Scriptie als cadens in concert

Nieuws | de redactie
18 oktober 2012 | Hoe kijkt een lector aan tegen de scripties van HBO-studenten? Wat zijn criteria voor goede stukken en kwaliteit? Lector Frans van der Reep van Inholland geeft zijn ervaringen en analyse. "Laat de student horizontaal denkvermogen zien? Snapt de student echt wat hij wil en zie ik hem dat doen?"

‘Sinds najaar 2011 ben ik vanuit het lectoraat Digital WorldHogeschool Inholland betrokken geraakt bij het begeleiden enreviewen van afstudeerscripties bij verschillende opleidingenbinnen Hogeschool Inholland. Ik vond die uitnodiging erg leuk endoe dit werk graag. Om het wat mij betreft in de context van mijnonderwijservaring te plaatsen, ik geef les sinds 1978 in deverschillende domeinen van onderwijs. Deze vraag past daar bij.

Deze betrokkenheid bij scripties krijgt vorm in twee momenten.Het eerste moment is het zgn. intake gesprek. Het tweede moment ismijn advies aan de examinatoren of een scriptie ‘rijp’ is voorverdediging.

Na het reviewen van enige honderden scripties en vele intakegesprekken deel ik hier mijn inzichten over wat een goede scriptieis en wat er door mijn hoofd gaat als ik zo’n intakegesprek voer eneen scriptie review lees. Waar let ik op en wat geef ik daaroverterug aan de student. Het betreft mijn persoonlijke mening.

Intakegesprek

Het intake gesprek is een open gesprek van maximaal 20 minutenmet twee studenten tegelijkertijd op het moment dat zij hunprobleemstelling aan het formuleren zijn. Het doel van zo’n intakeop dat moment is, aan het begin van het afstudeeronderzoek, om techecken of de student zijn eigen probleemstelling werkelijkbegrijpt, of deze probleemstelling haalbaar is en uitvoerbaar inhet kader van een HBO afstudeertraject en of de kandidaat dezeprobleemstelling onderzoeksmatig en methodologisch overziet.

Past bijvoorbeeld deze probleemstelling bij deze student? Zie ikhem dat onderzoek tot een goed einde brengen? Heeft hij het netwerken de kennis en vaardigheden, tijd en energie om de opdracht toteen goed einde te brengen? Past het onderzoek bij de opdrachtgever?Als voorbeeld waar dit niet paste: het voorstel om een feasibilityplan te maken voor export van een tuincentrum in het de Utrechtseregio naar Latijns Amerika. Wat zou een relevantie van de opdrachtzijn?

Snapt de student echt wat hij wil en zie ik hem dat doen? Dat isde kern van het intakegesprek. Wij voeren dit gesprek met tweedocenten (die dat trouwens ook als een belangrijke leermomentervaren) en het is onvoorstelbaar hoeveel je kunt bereiken in 10minuten per kandidaat en hoeveel narigheid je kunt voorkomen doordeze persoonlijke ontmoeting. Bovendien leren de studenten veel inde interactie want de gesprekken zoals ik al zei- worden in groepenvan twee studenten gevoerd.

Het intake gesprek is wat mij betreft een begeleidingsmomentvoor de kandidaat, een cadeautje zeg maar. Het is geen formeelgo/no go moment. Het is aan de student om dit cadeautje al dan nietuit te pakken.

De resultaten van dit ‘nieuwe instrument’ zijn erg positiefgemeten aan de eagerness van studenten om deze te voeren.Mijn advies is om intakegesprekken als een officieel startmomentvan het afstudeertraject in het curriculum op te nemen.

Scriptie review

Waar let ik op in scripties? Analyse moet in de scriptierelevant en echt analyse zijn. Geen opsomming van stellingen zonderenkele vorm van samenhang en relevantie naar het bedrijf toe.

Het begint weer met de probleemstelling. Is die helder en heeftde student zijn eigen probleemstelling begrepen? Is deprobleemstelling ook helder afgebakend? Staat de scriptie in dienstvan de probleemstelling of moeten we hele romans door die er nietsmee te maken hebben. Onderzoeksverslagen moeten functioneelzijn.

Heeft de kandidaat kennis en inzicht in de (actuele) literatuuren overige bronnen over het onderwerp? Klopt de keuze van demodellen met het onderwerp? Waarom zijn bepaalde modellen gekozen?Klopt de match? Is er een verantwoording? Alleen maar laten ziendat je het ‘Porter model’ kent is niet genoeg naar mijn oordeel. Jemoet ook aannemelijk maken waarom deze theorie relevant is in hetlicht van je onderwerp.

Laat de student horizontaal denkvermogen zien? Kan hij brederkijken – en toch functioneel – naar de probleemstelling en deopdracht? Als iemand kijkt naar de invoering van social media bijkrant X, verwacht ik dat hij ook even kijkt naar krant Y en Z eneventueel naar de next practice in andere branches.

Een heldere, goed begrepen,n duidelijk afgebakendeprobleemstelling, ingebed in theorie en bronnen en met voldoendehorizontaal vermogen zal uitmonden in een goede en goedverantwoorde onderzoeksopzet, een helder conceptueel model en induidelijke hoofd- en deelvragen. Een heldere interne logica vanprobleemstelling, onderzoeksopzet en conclusie zal bijdragen aanhet positieve eindoordeel bij de examinatoren.

Dat een scriptie intern consistent is en dat bij uitdrukkingenals groter en kleiner even vermeld wordt ‘groter dan wat en kleinerdan wat’, lijkt me helder. Het zal het ordelijk denken en dekwaliteit van de aanbevelingen aanzienlijk verbeteren. De hoofd- endeelvragen zullen in het concluderend deel allemaal terug komen.Het moet tenslotte bewezen zijn dat ze allemaal beantwoord zijn. Decirkel moet rond. Het NVAO hanteert overigens vergelijkbarecriteria.

Verdiepend hoofdstuk

Het verdiepende hoofdstuk is waar de kandidaat echt heeft telaten zien wat hij kan. Net als de cadens in een klassiekpianoconcert. Het mag niet los staan van de probleemstelling endient bij te dragen aan beantwoorden van de onderzoeksvraag dan welgebruikte modellen toelichten.

Daarbij gaat het natuurlijk om meer dan overschrijven vanstudieboeken. Analyseren van wat er in andere boeken en publicaties(die niet op de verplichte literatuurlijst stonden) ten aanzien vanhet onderwerp staat, dat staat centraal. Het gaat tenslotte ook omhet over het eigen muurtje kunnen kijken. Belangrijk is dat destudent in dit onderdeel daadwerkelijk van literatuur gebruik maakten niet enkele websites als bronvermelding noemt.

Overige opletpunten

In de eerste plaats is het belangrijk dat de instelling actiefomgaat met de vraag of de goede docent deze student begeleidt.

Een docent Duits is waarschijnlijk geen goede scriptiebegeleidervoor marketing onderwerpen en ook persoonlijke verhoudingen kunneneen rol spelen. Bespreek deze matching in het team en zorg voorprofessionalisering van de afstudeerdocenten. De examencommissieheeft hier, denk ik, een belangrijke toetsende rol.

Ten tweede: kwaliteit van de rapportage en correct taalgebruikis een formeel criterium.

Ik denk dat dit een terecht meetpunt is, te meer daar mensen dieiets goed snappen doorgaans beter en eenvoudiger formuleren wat zewillen zeggen. Ook hier moet het docententeam in er van overtuigdzijn, dat hun begeleiding ook bestaat uit het corrigeren vanstudenten die niet aan de criteria van correct taalgebruikvoldoen.

Als derde: een ‘governance’ punt. Eigenlijk zou het managementzich inhoudelijk niet moeten bemoeien met de inhoud en debeoordeling. Dat geeft in de praktijk altijd gedoe, omdat deinhoudelijke en bestuurlijke verantwoordelijkheden niet altijd inelkaars verlengde liggen.

Tot slot: afstuderen is een formeel en maatschappelijkbuitengewoon belangrijk moment. Dat brengt en eisen enverplichtingen mee voor alle betrokkenen. Begeleiden en beoordelingdienen daarom duidelijk gescheiden te zijn.’

Frans van der Reep is lector Digital World bij de hogeschoolInholland


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK