand van het ministerie tot het betrokkenveld is in de zorg veel groter. De invloed van het departement enhet apparaat op de sector is aanzienlijk minder dan bij hetonderwijs. Het ministerie zit nog steeds veel dichter op het velden de instellingen. Dat is mij in mijn werk hier wel opgevallen. Endat mag ook een liberale bewindspersoon wel even in zijn orenknopen.”

Voor het HBO heeft zij in elk geval een wezenlijke boodschap:stop met de ambitie van groei om de groei. Zet in op kwalitatievekeuzes en durf excellentietrajecten aan. Stop met deCalimero-houding naar het WO.

“De HvA moet ophouden met een soort Calimero-houding. De UvAmoet ophouden met een zekere neerbuigendheid naar het HBO. Wehebben beide de opdracht onze studenten te laten gaan waar zij hetbeste tot hun recht komen. Dat betekent niet per definitiedoorstroom van HBO naar universiteit, maar ook dat VWO’ers naarniet-universitaire opleidingen moeten kunnen die heel goed bij henpassen. Denk aan fysiotherapie en pedagogische vakken.”

Hup Anne-Wil

Dat Bussemaker met de VVD straks prima door een deur zal kunnen.Dat bleek uit haar reactie op de visie van Anne-Wil Lucas, deHO-specialist, ten aanzien van de kansen van het HO in hettopsectorenbeleid van EL&I.

“Ik kan het niet anders dan met haar eens zijn op dit punt. Ikvind dat dit ook Halbe Zijlstra aan gaat, want kennisbeleid is nietalleen iets dat Maxime Verhagen betreffen moet. Ik kan me nietanders voorstellen dan dat Zijlstra dat met mij eens is.”

Wel vond  Bussemaker het enigszins jammer dat deHO-woordvoerster van de VVDin haar betoog over het goud van dedriehoek HO-Bedrijfsleven-Overheid met een voorbeeld van de TU’skwam. “Ik nodig Lucas van harte uit om langs te komen bij hetdomein techniek hier bij de HvA. Wat daar aan praktisch onderzoekgedaan wordt, daar  komen ze zelfs van de TU Delft voor langsom van te kunnen leren en profiteren. Bij deze dus: van harteuitgenodigd!”

Het gelijk van Karl Dittrich

Ook met de universiteiten onder leiding straks van Karl Dittrichzal zij het vast goed kunnen vinden. Zij sloot zich in elk gevalmet veel vuur aan bij diens visies op kwaliteit en verantwoordingvan kwaliteit. Daarover zei ze al gasthoofdredacteur onder meer:”Natuurlijk is dat niet alleen maar een kwestie die de HvA aangaat.Intern voeren we dat gesprek, ook met de decanen met oog op deconclusies die we ook voor onze WO-opleidingen moeten trekken.Dittrich zegt terecht dat ook de universiteiten in die discussiehun rol moeten spelen en een kritische blik op de eigen aanpak encultuur moeten durven werpen.”

Dittrich heeft gelijk als hij wijst op een rijkere traditie vanpeerreview en scherpte in wetenschappelijke toetsingen vanuit metname het onderzoek, zegt zij. “Dat is vooral ook een traditie vanhet naar binnen halen van kritiek van buiten. Daardoor is er minderde neiging tot het hanteren van het non-interventiebeginsel, datweleens heerst in het onderwijs. Men denkt dan: ‘we zijn allemaalgelijk als docenten, dus we gaan ons dan ook niet bemoeien met hoeeen ander het doet.’ Voor ons als HvA is de omgang met zo’n cultuuren traditie van academische kritiek zoals bij de UvA daarom heelzinvol.”

Het koesteren van een kwaliteitscultuur -in de woorden vanDittrich- is voor haar een centrale gedachte voor de toekomst. “Wijzien dat binnen de hogeschool bij de inzet van heel veel mensenvoor het verkiezen van de docent van het jaar. Dat enthousiasmewekken, dat hoort daar bij. Op die manier de docenten ook deel vanhet excellentietraject te maken spreekt mij heel erg aan. Meer inelk geval dan het idee van de Onderwijsraad om de beste 5% meersalaris te gaan geven. Toen ik dacht las, dacht ik: ‘daar gaan weweer met het sturen op geld.’ En ik zwijg maar van het voorstel vande PVV om elk jaar ‘de slechtste 5% te ontslaan’.”

Grote zorg bij OCW-beleid

Bij de discussie over de toekomst van het hoger onderwijs hadBussemaker tegen deze achtergrond “één grote zorg.” Zij betwijfeltof het idee van ‘HBO-examens’ op ‘kernvakken’ een haalbare voorzetvan OCW is.

“Je ziet nu al dat men dat wel heel moeilijk vindt om dat helderde definiëren. De staatssecretaris lijkt dat zelf wel te beseffeninmiddels. We moeten dit onderwerp met elkaar dus heel goeddoordenken en dan de goede conclusies trekken over wat je dan welof niet kunt invoeren. Het HBO moet door zoiets niet als het warebuiten het hoger onderwijs gaan vallen. HBO en WO moeten daarbinnenecht bijeen blijven, met hun heldere en inhoudelijke verschillen inprofiel.”

De crux van een succesvol hoger onderwijs is en blijft nietteminhet welslagen van de studenten in de ontplooiing van hun talenten.Als minister zal Bussemaker kunnen voortbouwen op haar ervaringenen opvattingen op dit terrein. In een reflectie op een nieuweEuropese studie en vergelijking zei zij hierover tegenScienceGuide met een grijns: “Als je studiesucces wiltverhogen moet je alleen nog maar meisjes aannemen.”

“Mam, je bent ook beetje dom”

“Als je kijkt naar de verklarende factoren voor studiesucces zieje dat sekse daarbij met stip op 1 staat. Dat verklaart denk ik ookvoor een deel het succes van de zorgopleidingen van de HvA. Veelmeisjes.” Opvallend element blijft voor de grote diversiteit diezij zeker op haar grootste hogeschool van Nederland aantrof.”Diversiteit in achtergrond, diversiteit in leeftijd, we hebbenstudenten van boven de 30 en studenten van net 17. Studenten uitAmsterdam, maar bijvoorbeeld ook uit Nibbikswoud of Hoorn. En diewonen dan dus ook nog thuis.”

“Wat me opvalt is dat studenten tegenwoordig ontzettendmultitasken. We moeten alleen heel erg oppassen met denken dat zedaardoor dus helemaal geen houvast meer nodig hebben.” Studentendie net van de middelbare school op de HvA belanden, moetenabsoluut nog bij de hand worden genomen, vindt Bussemaker. Daardoet het feit dat ze beter dan hun ouders in staat zijn om te gaanmet de nieuwe technieken van vandaag niets aan af.

“Mijn dochter van 10 heeft me binnen 2 seconden uitgelegd wat ermis is, als ik even niet snap hoe mijn iPad werkt. Ze zei laatsttegen me: “Mam, je bent wel intelligent, maar ook een beetje dom”.Ik heb er best lang over na moeten denken wat ze daar mee bedoelde,maar ik denk dat ik het snap.”

Bussemakers tip aan nieuwe minister

In dialoog met de ASVA en ScienceGuide gaf rectorBussemaker de nieuwe Minister van OCW alvast een tip mee. De vraagwas toch vooral: ‘hoe kan zo’n bewindsman studiesucces en eenexcellente studiecultuur echt op de agenda zetten?

Dit was haar antwoord: “We zijn nu druk met prestatieafsprakenbezig. Waar ik bang voor ben is, dat deze gaan leiden – onbedoeld -tot heel veel nieuwe bureaucratie. Tegelijkertijd komt de inspectieniet genoeg in de klas, men leeft in een papieren werkelijkheid. Ikzou de volgende minister daarom zeggen: weet dat excelleren geldkost en zorg voor een zo goed mogelijke aansluiting met dearbeidsmarkt.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK