Waarom geen focus op de uitstroom?

Nieuws | de redactie
1 oktober 2012 | Waarom leggen de TU’s in hun oproep aan ‘Den Haag’ zo de nadruk op de instroom van bèta-studenten? Ex-bèta Ernstjan van Doorn vraagt zich juist af waarom zo weinig aandacht is voor afgestudeerden? Pak juist “het verlies van de 60% aan de uitstroom-zijde aan.”

“Geen leenstelsels voor TU’s”, zo kopte vandaag ScienceGuide. Dedrie technische universiteiten maken een stevig pleit voor hetbelang van duurzame investering in kwaliteit en potentieel inonderwijs en onderzoek met rendement op lange termijn.

Ze benadrukken daarin het belang van deze investeringen voor deambitie om Nederland te laten behoren tot de top vijfkenniseconomieën ter wereld. Echter, na een vlammende opbouwendebetoog verandert het pleit echter plots. Ineens legt men de focusop de instroom en het “ontzien van de studenten”.

Is de instroom wel het belangrijkst?

En dat is op een bepaalde manier heel vreemd. Want moet hetfinancieel-aantrekkelijker maken van de instroom vanbèta-opleidingen nu de eerste aandacht hebben? Of is het nu juistook tijd om de aandacht te leggen op de aansluiting met werkgevers?Een sterk gegeven hiervoor is het feit dat nog steeds het grootstedeel van de net-afgestudeerde Bèta’s niet(!) in de NederlandseBèta-technische sector aan de slag komt. En dat is natuurlijk nietde bedoeling bij een dergelijke nationale ambitie.

Met een dergelijk pleidooi werd ook direct herinnerd aan hetidee om technische opleidingen “gratis” aan te bieden. Daarop kwamtoen direct de tegenargumentatie op gang dat dan weliswaar deinstroom zou toenemen, maar daarmee ook de voortijdige uitstroomvan studenten voor wie de bèta-technische richting het toch nietecht is, maar die het desondanks hadden gekozen uit financiëleoverweging.

Deze vergrootte voortijdige uitstroom zou ook nadelig terugslaanop de rendementen van de opleidingen die daar vervolgens hard opzouden worden afgerekend. Tenslotte zou het ook nog maar de vraagzijn of ook meer studenten zouden uitstromen met diploma en bovenalof ze ook in de Nederlandse bèta-technische sector aan de slagzouden gaan.

En dat is nu juist ook hier weer, het punt.

In deze lijn was al eerder in 2003 het alternatiefgeïntroduceerd door Camiel Eurlings,dat in plaats van een verlaagde of “gratis” instroom, er betergedacht zou kunnen worden aan een “uitstroompremie”: eenkwijtschelding van studieschulden als zware bèta-technische studiesmet succes zouden worden afgerond EN in men in die sector aan deslag zou kunnen gaan. 

Ingenieurs zijn honkvast

Dat dit nog steeds een zeer heikel punt is, wordt verder ookvermeld door het CPB, dat al eerder onderbouwde dat zo’n 60% van debèta-afgestudeerden niet aan de slag komt in die bèta-sector(R&D). Aanvullend werd recent door detacherings- enwervingsbureau voor hoogopgeleidden ” Yacht” nog gerapporteerd dat werkende ingenieurs nauwelijkssolliciteren, zeer honkvast zijn en buitengewoon lastig teverleiden zijn tot overstap naar een nieuwe baan. Allemaal zakendie bij elkaar optellen, en leiden tot een groot verlies aanpotentieel.

 

En hier is een extra belangrijke kanttekening te maken, zowelvoor het pleidooi van de TU’s als voor de werkgevers in debèta-technische sector. Want wanneer goed gekeken wordt naar devacatures bij een bèta-technische werkgever (een snelle blik op devacaturesite van bijvoorbeeld ASML leert al snel dat er voor demeerderheid van vacatures minimaal 5 jaar werkervaring wordtgevraagd ), dan zijn er opvallend weinig vacatures beschikbaar voorechte starters.

Een wereld te winnen

Zelfs ingenieurs die in onderzoekfuncties gezeten hebben komener vaak niet door vanwege een mis-match met de zeer specifiekgevraagde werkervaring. En dat is funest voor mensen die wel graagwillen, ook de capaciteiten hebben, maar een andere werkervaringhebben opgebouwd.

Tevens zijn bèta’s ook mensen die juist sterke analytische enprobleemoplossende capaciteiten hebben en dus zeer goed in anderesectoren aan de slag kunnen. Er valt dus, als je die 60% wiltwegwerken, nog een flinke slag te slaan als je bèta’s voor je wiltwinnen om ook in de bèta-sector aan de slag te gaan. En het is dusergens heel opmerkelijk om weer te zien dat de TU’s opnieuw defocus op de instroom willen leggen.

Zou daarom, in het kader van de nationale ambitie, om te willenbehoren tot de top vijf kenniseconomieen, een ander pleit hier nietveel interessanter kunnen zijn? Namelijk een pleit voor eeneffectievere keten-benadering in samenwerking van overheid, TU’s enbedrijfsleven om het verlies aan potentieel van die 60% aan deuitstroom-zijde aan te pakken. En waar men het voor de 100%afgestudeerde bèta’s aantrekkelijker wil maken om ook in die sectoraan de slag te gaan?

Het grote verschil met het pleit van de TU’s, die op deinstroom-zijde focussen, is natuurlijk dat je aan deuitstroom-zijde juist die mensen te pakken hebt die de capaciteiten interesse hebben gehad om een zware bèta-technische opleiding afte willen ronden.

Ketenbenadering

Gedacht kan worden aan ingroei-functies of instroom-trajectenvoor mensen met wèl de capaciteiten, maar die nog niet die zeerspecifieke werkervaring hebben opgebouwd. Een samenwerking met deTU’s, werkgevers en detacheringsbureaus die hun bestanden nog eensafstoffen en doorlopen, om zoveel mogelijk de juiste mensen op dejuiste plaatsen te krijgen en die 60% weg te werken.

De drie TU’s pleiten voor een groot belang van consistente enmeerjarige aanpak op onderwijs en onderzoek. En dat IS ook zeerbelangrijk. Met zo’n 7 S&E (scientists and engineers)pas-afgestudeerden per 1000 inwoners scoort Nederland veel lagerdan landen als de UK(3). Dus is het waarschijnlijk zeer verstandigom juist zo effectief mogelijk om te gaan met de uitstroom van pasafgestudeerde bèta’s. En wellicht is het daarom beter om nu defocus te leggen op de uitstroom dan enkel de focus te leggen op deinstroom.  

En, als je inderdaad die ambitie voorstaat, om dan tenminsteevenzo een pleit te maken voor zo’n keten-benadering insamenwerking met overheid, TU’s, detacheringsbedrijven enwerkgevers, al dan niet in combinatie met zo’n “uitstroompremie”.Zo dat je echt werk kunt maken van die 60%, zodat je effectievergebruik kunt maken van het waardevolle potentieel, en, omdat jehier een sterke groep te pakken hebt die ook in andere sectorenveel keuze heeft, er juist hier ambitie wordt getoond om de bèta’svoor je te willen winnen.” 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK